Shetlanders hebben banden
met de Noormannen
door Nico van der Zwet Slotenmaker
LERWICK - Dat de Shetland-eilanden deel uitmaken van het Verenigd
Koninkrijk is de bewoners niet echt naar de zin. En je hoeft niet eens
naar het museum in de hoofdstad Lerwick te gaan om te weten waarom. Dit
is veel meer Scandinavië, Noorwegen. Je merkt het aan namen en gebruiken.
Tot 1468 hoorde Shetland bij de Noordse wereld en als je het de eerste
de beste man in de straat vraagt, beweert die onmiddellijk dat ze het
nooit hadden moeten veranderen. Zijn ziel ligt meer in Bergen of Stavanger
dan in Aberdeen of Edinburgh, alhoewel de afstand van 350 kilometer hemelsbreed
zo ongeveer dezelfde is.
De
ongenaakbare klippen van Orkney met daar bovenop nog eens een verdedigingstoren.
De oude band met de Noormannen vieren de Shetlanders ieder jaar op de
laatste dinsdag in januari met het Up-Helly-Aa-festival aan het eind waarvan
een vikingschip in brand wordt gestoken. Lieden die in de geschiedenis
altijd een dubbele bodem menen te zien, beweren dat dit juist betekent
dat de eilanders vroeger blij waren van het roversgespuis af te zijn,
maar zo schijnt het toch niet te liggen.
Nou ja, mopperaars en haarklovers heb je overal. En zeker op eilanden
waar iedereen pas tevreden is als hij eigen baas is. Helemaal alleen zal
Shetland de economie niet overeind kunnen houden, al doet de olie-industrie
tegenwoordig een aardige duit in de zak. Ook dat spreken de Shetlanders
overigens tegen. Maar ze hebben nu wel een volwaardig ziekenhuis en er
is een redelijk volwassen luchthaven. Bij starten en landen moeten de
auto's echter nog wel even voor het rode licht wachten. De laatste overtreder
van dit gebod bleek een medewerker van de verkeerstoren te zijn.
Vis
Vroeger was het een en al vis waarop de natie dreef. De 24.000 inwoners
op de vijftien (van de honderd) bewoonde eilanden en eilandjes konden
er mee toe en hadden aan de schapenfokkerij een leuk extraatje. Nu nog
trouwens. Er zijn 300.000 wolbeesten en zoveel ander vee dat Shetland
zich op zuivelgebied zelf kan bedruipen.
Op de Jarlshof is te zien hoe de mensen duizenden jaren geleden leefden.
Toerisme is er ook en dan vooral voor liefhebbers van heel oud. Helemaal
in het zuiden van het hoofdeiland en niet ver van het vliegveld bij Grutness
is een prehistorische nederzetting gevonden en daar is nog best wat van
over. Het heet de Jarlshof en is de laatste jaren bekroond met een modern
hotel met een man voor de deur die schapenvellen staat te verkopen.
Olieramp
Hier in de buurt, op Fithfull Head, liep in 1993 de tanker 'Briar' in
vliegende storm op de klippen en er kwam zoveel olie vrij dat zo'n beetje
alle milieuorganisaties van de wereld kwamen aangestormd om van een ramp
voor de natuur te spreken. Door de omvang kon er echter geen verdedigingsplan
worden verzonnen en moest men wel besluiten de zaak te laten zoals zij
was.
En nu, zeven jaar later, zie je er niets meer van. De 'Briar' is definitief
kopje onder gegaan, de rotsen hebben zich door de eeuwige zeegang zelf
gereinigd, de vogels lijken niet weg geweest en ook de vissen hebben weer
het rijk alleen.
Want iedere zeeman weet dat hij hier niet te dicht in de buurt moet komen
en dat wist hij allang voor de schipper van de 'Briar' uit het lood raakte.
De
Shetland-eilanden zijn kaal met af en toe een huis.
In het bezoekers- centrumpje van Sandwick (net als bij Lerwick de w niet
uitspreken) word je geleerd dat de eilanden in 1888 de grootste wonderbaarlijkste
visvangst ter wereld meemaakten. Een school van liefst 300 walvissen was
uit de koers geraakt en op het strand gespoeld. Nu zie je in zo'n geval
de plaatselijke bevolking gehuld in zwembroekjes nog wel eens pogingen
doen de stomme dieren in hun element terug te drijven, maar toen was iedere
lepel levertraan er één en de Shetlanders kregen al visioenen
van voorraden voor de vele winters. De landeigenaren, net als destijds
in Ierland meestal van het vasteland komende Britten, die van hun vorst
wegens krijgsverrichtingen een stuk land cadeau hadden gekregen en dat
schunnig uitbuitten, wezen er echter op dat de vissen op hun terreinen
waren aangespoeld en dat de vissers er dus geen enkel recht op hadden.
Toen heeft het wel even gedaverd op de eilanden. Het werd bijna moord
en doodslag en ten slotte moest de rechter in Edinburgh het verlossende
woord spreken. Ten gunste van de vissers trouwens en tot de dag vandaag
wordt deze beslissing gezien als een bewijs dat de rechtspraak in de grote
hoofdstad in ieder geval deugt, ook al hadden ze in Oslo natuurlijk ook
gelijk gekregen.
Nederzetting
De
Shetland-pony's hebben over de hele wereld een uitstekende naam.
Ook op de Orkney-eilanden woonden duizenden jaren geleden al mensen.
Hoewel dichter bij Schotland, zijn ook hier de Noorse invloeden onmiskenbaar.
Kern van de vroegere bewoning is Skara Brae, een 4000 jaar oude nederzetting
die eeuwen onder het zand bedolven heeft gelegen en nog niet zo lang geleden
plotseling tevoorschijn is gewaaid. Straten, huizen en het marktplein
zijn allemaal nog goed herkenbaar.
Bij Stenless is een uit de bronstijd stammende stenen cirkel te zien.
Van deze 'Ring of Borgar' zijn nog 27 monolieten overgebleven. Er zijn
ook kleinere cirkels, veel grafheuvels en in de grond uitgehakte woninkjes
uit het begin van onze jaartelling. En hoewel grafschenners en andere
rovers fors hun slag hebben geslagen loop je op Orkney ieder moment van
de dag tussen zeer herkenbare monumenten van een rijk verleden.
Ook
wat recentelijker kwamen de eilanden van Orkney in het nieuws. Na het
beëindigen van de Eerste Wereldoorlog kwam in de baai van Scapa Flow
een groot deel van de Duitse oorlogsvloot aan. Die hoefden de Britten
niet te vernietigen. De Duitsers deden het zelf. In 1939 kwamen ze onverhoeds
voor meer sloopwerk terug. Ze brachten het slagschip 'Royal Oak' tot zinken
en 833 mannen gingen naar de kelder. De plaats is tot oorlogskerkhof uitgeroepen
en niemand mag hier ooit spelevaren of een visnetje uitwerpen.Althans,
de olietanks van de 'Royak Oak' beginnen na zestig jaar door te rotten
en te lekken. Het water vervuilt en de Britse regering staat nu voor het
dilemma van laten rusten of toch opruimen.
Het zal het eerste wel worden. Grafrust is heilig en in het geval van
de 'Briar' op Shetland is wel bewezen dat de natuur op eigen houtje ook
wel orde op zaken kan stellen. Hoezeer wij ook het tegendeel proberen.
Publicatiedatum = 12 februari 2000
|