&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Eurojet
De Tower was vroeger een schier onneembare vesting.

LONDEN - Zo zie ik de Britse kroonjuwelen eindelijk ook eens een keer. De koningin heeft ze vandaag kennelijk niet nodig, want ze liggen keurig op hun vaste plek in de Londense Tower. Vroeger een schier onneembare vesting, maar nu verkopen ze er kaartjes en kan iedere toerist er ongemoeid binnenrukken. Als je maar met je tengels van de koninklijke versierselen af blijft natuurlijk.

door Nico

van der

Zwet Slotenmaker

Even overweeg ik het toch, dan zie ik er maar vanaf. Want u weet hoe het met die dingen is, geen heler wil ze hebben omdat ze veel te bekend zijn. En om ze thuis op de schoorsteenmantel te zetten, nee, daar doe ik al die moeite niet voor.

Je zou verwachten dat de kroon en toebehoren op zijn minst een duizendjarige geschiedenis achter de rug hebben, maar dat ligt anders. Natuurlijk lieten de vroegere Britse vorsten zich ook gaarne met goud en juwelen behangen. In 1649 kreeg de puriteinse staatsman Oliver Cromwell het echter voor het zeggen en hij wist het parlement zo gek te krijgen dat deze instelling koning Charles I een kopje kleiner liet maken en alle glitters voor nuttiger zaken omsmeedde of te gelde maakte. Toen de monarchie elf jaar later weer werd hersteld, moest Charles II dus weer helemaal opnieuw beginnen met een schatkamer. Er waren alleen drie zwaarden en nog wat kleingoed over.

 

Deze kroon droeg koningin Elisabeth II tijdens haar kroning in 1953.

 

Dat duurde niet lang, want de tweede Karel was zeer op zijn uiterlijk gesteld en de goudsmid kon onmiddellijk aan het werk. De huidige kroon is trouwens van nog veel recenter datum en werd speciaal gemaakt voor de kroning van George VI in 1937, waarna er voor Elizabeth II in 1953 nog het een en ander aan werd veranderd. Hoewel ik ze niet persoonlijk heb geteld moeten er 2.868 diamanten in verwerkt zijn, alsmede 17 saffieren, 11 smaragden, 5 robijnen en 273 parels. Genoeg om een ontwikkelingsland een tijdje uit de brand te helpen, zou ik zeggen, al moet je daar nooit te veel over door emmeren. Het gebeurt toch nooit

Onverslaanbaar.

Hoewel de Britten zich zoals gewoonlijk onverslaanbaar achtten, werd in de Tweede Wereldoorlog toch maar besloten alle glimmers uit de Tower te verwijderen om ze op een zeer geheime plaats op te slaan. In 1945 waren ze weer terug.

De Tower, de toren. U moet zich daarbij echter iets meer voorstellen dan het Haagse torentje waarin bij ons zoveel gewichtige besluiten worden voorbereid of genomen. De Tower is een zeer uit de kluiten gewassen verdedigingswerk, citadel, koninklijk paleis, munt en staatsgevangenis.

Vooral in laatstgenoemde hoedanigheid heeft de Tower de geschiedenis gehaald, want er rolden hier nogal wat adellijke hoofden als de beul een goede dag had. De eerste van de rij was lord William Hastings die in 1483 het loodje legde omdat hij niet geheel in de pas zou marcheren. Toen was het de beurt aan de dames, vijf in getal, onder wie Anne Boleyn (1536) en Catherine Howard (1542), de tweede en respectievelijk vijfde echtgenote van het menselijk ondier Hendrik de Achtste. Jane, de gravin van Rochford en kamerdienares van Catherine, had volgens Hendrik het overspel van zijn vrouw niet willen voorkomen of overbrieven en kwam ook op het schavot, net als nog twee adellijke dames die Hendrik in de weg zaten.

De hertog van Essex, die bij Elizabeth I in een iets te goed blaadje was komen te staan, tekende voor nummer zeven. De privé-executies in de Tower hadden ook een strategisch doel. Normaal werd men buiten de poorten van het kasteel op Tower Hill in het publiek geradbraakt of anderszins gescheefhalsd. Daar enkele van de terechtgestelden een bepaalde populariteit onder het volk genoten, achtte men het echter raadzaam de zaak achter gesloten deuren af te handelen om een volksopstand te voorkomen.

Samenzwering

Sommige gevangenen in de Tower werden met alle egards behandeld. Sir Walter Raleigh zat er liefst dertien jaar (1603-1616) wegens een vermeende samenzwering tegen koning James I. Hij had zo'n beetje de beschikking over een halve vleugel van wat op een gegeven moment de 'bloedige' toren werd genoemd. Sir Walter kwam op vrije voeten, maar zijn gedrag was daarna kennelijk niet echt verbeterd, want hij stierf tenslotte alsnog door beulshand.

Als je toch een bezoekje brengt aan de Tower mag je de Tower Bridge natuurlijk niet overslaan.

 

 

Het grootste raadsel in de geschiedenis van de Tower was de verdwijning van de 12 jaar oude prins Edward en zijn jongere broer Richard. Deze zoons van koning Edward IV werden na de dood van hun vader in 1483 in de Tower ondergebracht door hun oom Richard die zelf naar de hoogste macht streefde. In plaats dat prins Edward gekroond werd, verdwenen hij en zijn broertje plotseling en hoewel men wel kon uitrekenen wie hier achter zat kon niets worden bewezen. Zelfs toen in 1674 in een afgesloten deel van de witte toren twee kleinere skeletten werden ontdekt, kon niet worden vastgesteld of het de overblijfselen van de beide prinsjes betrof. Voor de zekerheid zijn ze echter wel in de abdij van Westminster opnieuw begraven. Ook een zelfmoord en een vergiftigingsgeval staan in de geschiedenis van het kasteel met veel vraagtekens geboekstaafd.

Misschien dat de raven het antwoord weten. Die wonen er tenslotte al meer dan 900 jaar. De vogels zijn onlosmakelijk met de burcht verbonden en het verhaal gaat dat de Engelse koningen altijd zullen heersen zolang er raven in de Tower wonen. Ze hebben hun eigen oppasser en zijn herkenbaar bij naam door de gekleurde veren aan hun poten. Ik zie er een stuk of zes en kan niet nader kennismaken, omdat de bezoekers worden gewaarschuwd niet te dicht in de buurt te komen omdat ze dan wel eens in een slecht humeur zouden kunnen raken.
En waar dat toe kan leiden hebben we aan Hendrik de Achtste gezien.

FOTO'S: BTA

Publicatiedatum = 6 mei 2000