Eurojet

Brest maakt zich op voor Sail 2000

door M. R. Ziegler

BREST - Het specialiteiten-restaurant Maison de l'Océan in Brest (de westpunt van het Franse Bretagne) zat op 'n zaterdagavond vol. Niet alleen waren alle stoelen bezet, ook de oppervlakte van de tafels was ingenomen door borden, bestek, kommetjes, flessen wijn maar voornamelijk door enorme plateaux rijk gevuld met oog en maag strelende fruits de mer, schaal en schelpdieren uit zee. "Het is altijd druk", sprak mijn vriendelijke gastheer, de VVV-directeur Marc Doria. "Het eten is hier heel goed maar misschien ook omdat dit hier het enige restaurant is met uitzicht op de haven en baai".

Historisch hart uit stad verdwenen

Langs de woeste rotsachtige en gevaarlijke kust staan overal vuurtorens. Dit is de beroemde van St. Mathieu. Aan de voet ervan staan alleen de muren van een klooster en kerk nog overeind.

Marc Doria sloeg met deze laatste constatering mogelijk ongewild en onbewust de spijker op z'n kop. Wat is het geval? Hij en de gemeenteraad, gestuurd door de actieve socialistische burgemeester Pierre Maille, al bezig aan zijn derde ambtsperiode, willen het toerisme in Brest en omgeving een steuntje in de rug geven. Dat willen meer steden en streken wel. Maar Brest begint vanuit een enorme underdog-positie en dan wordt het extra hard knokken.

Puin

Brest, een van de grotere Franse havensteden, heeft de wind niet in de zeilen gehad. Tijdens de tweede wereldoorlog werd het bijna totaal plat gebombardeerd. Negentig procent van de huizen en gebouwen lag in puin. Gedurende de herbouw werden in de begrijpelijke haast architectonische hoogstandjes de pas afgesneden. Resultaat was, en is nog, grijze saaie, sfeerloze huizen, gebouwen en straten; een stad met een uitgerukt historische hart. Het lijkt erop dat de Fransen, in het algemeen best met een verfijnde en intelligente smaak geboren, hier de plank mis sloegen en toentertijd een soort communistische bouwmeesters in de arm hebben genomen.

De tweede klap was, evenals in ons land, onder druk van de lage-lonen-landen, de teloorgang van de ooit bloeiende scheepsbouw en -reparatie waardoor de werkeloosheid behoorlijk toenam. De derde meer recente klap, aanleiding voor de bestuurders van Brest het toeristische wapen ter hand te nemen, waren de militaire bezuinigingen die de meeste Europese landen zich de laatste jaren opleggen. Brest, met Toulon, de grootste Franse marinebasis, moest op dit gebied ook de buikriem flink aanhalen. Minder oorlogsbodems in de havens, minder 'Jantjes' op straat, maar de nucleaire onderzeeërs blijven er wel, aan het oog onttrokken en in de rotsen verscholen, dobberen.

Troeven

Toch zit Brest, tevens universiteitsstad, niet met de handen in het haar en weet enige sterke troeven op tafel te leggen. Die zijn bijna alle maritiem van aard. Dat ligt voor de hand aangezien Brest aan een schitterend soort binnenzee, een weidse baai, ligt, de Rade (rede van) de Brest zelfs met hier en daar wat zandstranden, waar velerlei soorten watersporten zich als een vis in het - veilige - (zee)water voelen. Dat doen ook andere zoals het instituut voor onderzoek van oceanen en zeeën, dat 60 à 70 procent van het totale wereld-research voor zijn rekening neemt. Daaraan gelieerd is het museum Océanopolis (meer dan 300.000 bezoekers per jaar), een educatief centrum voor het leven onder zee. Voor het volgend jaar staat een kapitale uitbreiding op stapel.

Dit museum met tal van schitterende aquaria moet komend voorjaar klaar zijn, in ieder geval vóór 13 juli 2000 wanneer in Brest (t/m 17e) op de rede een van de mooiste en omvangrijkste Sails ter wereld wordt gevaren. Vier jaar geleden kwamen rond 2600 schepen uit 30 landen opdagen om aan te meren langs totaal 8 kilometer lange kades, waarbij ook, bij wijze van uitzondering, die van de marine werden ingezet. Om naar al dat scheepsvertoon te kijken - vaak vanaf de rotsen, een panoramisch overzicht - kwamen er 1,2 miljoen bezoekers over de vloer. Scheepsvolk en bezoekers werden voorts onthaald door een grote variéteit aan amusement, muziek, dans en straattheater, kortom één immens feest.

Millennium

Sail Brest is het volgend jaar door de Franse regering uitgeroepen tot een van de Franse top-evenementen van het millennium. Vorig jaar leverde het evenement dit plaatje op. De rotsen fungeren als tribunes.

Het volgend jaar worden meer schepen, zo'n 3000 en nog meer bezoekers verwacht. De Franse staat heeft deze Sail in Brest uitgeroepen tot een van de nationale millennium-evenementen. Voor het zover is, komt er nog heel wat kijken, want Brest is toeristisch gezien bij lange na nog niet zover ontwikkeld om die honderdduizenden te huisvesten. De stad beschikt slechts over 1400 hotelbedden, dus komen particuliere adressen en pensionsop ongekende schaal aan bod. En wat te denken van een paar honderdduizend parkeerplaatsen...? Brest wordt wel bediend door de TGV, maar moet het traject Rennes-Brest nog op een slakkengangetje rijden. Parijs-Brest op één dag, vergeet het maar. Air France met goed gevulde vliegtuigen van en naar Parijs en Toulon kijkt handenwrijvend toe. Toch vormen krachtproeven als Sail 2000 - een aantal wegen naar de havenstad wordt verbreed - intensieve vingeroefeningen voor volgende grote evenementen als de olympische watersport-spelen in 2004.

Maar een stad als Brest kan niet drijven op een groot evenement eens in de zoveel jaar. Zo'n stad moet permanent op attracties leunen, zoals op het genoemde Océanopolis (niet het enige in Frankrijk; er zijn er ook in Boulogne, La Rochelle en Monaco) dat met 3D-bioscoop en twee enorme 'natuurgetrouwe' aquaria wordt uitgebreid waarin o.m dolfijnen en zeehonden komen te zwemmen. Daarmee mag, volgens de Franse wetten, niet worden 'gespeeld' zoals bij ons in het Dolfinarium. Océanopolis ligt naast de grootste jachthaven met 'tout confort' waar veel plaats is voor passanten. Wat hoger op is het 'Botanisch Conservatorium' gevestigd waar, vaak onder 12.000 m2 glas de meest uitzonderlijke, veelal tropische, flora groeit.

Pronkstukken

Het oude chateau van Brest was zo stevig gebouwd dat bombardementen tijdens de laatste Wereldoorlog er nauwelijks vat op hadden. Het is de trots ven Brest, herinnerend aan vroegere jaren. Hier tijdens Sail met op de voorgrond een prachtige drie-master.

Tot de pronkstukken in Brest die de moeite waard zijn, behoort het kasteel uit de 17e eeuw uitkijkend op de 'rade' en het marine etablissement, opgetrokken op de restanten van een gallo-romeins fort uit de 3e eeuw. De muren van het bouwwerk zijn zo dik dat ze de bombardementen uit de laatste wereldoorlog doorstonden. Het is een van de weinige overblijfselen van het oude, historische Brest, waarin een marine-museum is gevestigd. Oude en nieuwe scheepsmodellen, kunstig gesneden grote houten boegbeelden, instrumenten, gebruiksgoederen en prachtige schilderijen die de Franse scheepvaart en marine bewieroken. Een enkel doek geeft een indruk hoe mooi en historisch Brest er vroeger, voor de oorlog, uitzag.

In dit strakke, groene land met bijna uniforme witte huizen, voel je overal de aanwezigheid van de omarmende zee. De Bretonse rotskusten zijn spectaculair, indrukwekkend. Bovenop een rots soms een stoer fort, zoals dat van Berheaume in Plougonvelin. Wat verderop Point Saint-Mathieu waarvan ze daar zeggen dat dit het meeste westelijke punt van het Europese vasteland is. Maar Cabo da Roca, ter hoogte van het Portugese Sintra steekt een eind verder zee in.

Eiland

Wie daar zin in heeft en graag een tochtje op de woelige oceaan maakt, stapt in Brest op het pontje naar Ouessant, het meest westelijke Franse eiland. Dat pontje van Penn ar Bed is overigens een stevige boot die zo'n kleine twee uur door de golven klieft. Op het eiland, 30 bij 15 kilometer, wonen wat minder dan 1000 mensen, die zo'n 350 auto's bezitten. Maar fietsen is het devies, vooral voor bezoekers die er wel duizend kunnen huren. Witte huisjes met blauwe deuren en kozijnen is traditie naar het voorbeeld van Portugal en Noord Afrika. Traditioneel is eveneens het permanent vrouwenoverschot. Vroeger waren de bewoners zeevarenden die vroegtijdig een zeemansgraf kregen opgedrongen of botweg in een ander land een ander lief tegenkwamen, zodat moeders met koters alleen op het eiland achter bleef.

Op Ouessant is het fantastisch fietsen in de rust van het vlakke groen, dat door de altijd heersende wind 'kort' wordt gehouden. Bomen zie je er niet. Voor bevolking en toeristen worden enige gezellige café's intact gehouden waar een stevige 'pot' wordt gekookt. Een soort hutspot, niet met klapstuk, doch met schapenvlees, heel lang zachtjes op een houtvuur bereidt. Daarmee kom je de winter wel door. Zelfs op Ouessant! Ze bezitten er ook een museum en wat denk je dat ze uitstallen...? Vuurtorens en betonningen, voor wie van zee en varen houdt best interessant.

Foto's: VVV Brest

Publicatiedatum = 23 oktober 1999

terug Frankrijk-intro