&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Newcastle-Upon-Tyne

door Nico van der Zwet Slotenmaker

NEWCASTLE - Het voetbalstadion van Newcastle United staat in de onmiddellijke omgeving van de locale bierbrouwerij, verantwoordelijk voor het wereldvermaarde bruine nat dat ook trots de naam van de stad draagt. En er is duidelijk van meer sprake dan "goede buren". Veeleer is de combinatie uitgegroeid tot een soort heilige twee-eenheid die niemand van de 300.000 inwoners onberoerd laat.

Een huisvrouw die achter de kinderwagen in het shirt van de voetbalclub boodschappen doet is de gewoonste zaak van de wereld en als je in de pub iets anders dan het plaatselijke nat bestelt zal je niet direct in hechtenis worden genomen, maar krijg je toch de toevoeging "bedenkelijk" op je conduitestaat.

Ook toen het nog zo'n beetje mijn vak was de sport en haar bijkomstigheden in de gaten te houden zag ik nergens ter wereld zo'n blinde toewijding en licht bedenkelijk fanatisme voor een sportclub. In de buurt van mijn hotel is een kroeg, "The Black Garter", waar op groot beeld de gehele dag alleen maar sport wordt uitgezonden.

John Barnes, met de bekende strepen van
Newcastle United, aan de bal.

En als er geen live-uitzendingen zijn iets wat trouwens niet zo verschrikkelijk veel meer voorkomt brengen ze daar steevast alle doelpunten die de plaatselijke trots de afgelopen jaren heeft gescoord, zodat een buitenstaander zou kunnen menen te maken te hebben met een nimmer aflatende machine die alleen maar goaltjes produceert en waarbij de tegenstander totaal verbleekt.

Zo'n buitenstaander zal dan ook letterlijk van buiten moeten komen, want in Newcastle zelf zal je er vergeefs naar zoeken. Het is jammer dat het Nederlandse elftal in de voorrondes van het Europese Kampioenschap geen wedstrijden in deze stad heeft geloot(Roemenië, Frankrijk en Bulgarije wel), zodat dit unieke sfeertje aan het Oranje-legioen wordt onthouden.

De voetballers zelf hebben natuurlijk geen bier in hun buik. Wel staat het er met grote letters op en naar verluidt spendeert de brouwer meer geld als shirt-sponsor dan welke Britse club ook. Met succes zegt de directie, want nog altijd stijgt de produktie met ongeveer drie procent per jaar. Dat lijkt niet veel, maar op een markt die steeds meer door buitenlands (Australisch) gerstenat wordt overstroomd is het toch een feit om trots op te zijn.

En die trots, voor de voetbalclub en de brouwerij, heeft Newcastle meer dan nodig. Want als er een stad is die na een lange periode van een bepaalde welvaart het roer drastisch heeft moeten omgooien is deze het wel. Newcastle was de kolenstad van Engeland en hoewel dat er toe leidde dat alles zwart en goor oogde, toch werd er uit andere delen van het Verenigd Koninkrijk met jaloezie naar gekeken. "Zij die onder de grond werken sterven vroeg, maar ze kunnen er een tijd goed van leven" is niet zo maar een gezegde.

"Kolen naar Newcastle brengen" is een ander en daar zou je vrij vertaald "water naar de zee dragen" van kunnen maken. Alleen gaat de vergelijking niet op. Iedereen moest vroeger zijn steenkolen naar Newcastle brengen. Het was een dure verplichting waar je niet onderuit moest proberen te komen, omdat anders hoge boetes en lange gevangenisstraffen wachtten. De stad ontving belasting voor iedere kilo die hier werd verhandeld en verscheept en kwam dan ook tot grote bloei. Tot de mijnen een voor een sloten en de kademuren er ineens leeg en verlaten bij lagen.

Toen moest Newcastle ineens iets anders verzinnen om aan de kost komen. Chemische produkten en staal bijvoorbeeld, al zullen die nooit de vroegere bedrijvigheid kunnen doen vergeten.

Weliswaar niet aan zee, maar over water toch goed bereikbaar.

En toerisme, waarom niet? Nu heeft Newcastle daarbij ook nog de pech dat het niet echt aan zee ligt. De Tyne kust de Noordzee pas een vijftien kilometer verder en in die buurt zijn dan ook wat badgastgenoegens, al blijft het in dit geval beperkt tot dagjesmensen.

Niet een echte markt voor Newcastle en dus moest de nadruk meer vallen op de stad zelf en daarin is dan ook fors geïnvesteerd. Het idee dat er niets anders zou zijn dan een kolenbunker is zo langzamerhand wel verdwenen en een kapstok om de groei van het vreemdelingenbezoek aan op te hangen is er ook in de vorm van de ruïne van het kasteel bij het Centraal Station. Bij de aanleg van de spoorlijn is destijds weinig zorgvuldig met de oude burchtresten omgesprongen en men nam niet de moeite het ijzeren paard er voorzichtig omheen te loodsen. Nee, hij stoomt er dwars tussen door. De gebouwen zijn gelukkig nog genoeg bewaard en opgeknapt om er behuizingen voor een paar musea in te maken. Er zijn veel zaken die zijn opgegraven bij de zogenaamde Hadrian's Wall, een door de Romeinen opgetrokken muur die in de breedte over heel Engeland liep en de kolonie Brittannia scheidde van het vrij gebleven Caledonia. Omstreeks het jaar 120 is op gezag van keizer Hadrianus met de bouw van de muur begonnen en er dienden regelmatig een kleine 20.000 soldaten. Die allemaal wel iets achter hebben gelaten, zodat er een aardige verzameling is ontstaan.

Om Newcastle liep vroeger uiteraard ook een muur en die duikt hier en daar nog op ook, al kom ik op mijn speurtocht naar de resten in waarschijnlijk niet de meest vrolijke wijken van de stad en vermoed ik dat ze vaak als waterplaats worden gebruikt.

Nee, dan wandel ik liever door het deel waar de Chinezen de overhand hebben en je kunt kiezen uit tientallen eethuizen die u allemaal verzekeren het allerbeste in huis te hebben.

Zulke stadsdelen zal Newcastle een beetje moeten koesteren, want voor de rest is er op veel plaatsen maar wat neergezet. Zo is mijn Swallow-hotel, dat overigens van prima kwaliteit is, te midden van wat fabriekjes en winkelcentra geplaatst. Per taxi valt het alleen te bereiken via een draaiweg met vele lussen en te voet kom je er alleen maar als je heel goed de weg weet.

Gelukkig is de V.V.V. paraat met vele gidsen en een vijftal wandelingen die laten zien dat de stad nog heel wat aan prachtige oudheden te bieden heeft. En altijd weer kom je bij de rivier, die dan op dit moment wel niet zo intens bevaren wordt als vroeger, maar die altijd nog kan bogen op niet minder dan zes overbruggingen, de ene nog fraaier dan de andere. Als je een beetje moeite doet kun je ze alle zes tegelijk zien. Vooral in de avond als de lampen branden.

Want de kolen mogen tot het verleden behoren, Newcastle heeft voor de toerist nog lichtpuntjes genoeg.

REISWIJZER:

Newcastle is tegenwoordig rechtstreeks per ferry van Scandinavian Seeways met vertrek uit IJmuiden te bereiken. Op 28 maart worden de diensten voor de zomer al vroeg hervat en men zal tot eind oktober blijven varen waarbij op de overtochten veel voor het amusement van de passagiers en hun kinderen wordt gedaan. Steeds meer mensen komen ook op de fiets met de bedoeling Schotland te gaan verkennen. U kunt in alle prijsklassen terecht. Naast de normale prijzen voor de overtochten zijn er ook verschillende speciale arrangementen. Citytrips naar (uiteraard) Newcastle, maar ook naar bijvoorbeeld Edinburg, York of Durham, in welk laatste geval natuurlijk het indrukwekkende openluchtmuseum Beamish moet worden bezocht. Vijfdaags arrangementen zijn er al vanaf F ƒ355,- en als u drie weken de tijd hebt kunt u met enkele rondreizen ook terecht. Uw reisbureau kan u er uiteraard alles over vertellen.

Direct Scandinavian Seeways bellen kan ook: 0255 - 534 546.

Publicatiedatum = 24 februari 1996

terug Groot Brittannie intro