Met een oude Triumph TR-4 naar de
Hooglanden van West-Schotland

Weldadig dorado van 'totale onthaasting'

Reportage: BERRY ZAND SCHOLTEN

Met een antieke-, of klassieke auto in alle rust dwalen door Engeland en Schotland. Bestaat er iets mooiers? Over 'single track roads', smalle weggetjes met slechts een enkele rijbaan, langs geurende hagen van meidoorn, zachtgele, stekelige gaspeldoorn en rododendron. Een dreigend kasteel, met vaste regelmaat opdoemend als 'historic reality', in plaats van de thans zo populaire, 'virtuele', variant. En dan 's avonds, na een lange dag, een kostelijke maltwhisky, aan een knappend openhaardvuur. Een droom.

Nu evenwel klassiekers zo worden gerestaureerd, aangepast desnoods en gekoesterd, dat ze technisch (weer) tot grote dingen in staat zijn, nu bovendien het aantal klassiekers door de hang naar auto-nostalgie drastisch toeneemt en er ruime mogelijkheden voorhanden zijn om een oldtimer te leasen, in Engeland te huren zelfs voor een vakantie, liggen dit soort trips voor velen binnen handbereik. Onze reporter Berry Zand Scholten toog met een zeer klassieke Britse sportwagen, een Triumph TR4 uit 1965, dwars door Engeland en Schotland, naar het prachtige eiland Skye, aan de Schotse westkust. Zo'n reis moet je op je dooie gemak maken. Uit respect voor het met mystiek beladen Schotland, uit eerbied voor zo'n bejaard vehikel en vooral voor jezelf. Er bestaan geen betere voorbeelden en bestemmingen voor de totale 'onthaasting'...

'Welkom in Historic Scotland' zegt de handige, Nederlandstalige brochure van de Scottish Tourist Board en de tips daarin brengen je al snel op uitdagende gedachtenspinsels: Mooi, dat historisch Schotland, maar dan eens op een alternatieve manier. Nu eens niet met de trein, met de bus of met de eigen, moderne auto. Nee, met een klassieke. En dan het liefst met een sportwagen. Maar ja, om nu met een Duitse, Franse of Italiaanse cabriolet door Engeland en Schotland te koersen. Nee, het moest er een van Britse makelij zijn. Regelen dus, maar hoe? Aan de telefoon: Auto Aaldering in Brummen, aficionado van klassieke auto's en bovendien handelaar daarin. Nico Aaldering, net zelf de Italiaanse Mille Miglia-rally achter de rug: 'Natuurlijk, kom maar zo'n ding halen. Nee, m'n Jaguar E-type krijg je niet mee, want die heeft twee kapotte kleppen en ik heb geen tijd meer om die te repareren. Maar ik heb een Triumph TR4 voor je staan. Helemaal gerestaureerd, die brengt je gegarandeerd veilig heen en terug!

De Triumph is smetteloos-wit en niet, zoals ik had gehoopt, 'British racing green'. Maar verder is er niets mis met de ranke cabrio, uitgevoerd met nostalgische spaakwielen, die karakteristieke bobbel op de motorkap en een viercilindertje dat tevreden ligt te spinnen in het vooronder en dat de uitlaat zo n prachtige, diepe grom meegeeft. Het dashbord is van hout, het stuurtje is van drie smalle spaken voorzien en de chroom-omrande Smith-klokken laten de wijzers fraai dansen. Choke uit, sleutel om, lópen!

Met de Triumph TR4 uit 1965 over de single-track roads van het eiland Skye, omzoomd door de prachtig-gele gaspeldoorns, die zich hier in enorme bosschages manifesteren. .

De oliedruk is voortreffelijk, de ampèremeter meldt dat er voldoende laadstroom is, de toerenteller maant tot bescheidenheid uit respect voor de bejaarde, net-gerestaureerde en gereviseerde techniek. Dan is hij warm en trap ik het gas in tot drie, vierduizend toeren. Met een machtige brom schiet het lichte sportwagentje terstond naar hoogst-illegale snelheden. Het sturen gaat zwaar, zoals het hoort en als je hem de hoek omzet en je geeft gas bij, dan dribbelt de TR4 de hoek om, als een skelter. Dit is pas weer autorijden. Even weg van de moderne computer-styling, van anti-blokkeringssytemen, traction controls, economymeters en airbags. Hierin moet je zelf weer nadenken, op je qui vive zijn voor hobbels, bobbels en eventueel opdoemend ongerief. Ze wìsten het wel hoe het moest in vroeger jaren. Dit is de basis van het echte autorijden. Ze wisten het zelfs héél goed. Alleen wij zijn het, als moderne automobilist, jammer genoeg vrijwel vergeten...

Vergeten

Een vakantiereis naar noordelijk Engeland en Schotland begint het best met een overtocht naar een noordelijke bestemming. Waarom reistijd verliezen met eindeloos raggen op een snelweg, of je verbijten in files? Dat kennen we wel van thuis. P&O-North Sea Ferries brengt u in een nachtelijke overtocht op riante wijze naar Hull, een uitstekend startpunt voor zo'n trip. Je gaat 's avonds aan boord, betrekt een hut (of huurt een slaapstoel), neemt een drankje aan de bar, stort je op het overdadige dinerbuffet en de volgende morgen om zeven uur sta je uitgerust met auto en al, op de kade van de derde Britse havenstad.

In Plockton groeien de palmen en de cactussen (dankzij de warme golfstroom) en het haventje wordt opgesierd door panden die in zachte pasteltinten zijn geschilderd.

Al vele malen was, na de start in Hull, de vestingplaats York het eerste punt van aanleg. De prachtige stad, al meer dan 1900 jaar oud, met zijn witte vestingwallen en zijn schitterende kathedraal is een bezoek meer dan waard. Helaas wordt York belaagd door massatoerisme en vooral in het hoogseizoen moet u de tijd nemen, zowel om een parkeerplaats te vinden, dan wel om de binnenstad en zelfs de circular road over te komen. De 'minster', officieel de Metropolitical Church of St. Peter is een bezoek meer dan waard. Het mooist is de westelijke vleugel, met veel fraai beeldhouwwerk. In de noordelijke dwarsbeuk ziet u de 'Five Sisters', een schitterende voorbeeld van middeleeuwse brandschilderkunst. De grote vieringstoren kan worden beklommen en van de trans af hebt u een adembenemend uitzicht over de stad waar Keizer Hadrianus ooit z'n oorlog met de Caledoniërs begon. De Triumph heeft het niet zo op lange files; niet dat hij echt overhit raakt, maar hij prefereert toch duidelijk wat extra rijwindkoeling. Van York koersen we dus terstond naar het noorden en vervolgens naar het westen. Dat is een absolute 'must'. U moet door de Yorkshire Dales rijden, zeker met zo'n vervoermiddel. Als het weer goed is (en dat komt heus voor in Groot Brittannië) doet u de kap open en u ruikt de geuren van het land, de velden en de bossen. U weet nog dat de geurdimensie een van de sterkste herinneringen vormt. Denk maar eens terug aan vroeger.

Ik rijd eerst over de A19 tot Thirsk, sla dan, iets verderop, de A168 in buig vervolgens naar het westen af, de A684 op. Met de koolzaadvelden in bloei, de meidoorns en de brem fanatiek aan het geuren. De motor bromt tevreden en onderweg zie je, in de dorpjes, de eerste opgestoken duimen. Rijd met een oude Britse (sport)wagen of motorfiets door de dreven en gegarandeerd dat je beleefd wordt aangesproken. ('I once had a car like this one! , My father had a Triumph TR-2, a beauty as well'. Of, toen we in Fort William de weg vroegen: 'What a beautiful British sportcar, sir, and in a splendid condition. It's very good to see her on the road!'. Geen jaloezie, geen afgunst. Kom daar eens om in Nederland...

Een verstild meer in Schotland, met ijskoud, kristalhelder water en af en toe een rustig-deinend schip met bruine zeilen in de verte. Dit is een land om weg te dromen.

De glooiende Yorkshire Dales (een nationaal park) zijn prachtig. Maar ja, Schótland is de bestemming en voorbij Sedberg stuur ik richting M6, de snelweg naar Glasgow, want ik moet nu toch wat tijd zien te winnen. Dat is het nadeel van een groepsreis. Jan Molenaar van het British Tourist Authority heeft een stuk of zeven motor-reis-journalisten uitgenodigd voor deze trip. Het hotels zijn besproken, de tafels staan gedekt. De motormannen zijn natuurlijk veel sneller, helemaal op deze smalle weggetjes, waar ze gemakkelijker kunnen inhalen, met hun dikke BMW's, Kawasaki's Vulcan en Honda's Pan European. Voorbij Glasgow pakken we de A82, richting Loch Lomond en dan voert de route via de Bridge of Orchy naar Fort William. Wie daar een goed hotel zoekt Fort William is een prima vertrekpunt voor vele korte uitstapjes in de westelijke highlands -- kan best neerstrijken in het Moorings Hotel te Banavie, Fort William. Een mooie, beschermde parkeerplaats, goede kamers en... een voortreffelijke keuken, iets dat je tot voor kort, zelfs met een zoeklicht van de Royal Air Force, amper kon vinden. Nu wel, wellicht door de invloeden van de Europese eenwording of het toerisme, is de Britse cuisine sterk verbeterd en je zit niet meer met lange tanden aan tafel, tenzij je uit nieuwsgierigheid of balorigheid natuurlijk bij het ontbijt 'kippers', of 'black pudding' gaat bestellen, terwijl je niet van vette, gerookte haring en bloedworst houdt...

Veerboot

Vanuit Fort William neemt u de A830, een adembenemend-mooie route naar Mallaig. Daar ligt de veerboot naar Skye klaar, het eiland van de Binnen-Hebriden, dat nu ook via een (dure) tolbrug met het vasteland is verbonden. Skye is echt 'the limit' limit. Het eiland is één grote bloemenzee van oranjegele gaspeldoorns, felgele brem, dieppaarse, rode en witte rododendrons en het is in de lente blauw-bezaaid met prachtige blue bells (wilde hyacinthen). Skye heeft veel 'single track roads', die door de absolute verlatenheid voeren. Smalle wegen, met slechts plaats voor een enkele auto. Doemt er een tegenligger op, dan rijd je een uitsparing in de weg in, of je gokt dat de opponent het doet. Wie het eerst bij zo'n vluchthaventje is, duikt er gewoon in. Gek dat zoiets in Schotland moeiteloos verloopt; in Nederland hadden twee tegenliggers allang schuimbekkend tegenover elkaar gestaan.

Portree is een aardig havenstadje. Er vlakbij ligt het fraaie Skeabost House Hotel (ook al weer met een prima keuken en voortreffelijke wijnen) en uitgerust met een kolossale open haard in de lounge. Je vleit je neer in zo'n Britse fauteuil, denkt aan een sigaar en bestelt een Talisker, de lokale maltwhisky van Skye, ooit door schrijver Robert Louis Stevenson (o.m. Treasure Island en The strange case of Dr. Jekyll and Mr. Hyde ) tot de koning der whisky's uitgeroepen. Hij is wat pittiger dan pakweg de Glenmorangie. Kennelijk wat meer peat (turf) gebruikt bij het stoken, of domweg ander water. In dit verband kan het fraai-geïllustreerde boek The Whisky Trails van Gordon Brown worden aanbevolen. Dat levert gegarandeerd leerzame bestemmingen op, want vrijwel alle beroemde Schotse stokerijen staan erin, met telefoonnummer en al. Zo lang er lever is, is er hoop! Het Skeabost Hotel heeft een fraaie (9 holes) golfbaan, je kunt er kleiduiven schieten, in de buurt paardrijden en vooral wandelen en fietsen. Hiervoor beveel ik graag het boek Walks, Skye and the North West Highlands aan (Prijs £ 8,95, Uitgave Ordnance Survey, Jarrold Publishing) aan. Daarin staan prachtige kortere en langere wandelingen (of fietstochten), compleet met kaarten, afstanden, foto's en uitgebreide routebeschrijvingen.

Als u Skye verlaat via de tolbrug bij Kyle of Lochalsh, bent u dicht in de buurt van het dreigende, sombere Eilean Donan Castle, het meest gefotografeerde kasteel van Schotland.

Op Skye kunt u moeiteloos een week doorbrengen. Rijd dan eens vanuit Portree naar Dunvegan Castle, waar de McLeaod-clan al vele generaties lang de scepter zwaait. Het kasteel dateert al uit twaalfhonderdzoveel en het bevat nogal wat mooie schilderijen, gobelins, oude vaandels en andere kunstschatten. In de diepe kerkers hoor je hartverscheurend gekreun. Voor de toerist draait er een huiveringwekkend geluidsbandje, maar wie de historie leest, over de vele veldslagen, de martelingen in de burchkerkers etc., die beseft dat die aardige Schotten, met hun vrolijke gedoedelzak, in vroeger jaren tot heel andere dingen in staat waren. Terug rijdt u via een van de mooiste single-tracks-roads naar Portree. Wij ook. Het regent, maar we houden toch de kap open. De Triumph gaat haaks de bochten om. Heerlijk! Jammer toch dat er zoveel mooie, oude Britse motor- en autotraditie teloor is gegaan. Dat al die nostalgische fabrieken zijn verdwenen, zoals Triumph, dat die mooie TR-2 s, TR-3 s, TR4 s en TR-5 en (deze had een zescilinder motor) met totaal-aantallen van meer dan een kwart miljoen van de band liet rollen. Gelukkig staat in Hinckley wel weer een (nieuwe) Triumph-motorenfabriek, die heel mooie, betrouwbare, technisch hoogwaardige tweewielers bouwt.

Nog een tip: ga eens op een terrasje zitten aan de prachtige, verstilde haven van Plockton, waar de palmbomen en subtropische cactussen, dankzij de warme golfstroom prima gedijen. Natuurlijk, Tobermory, op het eiland Mull, is nog kleurrijker daar zijn de huizen aan de haven in diepblauw, steenrood, hard-geel en zwart uitgemonsterd, maar met Plockton en zijn vertederende pasteltinten is ook niets mis. En de lunch (met gerechten van verse vis, al dan niet begeleid door een 'droge witte') is er ook niet te versmaden.

Neuzen in antiekwinkeltjes, of in een kruidenierszaak die nog de sfeer van de jaren vijftig ademt; een zeilbootje huren en uitvaren op zo n verstild meer met brandschoon, ijskoud water... dat is andere koek dan Friet van Piet op Torremolinos.

Van Skye uit gaat u over de tolbrug maar weer eens terug naar het vasteland, richting Inverness. Natuurlijk, Loch Ness is een must al zou het maar zijn om te zien hoe vermakelijk-fanatiek de Schotten trachten om de monster-legende in stand te houden. Doedelzak-spelen in het Bainain House, in Inverness of dwalen door Culloden, waar Schotland zijn laatste slag tegen de Engelsen verloor in 1745. Wat is er mooier dan een picknick ergens in de desolate stilte van de Schotse natuur? Met zoemende insecten rond je hoofd en even later de zoemende TR-4-motor. Oké, met zo'n bejaarde sportwagen kun je wat ongerief verwachten. Af en toe valt de clignoteur uit, rammelt de kapconstructie los en slaan de meters op tilt. Dan moet je gewoon zekeringen vervangen, een nieuwe knipperaar regelen in zo'n bejaarde garage waar de arbeids- en milieu-inspectie nog geen tijd had om langs te komen en een massadraadje schoonkrabben, waarna de Smith-klokken gewoon hun werk weer doen. Ook de olieconsumptie ligt behoorlijk boven de moderne normen en waarden. Natuurlijk zal Nico Aaldering later zeggen, 'je bent op pad met een Britse oldtimer, dan moet je inventief zijn en een beetje handig. Anders kun je beter met een Mitsubishi Carisma onderweg gaan!'

Ik stop met de tips, want de reiziger die met een klassieke Britseauto op pad gaat, wil immers toch niet alles voorgekauwd krijgen? Die zoekt z'n eigen pad, via de Highlands en Perth, terug naar Hull en dan riant aan boord van de P&O-North Sea Ferries NorSea naar Europoort, waar u zich de volgende morgen, volkomen uitgerust, in de Nederlandse drukte kunt storten...

Informatie: Scottish Tourist Board (Maureeen Smith), 23 Ravelston Terrace, Edinburgh EH4 3EU. Telefoon: 0131-3322433; fax: 0131-3152906. Website: http://WWW.Holiday.Scotland.net

British Tourist Authority (Jan Molenaar) Stadhouderskade 2, 1054 ES, Amsterdam. Tel. 020-6120406; fax: 020-6186868; Website: //WWW.visitbritain.com

P&O-North Sea Ferries: Postbus 1123, 3180 AC, Rozenburg (Z.H.), telefoon: 0181-255500, fax: 0181-255370. Met dank aan Nico Aaldering Auto's, Zutphensestraat 161, 6971 EK, Brummen (Gld.), Tel. 0575-564055; fax: 0575-564767. Website: http://www.wide.nl/aaldering

Fotografie: BERRY ZAND SCHOLTEN

Publicatiedatum = 19 december 1998

terug Groot-Brittannie intro