Montpellier is gek op water

door Nico van der Zwet Slotenmaker

MONTPELLIER - Montpellier is gek op water. Natuurlijk tappen de talrijke horeca-gelegenheden voornamelijk uit geheel andere vaatjes en er is zelfs een restaurant dat door de bekende gids met drie sterren is bekroond. Niet dat het mij veel zegt trouwens. Het verband tussen een bandenfabriek en het aanprijzen van een speciale hap heb ik nooit kunnen leggen. Of het zou draadjesvlees moeten zijn. In die drie-sterren-tent zal wel weinig leidingwater worden genuttigd en daarmee is de traditie niet gediend.

De St. Pierre is het enige godshuis van de stad dat de godsdienstrellen van de zestiende eeuw voor een deel overleefde.

Want de geschiedenis van de stad is gebaseerd op de vloeistof die in de volksmond ook wel als 'gemeentepils' over de tong gaat. Bij de vestiging van Montpellier was er een groot tekort aan. Dat was een foutje natuurlijk, want in vroeger dagen werd er geen kasteel gebouwd of het moest zo'n beetje boven een bron zijn en als je grotere plannen had moest je er zelfs meerdere hebben. Nu gold voor de oorspronkelijke bewoners van het beginnende Montpellier een goed excuus. Ze waren met harde hand van huis en haard verdreven en hadden geen tijd gekregen om eerst eens duidelijk om zich heen te kijken voor ze hun nieuwe optrekjes bouwden.

Ze kwamen van het nabijgelegen Maguelone, een soort eilandstadje dat zo'n grote strategische waarde had dat er voortdurend om geknokt werd. De Moren hadden het lange tijd in handen en toen Karel Martel ze in 737 verjoeg, maakte hij de hele nederzetting onleefbaar door alles met de grond gelijk te schoffelen, inclusief de kerk. Dat was misschien een goede voorzorgsmaatregel, maar de Magueloniërs waren wel hun huis kwijt. Ze vestigden zich in de heuvels waar nu Montpellier is. Handelslieden van huis-uit begonnen ze via de haven van Lattes weer zaken te doen en de stad groeide met de dag.

Er was echter onvoldoende water voor zo'n grote gemeenschap en daarom werd van de negen kilometer verder gelegen bron van St. Clément een aquaduct aangelegd en een waterreservoir (Château d'Eau) gebouwd. Van die waterleiding is nog 880 meter over. Hij verrijst op 22 meter van de grond en wordt vanwege de dubbele bogen 'Les Arceaux' genoemd. Een indrukwekkend staaltje bouwkunst dat vandaag de dag natuurlijk niet meer nodig is, maar dat de Montpelliers in die tijd behoorlijk uit de brand hielp. Het Château d'Eau staat er ook nog en vormt de blikvanger van de Promenade du Peyrou, een parkachtig geheel dat op korte afstand van het stadscentrum de rustigste plek van die stad is. In het midden staat een reusachtig standbeeld van Lodewijk XIV te paard. Op de sokkel ligt als ik langs kom een oude man te slapen. Als ik de gelaatstrekken vergelijk, kan het geen familie van Louis zijn.

Van het aquaduct van St. Clément is nog 880 meter over. Vroeger was de lengte van de waterleiding negen kilometer.

De vijver bij het waterreservoir moet nodig eens schoongemaakt worden. Nu stinkt het er. Daar hadden de inwoners van Montpellier destijds geen mond aangezet, dat is wel zeker.

We hebben er vandaag een muziekje bij in de vorm van een saxofoon-speler die het nog moet leren en dan ook niet de brutaliteit heeft een bedelnap neer te zetten of op een andere wijze te collecteren. Als hij even pauze neemt, knoop ik een gesprekje met hem aan en het is zoals ik al had vermoed. Een student op kamers die van zijn hospita en andere bewoners niet thuis mag oefenen. Dus zit hij dan maar hier. Met slecht weer is hij kansloos. Dan loopt hij een trainingsachterstand op.

De aan Lodewijk XIV gewijde poort waardoor je het centrum van Montpellier betreedt.

Net buiten het park moet je onder een triomfboog door om in de oude stad te geraken. Op de erepoort zijn de heldendaden van Lodewijk XIV vereeuwigd. Een standbeeld was zeker nog niet genoeg. Er staat volgens mijn gids: 'Lodewijk de Grote, die 72 jaar regeerde, brak, overwon en onderwierp in veertig jaar oorlog de volkeren en dwong ze in 1715 de vrede op het land en ter zee af'. Dat woordje 'dwong' doet het hem. Iedere oorlog heeft de vrede tot doel. Dat zeggen de opperbevelhebbers tenminste. Aan de soldaat en de burger wordt niets gevraagd. Bij de poort staat ook een soort wachthuisje met dik betraliede vensters. Zeker voor de lieden die geen fans van de Zonnekoning waren.

In de Rue de la Logge is de bloemenmarkt. Dat is feestelijk en kleurig en ziet er prima uit. Dat geld eigenlijk voor geheel Montpellier dat een aangeharkte indruk maakt. Zeker voor iemand als ik die net een paar dagen door Marseille heeft gezworven. Het autoverkeer is zwaar aan banden gelegd (niet die banden van die ene firma trouwens) en de voetgangers genieten de voorkeur. Waar wel in blik mag worden gereden is eenrichtingsverkeer dat je inderdaad tot wanhoop kan brengen. Of tot inkeer natuurlijk en dan laat je je auto thuis. Zo groot is Montpellier trouwens niet, alles is gemakkelijk te bewandelen.

Mooie winkels ook. Ik tref een Nantucket-store met uiteraard sport- en scheepskledij. Ik moet nodig 'Moby Dick' weer eens lezen. Dat had dan gekund in de pub er schuin tegenover. Naast deze veel misbruikte Britse term om een oprecht dorsthuis een naam te geven staat echter 'Salon de thé' op de ruit en dan weet je het verder wel.

Naast de Promenade du Peyrou is er ook rust te vinden op de Esplanade Charles de Gaulle. Een goede 500 meter lang en beplant met platanen. Bij een beetje goed weer zijn alle bankjes bezet. Oude stadsmuren zijn er niet veel meer in Montpellier. Ook aan de kerken is veel gesloopt. Het enige godshuis dat de 16de-eeuwse godsdiensttwisten overleefde, is de St. Pierre en ook dat geldt slechts het 15de-eeuwse portiek en een klokkentoren.

Het waterkasteel (Château d'Eau) op de Promenade du Peyrou.

De Place de la Comédie mag in geen geval worden overgeslagen. Van een van de vele terrasjes kun je onder meer blikken slaan op de prachtige fontein 'De Drie Gratiën', ook wel l'Oeuf (het ei) genoemd. Daar schijnt het geheel op te lijken, al zie ik het natuurlijk weer eens niet.

Place de la Comédie is versierd met een prachtige fontein. Hier zijn de leukste terrassen.

Als u toch met de auto bent gegaan en het in Montpellier wat moeilijk manoeuvreren vindt, zijn er buiten de stad ook leuke dingen te zien. Maguelone is drie eeuwen na de verwoesting van 737 weer prachtig opgebouwd en dus toch duizend jaar oud en dan hebben we verder aan de kust natuurlijk de vissersplaats Sète die voor een deel als een aap aan een rots hangt. Al wandelend moet er veel geklommen worden en dat maakt dorstig.

Maar ook in Sète hebben ze water.

Publicatiedatum = 9 mei 1998

terug Frankrijk-intro