Telegraaf-iDe krantLaatste nieuwsSportflitsenDFTDigiNieuws

zaterdag 4 augustus 2001  

 R E I S W E R E L D 

 

PLACE DES VOSGES

Oase voor verliefde paartjes

door Pieter Nijdam

PARIJS - Niet de jachtige verkeerspleinen Place de la Concorde of Place Charles de Gaulle aan de uiteinden van de Champs Élysées. Niet het verloederde Place Pigalle aan de voet van de Montmartre. Voor Parijzenaars is er maar een écht plein: Place des Vosges in de Marais.

Al vierhonderd jaar is Parijs' oudste plein de favoriete plek om te relaxen. Op zonnige dagen liggen verliefde stellen in het gras. Aan de rand spelen oude mannen pétanque (jeu de boules). Met name op zondag laten ouders er hun kinderen uit. Een schrale troost voor de jongste bewoners van de Lichtstad, die doorgaans tweehoog achter wonen in een te krappe behuizing.

Heerlijk niets doen op het Place des Vosges. EIGEN FOTO

Het was de Franse koning Henri IV die in 1605 besloot tot de aanleg van een eerste open ruimte in de hoofdstad. Hij moest daarvoor wel een moeras (marais) droogleggen. Het vierkante plein, omringd door 39 statige huizen van rood baksteen boven op arcaden, werd gebouwd volgens de visie van Catherina de Medici.

Bij gebrek aan rode bakstenen en metselaars werden de muren van de stadspaleisjes echter met hout en pleisterwerk opgetrokken en vervolgens in een rood baksteenpatroon geschilderd.

Dat mocht de pret niet drukken, want in 1612 werd het vierkante plein feestelijk ingewijd ter gelegenheid van het huwelijk van de aanstaande koning Lodewijk XIII met Anna van Oostenrijk. In een vooruitziende blik op de samenlevingsvorm 'living apart together' nam het echtpaar zijn intrek in twee paleizen aan weerszijden van het plein, dat toen nog Place Royal heette.

In de zeventiende en achttiende eeuw ontwikkelde het plein zich tot dé hot spot van de Parijse adel en intellectuele elite. Als je niet aan het Place Royal woonde, hoorde je er niet echt bij, zo luidde het destijds in welgestelde kringen. Kardinaal Richelieu (nr.21), de schrijvers Victor Hugo (nr.6), Alphonse Daudet (eveneens nr.21), Bossuet (nr.17) en markiezin de Sevigné (nr.1) hielden er met regelmaat grote feesten. In de vroege ochtenduren was het plein veelal het toneel van duellerende rivalen.

Aan het einde van de achttiende eeuw na de Franse revolutie werd de naam van het plein herdoopt in Place des Vosges. Dit als eerbetoon aan de Vogezen, dat als eerste provincie bereid was belasting te betalen aan de nieuwe republiek.

Anno 2001 heeft het plein niets aan populariteit ingeboet. Behalve de Parijzenaars die de verkeersdrukte in hun stad willen ontlopen, wordt de groene oase in de stedelijke bebouwing jaarlijks bezocht door zo'n half miljoen buitenlanders. Het Place des Vosges is daarmee een van Parijs' belangrijkste toeristische trekpleisters.

Onder de arcaden en in de directe omgeving hebben zich tal van kleine winkeltjes en galeries gevestigd. Naast gerenommeerde modezaken, zoals die van Issey Miyake (nr.5) en Lolita Lempicka aan de Rue Rosiers, zijn er tal van boetieks gespecialiseerd in kleding voor homoseksuelen. De Marais is dé wijk waar deze groep zich sinds jaar en dag thuis voelt.

Datzelfde geldt ook voor de joodse gemeenschap, die al eeuwen geleden neerstreek in de populaire buurt. Dankzij deze religieuze minderheid is de Marais het enige stadsdeel waar op zondag de winkels open zijn. De talloze falafel- en shoarmazaken zorgen rond het middaguur voor een gezellige levendigheid.

Specialiteiten

De échte lekkerbekken kunnen terecht op nummer 9 van het beroemde plein. Hier huist l'Ambroisie, één van de zeven driesterrenrestaurants die Parijs telt. Chef-kok Bernard Pacaud schept er genoegen in zijn klanten te verwennen met de specialiteiten van het huis, zoals een krans van ganzenlever met morieljes, zuiglam met knoflooknougatine en een bladerdeeggebakje van verse zomertruffel.

Wie zomaar een lekker glas wijn wil drinken zonder meteen failliet te gaan, is beter af op het terras van het legendarische Ma Bourgogne aan de overkant van het plein. Hier schreven in vervlogen tijden Alexandre Dumas, Honoré de Balzac en Alphonse Lamartine hun meesterwerken. In de jaren zeventig was André Malraux een graag geziene gast.

Een must voor kinderen is een bezoek aan het museum Victor Hugo (nr.6), waar de romantische schrijver onder meer Les Misérables en Notre-Dame de Paris schreef. Dankzij Disneys tekenfilmversie 'De klokkenluider van de Notre Dame' spreekt dit museum de jongsten onder ons zeer aan.

Datzelfde geldt ook voor het museum van rariteiten en toverkunst aan de Rue Saint-Paul. Bij de entreeprijs van een tientje zit een voorstelling van een professionele goochelaar inbegrepen. Neem de kinderen na afloop mee naar Berthillon op het nabijgelegen Île Saint Louis in de Seine. Hier wordt met afstand het lekkerste ijs van Parijs gemaakt.

Index-Reiswereld
 
 
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.