zaterdag 3 maart 2001

Chesterfield

Historische trip met 'antieke' bus

door Nico van der Zwet Slotenmaker

CHESTERFIELD - Hoewel we de kerk altijd in het midden moeten laten, kan je er op reis toch vaak niet omheen. Ook niet in het Engelse Chesterfield, waar het dit keer niet om het interieur van het godshuis gaat maar om de toren. Door verzakking van de steunbalken van de spits is die twee en een halve meter uit het lood gedraaid, zodat je meent dat je met een reusachtige kurkentrekker te maken hebt. Instortingsgevaar schijnt er niet te zijn en tenslotte mag je best wat mankeren als je al bijna 700 jaar op je post staat.

Hardwick Hall
ten voeten uit.

 

Uit die leeftijd mag worden opgemaakt dat Chesterfield niet van vandaag of gisteren stamt en inderdaad, de Romeinen bouwden hier halverwege de eerste eeuw al een fort op een heuvel en noemden de plek aan de voet daarvan Chesterfield, wat dan ook zoveel wil zeggen als 'plaats beneden de versterking'.

Na de ook voor die tijd al gebruikelijke schermutselingen, waarbij enkele edele hoofden op vakkundige wijze van hun respectievelijke rompen werden gescheiden, groeide de stad uit tot een industrieel middelpunt waaraan de aanleg van het kanaal vanaf de rivier Trent en de komst van de spoorweg het nodige bijdroegen.

Chesterfield was toen al een vermaarde marktstad en reeds in 1204 werden de eerste kramen opgezet. Ze staan er zij het in iets andere vorm nog steeds. Ruim 200 stuks en het is bijna iedere dag bingo. Alles blijft er dag en nacht staan en de volgende morgen treffen de kooplieden de zaken onaangeraakt aan. Geen plank verschoven en geen zeil gescheurd en dan vraag je je onwillekeurig af hoe dat bij ons zou gaan.

De verwrongen torenspits van Chesterfield.

 

Op zondag als er bij hoge uitzondering eens geen markt is, ben ik er ook, want ik moet door het stadscentrum op weg naar de bushalte. Op de dag des heren en op wat in Engeland 'bank holiday mondays' heet, vertrekt er namelijk in de zomer een bejaard voertuig voor een historische rondrit die de Britten ook al eens op hun televisiescherm hebben kunnen meemaken. Om precies te zijn hebben we hier te maken met een 1948 Bedford 'OB' Duble, die vroeger zijn vaste baantjes trok in het Schotse Dundee en daarna twintig jaar in een oude schuur belandde om vervolgens door een groep vrijwilligers in 1993 en 1994 werd opgeknapt om als een soort rijdend museum verder te gaan.

 

Ook vandaag wordt de bus bemand door twee in originele uniformen gestoken mannen, die hier hun vrije dag voor opofferen. Ze bekennen onlangs nog een dergelijk oud exemplaar op de kop te hebben getikt, maar dat het wel even duren zal voordat die weer aan de praat is, want er is een groot gebrek aan lieden die louter voor hun plezier aan het sleutelen gaan. Ik spreek daar mijn verwondering over uit. Engeland is toch het land met een grote hang naar nostalgie, vooral als het oude voertuigen betreft. De conducteur zegt echter dat de tijden veranderen en hij van moeder de vrouw ook maar mondjesmaat toestemming krijgt om zijn hobby uit te oefenen. "Kijk meneer, zo'n avondje poetsen in de garage vindt ze niet erg, maar die hele zondag is wat anders."

De uit 1948 stammende bus voor Hardwick Hall.

 

En het is een hele zondag, want de 1948 Bedford 'OB' Duble is geen vierwieler die je van A naar B brengt om daar rustig te gaan staan wachten tot iedereen weer naar A wenst terug te keren. Integendeel, hij is de hele dag in de weer langs een route met veel bezienswaardigheden of gewoon een ritje door de natuur, zodat je op verzoek ook kunt uitstappen voor een flinke wandeling of alleen maar wat mijmeren op een bankje. In een keurige folder is de tabel opgenomen die aanduidt wanneer je je weer kunt laten oppikken.

Ik besluit de eerste stop te nemen bij Hardwick Hall, een niet eens zo monsterachtig gebouw, zoals ze er zoveel in Engeland hebben. Ik zou er niet graag glazenwasser zijn. Meer raam dan muur met op het dak in kapitale letters 'ES', zijnde de initialen van Elizabeth, gravin van Shrewsburry, de dame die hier in de zestiende eeuw met bekwame hand de scepter zwaaide. 'Bess of Hardwick' werd ze in de volksmond genoemd en er gaan legio verhalen over haar. Sommige meer dan alleen maar ondeugend en dat hoort ook zo. IJdel was ze in ieder geval, anders laat je je naam niet zo overdadig op je pand zetten. Het komt meer voor. Personen die ongaarne vergeten willen worden, nemen op begraafplaatsen ook altijd veel meer ruimte in dan nodig is.

Picknick is een typisch Britse aangelegenheid.

 

Of 'Bess of Hardwick' veel door haar onafzienbare tuinen dwaalde, laat de geschiedenis onvermeld, maar vandaag is er in ieder geval een vliegerfeest met een glaasje prik en een boterhammetje. Een knaapje dat het allemaal maar niks vindt en kennelijk door zijn ouders naar dit verplichte nummer is meegevoerd, trapt onophoudelijk een bal tegen een wel zeer middeleeuws muurtje, de vliegers angstvallig in de rugzijde houdend.

Of het bedoelde stukje muur straks ook onder handen van de restaurateurs komt, staat er niet bij. Het zal wel, want de bij de poort verspreide folder vermeldt dat zo'n beetje het hele huis en de tuinomheining op de schop gaan. Kosten zo'n kleine tien miljoen gulden en wat ongemak voor de bezoekers die er een kijkje willen nemen.

Noormannen

Ik heb niet veel tijd er rond te dwalen, want de bus komt mij weer oppikken voor de trip naar Bolsover Castle dat groot en indrukwekkend is en een geheel dakloze gevel heeft. Daar binnen is iemand met paarden in de weer en dat schijnt al sinds de zeventiende eeuw het geval te zijn. Oorspronkelijk was op deze plek een slot van de Noormannen, dat uit de twaalfde eeuw stamde. Wat we nu zien is uit de tijd dat de eerste paardjes kwamen opdraven. In de omgeving noemt men Bolsover Castle een sprookjeshuis en ik kan me daar wel wat bij voorstellen.

Het dorpje is ook heel aardig. Zo aardig zelfs dat ik vergeet dat ik ook weer terug moet en de laatste historische bus net voor mijn neus zie wegrijden. Want dat de tijd in deze Engelse streken stil is blijven staan, is vandaag toch even niet waar.

Alle inlichtingen over reizen naar Chesterfield en omgeving: Brits Verkeersbureau, tel. 020-6890002, www.visitbritain.com/nl.

Fotografie: Frank Fell e.a.