Varen op de Baïse:

Sluisje in, sluisje uit

door Luud Peters

NERÁC - Vanuit de Pyreneeën stroomt een klein riviertje Frankrijk binnen: de Baïse. Het water ziet er een beetje viezig uit, omdat zwevende deeltjes kleigrond het geelbruin van kleur maken. Soms stroomt het onder kruinen van bomen door, soms door open terrein. Het riviertje passeert kastelen, ommuurde stadjes, pittoresque dorpjes, watermolens en kapelletjes.

Deze schipper voelt zich koning in Frankrijk.

Een boer in de omgeving van Nerác ontdekte niet zo lang geleden de toeristische mogelijkheden van de Baïse. Omdat zijn inkomsten uit de landbouw jaar in, jaar uit terugliepen, was hij op zoek gegaan naar een andere bron. Hij kocht van zijn spaargeld een klein bootje om dat aan toeristen te verhuren. Het bleek een aantrekkelijke bijverdienste op te leveren. Na korte tijd kon hij een tweede bootje kopen en momenteel heeft hij een 'living' aan het verhuren van jachten aan vakantiegangers. Ook andere ondernemers in de streek hebben zich op het watertoerisme gestort.

Water is een van de meest originele manieren om het land en de mensen te leren kennen. Haast moet je niet hebben, en op de Baïse helemaal niet, want in het smalle riviertje liggen tal van sluisjes, die de hoogteverschillen overbruggen. De Baïse is bevaarbaar over ongeveer 45 km en op deze afstand bevinden zich 16 sluisjes.

De sluizen werken geheel automatisch. De schipper krijgt een soort sleutel mee, waarmee het mechanisme in werking kan worden gesteld. Als de sluisdeur open is, kan het jacht naar binnen varen. Eenmaal binnen, gaat de deur dicht en neemt het water in de sluis de nieuwe waterstand aan. Is het peil binnen en buiten de sluis gelijk, dan gaat de andere deur open en kan het jacht verder varen. Meer dan twee motorjachten kunnen niet in één keer worden geschut. Op het instrumentenpaneel, waarin de sleutel moet worden gestoken, zit een rode veiligheidsknop. Als erop wordt gedrukt, stopt de schutprocedure. Gemakkelijk, als je schip tussen de sluisdeuren terecht dreigt te komen.

Deze vakantiegangers op de kade van Vianne moeten nog aan hun vaartocht op de Baïse beginnen.

Ook vakantiegangers die nog nooit hebben gevaren, krijgen een huurboot mee. Een vaarbewijs of iets dergelijks is niet vereist. De adspirant-schipper wordt tevoren wel even wegwijs gemaakt, zoals met betrekking tot de bediening van de motor en het scheepstoilet. Ook zal de verhuurder tips voor energiegebruik geven om te voorkomen, dat de accu's uitgeput raken en de motor niet meer start. Tenslotte wordt het 'nemen' van een sluis besproken. Daarna krijgen schipper en bemanning groen licht om er met een snelheid van 6 à 8 kilometer per uur vandoor te gaan. Hebben zij genoeg van het varen? Geen nood. Op talloze plaatsen kan worden afgemeerd.

Een huurboot is ingericht als een klein vakantiehuisje. Elk schip beschikt over een salon, keukentje, douche, toilet en bedden voor twee tot twaalf personen. Aan dek is meer dan genoeg plaats voor de opvarenden om te genieten van het uitzicht. Er kan voor verschillende types jachten worden gekozen. Prijzen zijn afhankelijk van de grootte van de boot en het seizoen waarin wordt gevaren. Op veel boten staan fietsen. Diverse verhuurders bieden namelijk rijwielen aan als optie. Daarmee kunnen de vakantiegangers peddelen naar een bezienswaardigheid of winkeltje om scheepskost in te slaan.

Twee vrouwen aan het werk in een sluis. Om te voorkomen dat de boot een speelbal wordt van het instromende water moet zij worden vastgehouden.

Binnen fietsbereik is ook altijd wel een uitspanning te vinden waar locale lekkernijen worden opgediend, zoals de zaak van Joel Duffau. Vroeger werkte de man als afdelingsdirecteur in het befaamde Ritz-hotel in Parijs. Hij verdiende goed, genoot aanzien en kwam in contact met beroemdheden. Maar het opgefokte, drukke leven in de hoofdstad gaf hem weinig voldoening. Hij kreeg heimwee naar zijn geboortestreek, waar hij een stukje bosgrond bezat, nagelaten door zijn vader. Een streekgenoot, die als kok eveneens in het Ritz werkte, hoorde van Duffau's gemoedsgesteldheid. Samen broedden zij een plannetje uit, namen ontslag en begonnen onder de naam 'Les deux Gourmands' een restaurant in Peyriac.

En wat zij niet hadden verwacht, gebeurde. Het restaurant, gelegen in een uithoek, liep meteen als een trein. Duffau: "Nu heb ik wéér geen vrije tijd. En dat was helemaal niet de bedoeling, want ik wilde het juist rustiger aan gaan doen. Maar toch is het anders dan in Parijs, want hier hoor ik thuis."

Hoewel de Baïse nauwelijks nog voor commercieel transport wordt gebruikt vanwege de genadeloze concurrentie van spoor- en wegvervoer, is de herinnering aan de schippers van vroeger nog springlevend. Het leven van een beroepsschipper was hard, zeker in de tijd dat vrachtbootjes nog geen motor hadden en met de hand moesten worden voortgeduwd en -getrokken. Ook het lossen gebeurde met mankracht. Het weinige geld moest in korte tijd worden verdiend. In perioden van economische crisis, van extreem hoog of laag water of als er onderhoud aan de sluizen moest worden gepleegd, waren de wachttijden bijna eindeloos. Het schipperen was ook gevaarlijk. Regelmatig verdronken schippers als zij in het water terecht kwamen, bijvoorbeeld bij botsingen. Gek genoeg was bijna geen schipper de zwemkunst meester.

Nog steeds is de Baïse-streek arm. Het toerisme ontplooit zich weliswaar, maar de ontvolking van kleine dorpjes is nog niet tot staan gebracht. Jongelui trekken naar steden als Parijs, Bordeau en Toulouse om werk te vinden. De ambachtelijke, kleinschalige landbouw van hun ouders kan het niet opnemen tegen de groot-industriele wijze waarop op andere plaatsen landbouw wordt bedreven.

De overheid probeert het tij te keren door het toerisme te stimuleren. Voorbeeld daarvan is de restauratie van historische panden. Als vervallen gebouwen worden opgeknapt, worden de dorpjes weer aantrekkelijk voor vakantiegangers en komt er opnieuw leven in de brouwerij. Van de dertiende-eeuwse watermolen van Poudenas bijvoorbeeld was slechts een ruïne over. Met veel liefde is er nu een herberg van gemaakt: La belle Gascogne. Wat nog restte uit het verleden is gerestaureerd. In de eetzaal liggen de molenstenen, waarmee het graan werd vermalen, en door een glazen plaat kun je het water onder het gebouw door zien stromen. Buitenlanders die in de streek een krakkemikkig, maar idyllisch bouwsel willen kopen om er een fraaie eerste of tweede woning van te maken, worden met open armen ontvangen.

Zomaar een huis aan het water.

Het varen behoeft overigens niet te worden beperkt tot de Baïse. Afstandvreters staan honderden kilometers vaarweg beschikbaar. In het stroomgebied van de Baïse, tussen Toulouse en Bordeaux, komen diverse rivieren en kanalen bij elkaar, zoals de Garonne, Lot, Dordogne en het Zijkanaal van de Garonne. Als de vakantieganger er de tijd voor neemt, kan hij vanaf de Middellandse Zee zelfs dwars door Frankrijk naar de Atlantische Oceaan varen.

Publicatiedatum = 15 november 1997

terug Frankrijk-intro