In Bath kan je nu niet meer in baddoor Nico van der Zwet Slotenmaker BATH - Het Zuid-Engelse Bath is een aardige stad, maar in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden kan je er niet meer in bad. Daarmee mag overigens niet gezegd zijn dat de 80.000 inwoners zich niet regelmatig zouden reinigen.
De Pulteney Bridge met aan twee kanten
winkels Dat doen ze in hun prachtige tegen de heuvel gebouwde (Georgian
style) huizen wel degelijk, alleen in het echte oude Romeinse badhuis
kan je niet meer kopje onder. Een jongetje dat zulks in 1986 nog wel
deed liep een hersenvliesontsteking op en hoewel het verband tussen de
wateren van Bath en zijn overlijden medisch nooit goed is aangetoond,
besloot men van dat moment af de duikplank in te trekken. Proeven Proeven mag nog wel. In de Pump Room heeft men daartoe een functionaris uitgedost als een lakei van 300 jaar terug die compleet met gepoederde pruik wel enkele glazen van dit nog steeds als zeer gezond bekend staande vocht in de aanbieding heeft. Voor de somma van 45 pence laat ik me zo'n consumptie serveren wat me tot de conclusie drijft dat ik het cafébezoek vandaag wat vroeger dien aan te vangen dan normaal mijn gewoonte is. De lakei in de "Pump Room" serveert glaasjes geneeskrachtig water voor de somma van 1,50.
Lauwachtig drab is het dat echter veel ijzer doet vermoeden en dat
schijnt goed te zijn voor een mens. Toch kan ik niet zeggen dat de
inwoners van Bath er gezonder uitzien dat de toeristen die vandaag op
bezoek zijn en de lakei is zelfs opvallend bleek, al zullen ook zijn
wangen wel gepoederd zijn. Als hij er een uit Bath is mag hij echter
gratis drinken, net zoals invaliden geheel voor niets worden gelaafd.
Dat de Pump Room een soort historische tearoom met veel oudere dames en
een strijkje op de achtergrond is past in de beste Britse
tradities. Lepra Bath is oud en steunt dus op legendes. Uiteraard gaat er een over een prins die aan lepra leed en door zijn weinig liefhebbende vader van het hof werd gestuurd. Afgezakt tot varkenshoeder en zijn bitter lot beklagend kwam de vorstentelg in de moerassen rond Bath terecht om daar tot de ontdekking te komen dat het water hem genas. Terug naar het hof. Vader blij. Biedt hem de troon aan. Huwelijk mooie prinses. Alles kits. In deze korte zinnen althans zou hij worden beschreven door de heer Jingle, de oplichter, die juist in ditzelfde Bath door Pickwick werd ontmaskerd. Sla zijn nagelaten papieren er nog maar eens op na en u weet precies hoe het een paar honderd jaar geleden in deze badplaats toeging, ook al is ook dat verhaal verzonnen. Niet verzonnen is dat de Romeinen in de
eerste eeuw een warme bron ontdekten en dan heb je in de loop der jaren
alleen maar wat hooggeplaatste lieden nodig om te laten beweren dat ze
zich na een bad beduidend beter voelen en de loop zit erin. Muntjes Van dat oude Romeinse badgebouw is overigens nog voldoende bewaard gebleven om een leuke rondwandeling te garanderen. Veel water natuurlijk, waarin vele muntjes worden geworpen. Muntjes die in de loop van de tijd giftig groen uitslaan wat overigens niet aan het water, maar aan de kwaliteit van het huidige muntgeld zal liggen. Het oude Romeinse badhuis heeft de tijd goed doorstaan en er is dus nog heel wat van de oude glorie te zien. Bath is niet het historische badhuis alleen en als vast en onontkoombaar nummer van het programma dient u dan ook in te stappen in een van de bekende dubbeldekkerbussen die het u allemaal laten zien, al heeft men de route in de laatste jaren wat aan moeten passen, omdat er steeds meer inwoners zijn die niet door vreemdelingen op hun tafel gekeken willen worden. In de Royal Crescent van architect John Wood jr. zal dat wat minder tellen, want in deze in een halve cirkel opgetrokken behuizingen zijn nog voornamelijk kantoren gevestigd. Er tegenover een van de vele parken van Bath, het Victoria Park, in 1830 door deze doorluchtige dame persoonlijk geopend toen ze nog prinses was. De Royal Crescent, een opmerkelijk staaltje van architectuur. Vorstelijk De abdij van Bath telde ook veel koninklijke bezoekers en het is dan ook een vorstelijk gebouw dat vanwege de grote ramen ook wel de "Lantaarn van het Westen" wordt genoemd. Godshuizen met elkaar vergelijken is een moeilijke zaak, maar dit is een heel mooie. Koningin Elizabeth en prins Philip kwamen er in 1973 het duizendjarig bestaan van de Engelse monarchie herdenken. De abdij is in Bath nooit ver weg en van bijna iedere plek goed zichtbaar. Later op de dag zijn ze ongetwijfeld ook nog een kijkje gaan nemen bij de Pulteney Bridge over de Avon in de kromming waarvan Bath zo veilig beschut ligt. De brug is uniek door de winkels aan beide kanten en eigenlijk horen er hier in de buurt alleen postkoetsen en andere historische aanspanningen te rijden. Parken en parkjes zijn er zat in Bath en vooral hier langs de Avon zit je als een vorst. Je treft er Victoriaanse theehuizen, waarvan in sommigen de geschiedenis van dit edele nat op passende kaartjes voorhanden ligt. Thee werd vroeger vooral gedronken omdat het duur was en alleen de rijken het zich konden permitteren. Een pond thee kostte in die tijd het enorme bedrag van tien Engelse ponden en een fles jenever (gin) noteerde slechts zeven pence. De gewone man had dus weinig keus. Tenzij hij uitsluitend verslingerd was aan het water van Bath natuurlijk. Publicatiedatum = 24 juli 1999 |