&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Corsica: 'Ile de Beauté'

door Patrick Loonen

AJACCIO - Overal op dit eiland in de Middellandse Zee staat zijn bonkige gestalte. Als helfdhaftig beeld op de pleintjes van hoofdstad Ajaccio, maar ook als aan-en-uitkleedpopje in de vele toeristenshops. Alsof het eiland zelf niet genoeg te bieden heeft, loopt Corsica flink te koop met zijn zoon, keizer Napoleon Bonaparte.

Bezoekers worden bestookt met al wat aan Napoleon herinnert en hem - ook al was het maar de eerste 7 jaar van zijn leven - met Corsica verbindt. Zijn geboortehuis werd museum, de grot waar hij krijgertje speelde een bezienswaardigheid en zelfs in de kerk waar moeder Bonaparte haar eerste weeën kreeg, verdringen de bezoekers elkaar.

Door die Napoleon-manie zou je het bijna vergeten. Maar Corsica is méér dan de plek waar op 15 augustus 1769 het epos begon van de wereldberoemde Franse dwingeland. La Corse wordt niet voor niets het 'Ile de Beauté' genoemd: Het 'eiland van schoonheid'.

Chauffeur Luc weet in ieder geval precies waar al die pracht te vinden is. In zijn bergen laat hij de bus telkens toeterend het hoekje omgaan. Zo waarschuwt hij zijn tegenliggers om vrij baan te maken op de smalle bergwegen. Maar dat is niet waarom de rit van Ajaccio naar Piana, aan de westkust, zo imponerend is. Dat is het uitzicht. Na iedere haarspeldbocht wacht een nieuw panorama. Met enige fantasie, en dat is het bijzondere, zijn in de grillige rotsformaties allerlei figuren te herkennen een hart, een gezicht, een hond, een adelaar. Luc, apetrots op zijn land, zou het liefst overal stoppen om uitleg te geven.


Het eigen gezicht van Corsica.

Maar het Corsicaanse natuurschoon spreekt eigenlijk voor zich. Het is vooral de variatie die zo opvalt. De woeste kust in het westen met zijn bossen en bergtoppen (Monte Cinto, 2710 meter) en de stranden in het noorden en oosten, geven het altijd groene eiland een enorm contrast èn, daardoor, een geheel eigen gezicht.

Grande Randonnée

Een derde deel van Corsica is beschermd natuurgebied. Steenbokken, koningsarenden, zeldzame planten en bloemen die een karakteristieke etherische lucht verspreiden, komen er voor. Een speciaal wandelpad de Grande Randonnée no.20 loopt door het gebergte. Mountainbikers kunnen er hun borst natmaken. Alleen maar luieren op je rug is er overigens ook heel goed mogelijk. De zandstranden (dat van Santa-Guilia is prachtig) aan de 1000 kilometer lange kust zijn wit en de zee blauw.

Woordvoerder Rob Admiraal van touroperator Arke zegt dat Corsica toch eigenlijk niet het juiste oord is voor het massa-publiek dat doorgaans de mediterrane eilanden overspoelt. In ieder geval gokt Arke met deze bestemming op de "meer individueel ingestelde reiziger". Aanrader is een rondrit, met of zonder hotels, per auto, camper of motor. Vanaf Schiphol gaat rechtstreeks een wekelijkse Transavia-charter.

Op toeristen zitten de Corsicanen te springen. De 250.000 koppen tellende bevolking van het eiland in oppervlakte een kwart van Nederland wordt in de zomermaanden vervijfvoudigd. Meest Fransen uiteraard en Italianen, want Italië ligt vlakbij. Het aantal Nederlanders is, zeker de afgelopen jaren, zo goed als te verwaarlozen.

Een halfvolle bus met inzittenden uit dat land baart dan ook opzien in het kleine bergdorpje in het binnenland. Behalve bij twee oude mannen met verweerde gezichten, die zich door de pauzerende groep laten bewonderen als ware zij grote beroemdheden. De twee portretten maken zich niet druk; voor een pastis in de bar-tabac is het toch nog veel te vroeg. Liever koesteren zij zich in de zon en in de belangstelling.

"Het gaat hier allemaal wat langzamer," zegt Sylvia, onze Nederlandse gids die met een Corsicaan is getrouwd. "Ieder heeft zijn eigen tempo, en niemand die zich hier van een ander al te veel aantrekt." Trots en weerbarstigheid, dat zijn de kenmerken van het volk.

'Buitenlanders'

Met de Fransen van het vasteland, die hier als 'buitenlanders' worden beschouwd, hebben de Corsicanen daarom niet al te veel op. Sterker nog, de wil om zich van het moederland los te maken is groot. Het eiland is in toenemende mate het toneel van aanslagen van de licht ontvlambare afscheidingsbeweging.

De goede naam die Corsica niettemin verdient, dankt het aan zijn twee verschillende gezichten. Het eiland is Frans, maar de Italiaanse invloeden zijn groot. Vijf eeuwen lang behoorde het eiland tot stadstaat Genua. De overgebleven bouwsels, het dialect en de namen van plaatsen en straten herinneren daar nog aan. Ook in de ietwat boertige, typische keuken komt de mengelmoes terug.

In het pittoreske haventje van Ajaccio is een visserman op leeftijd vanochtend bezig om zijn maaltje te verzamelen. Hij houdt het op de langouste waarvan hij geduldig de scharen uit de nylon mazen peutert. Het prachtblauwe water rondom zijn bootje herbergt één en al leven. Kleine vissen schieten in scholen onder de vaartuigjes door. En wéér is het Napoleon die hooghartig en onbewogen toekijkt vanaf zijn sokkel aan de kade.In de basiliek even verderop hangen zijn afscheidswoorden in marmer gebeiteld. Zijn laatste wens houdt in zijn lichaam naar deze plek, zijn geliefde Corsica, over te brengen.

Dat de Corsicanen nu voor een bezoek aan de tombe van de beminde Zoon van Eer naar Parijs moeten, gaat de meesten te ver. De stugge inwoners hebben er helemaal geen behoefte aan hun eiland te verlaten. Liefst blijven ze in het eigen geboortedorp, waar vertrouwde waarden en normen heersen en de Corsicaanse tradities in ere worden gehouden.

Die zijn er genoeg. In Sartène bijvoorbeeld, een plaatsje in het zuidwesten, laten ze op Goede Vrijdag een met een rode kap bedekte 'zondaar' boete doen. Tijdens de processie moet de onbekende (de biechtvader wijst aan wie de klos is) met een houten kruis op de rug en ketenen aan de enkels de straten door, waarbij toeschouwers de ongelukkige uit alle macht met rotte eieren bekogelen.

Ook de 'École de Chant' van directeur/voorzanger Jean-Paul Poletti repeteert hier in Sartène. De zoete à-capella-klanken zijn in tegenspraak tot het wrede volksritueel. Het zijn verhalen van het harde leven, de pracht van het eiland en bovenal de vergaande liefde voor God die hier bezongen worden.

Kogelgaten

Buiten de kerk gelden andere wetten. De macho-achtige Corsicaan is een natuurmens die van stropen houdt, de regels aan zijn laars lapt en steevast een illegaal wapen in de kast heeft. Iemand die een broertje dood heeft aan bemoeienis van buitenaf en zich daarom uitleeft op de verkeersborden op het eiland. Die vertonen stuk voor stuk grote kogelgaten. De verkeersborden zijn het symbool van al die regeltjes van de Franse staat, zo wil het volksgeloof, en een geliefd doelwit om er de Slag bij Waterloo nog eens dunnetjes op over te doen.

Voor de toerist die zich niet bekommert om politieke besognes op het eiland, lijkt het stadje Bonifacio een schot in de roos. Vanaf de hoge citadel, op het zuidelijkste puntje van het eiland, is er een prachtig uitzicht. Van hieruit ook vertrekken snelle boten (vedettes) voor een spectaculair tochtje over zee.

De schipper van de vedette Rocca speelt Vivaldi's Vier Jaargetijden over de speakers. Het volume van de muziek gaat gelijk op met het gebrul van de motoren die voorkomen dat de boot tegen de rotsen wordt gekwakt. We moeten omhoog kijken en iets herkennen in de uitgehouwen steenpartij. ,,Le chapeau de Napoléon... (de steek van Napoleon)'', deelt hij via de microfoon met een brede grijns mee... Corsica is een beetje gek, Napoleon-gek.

Corsica biedt alles voor een actieve vakantie, maar ook voor een strandvakantie. Rondreizen (fly-drive met auto, camper of motor) over het eiland zijn mogelijk. Appartementencomplexen en hotels zijn er in overvloed. Corsica ligt op twee uur vliegen van Amsterdam. De prijzen beginnen vanaf ƒ675 per persoon per week voor een Arke-arrangement met appartement en Transavia-vliegreis.

Voor meer informatie: Arke, Postbus 365, 7500 AJ Enschede, 053-4880880 en Transavia, Postbus 7777, 1118 ZM Schiphol, 020-6046515.

Publicatiedatum = 25 mei 1996

terug Frankrijk-intro