zaterdag 3 februari 2001

PARIJS PER FIETS IN DE MODE

Je ziet zoveel meer van de bruisende Franse hoofdstad

De ondergaande zon zet het Ile de la Cité
in de Seine in een magnifiek licht.

door JOS VAN NOORD

PARIJS - De laatste mode van Parijs: fietsen. Rolschaatsen, steppen, hoelahoepen, solexen, skateboarden, allemaal al weer déjà vu, om niet te zeggen: passé. Wie komend voorjaar echt wil meedoen, die doet Parijs per fiets. C'est sympa, zeggen de Fransen. Dat is nog eens aardig. En je ziet à vélo zoveel meer van Parijs, die altijd bruisend energieke hoofdstad van ons meest geliefde vakantieland.

Allez, en route!

"Er zijn wel een paar dingen die je eerst even moet weten", zegt Rita de Cloe als we bij de Place de la Bastille op de fiets springen voor een matineuze toertocht op zondag, een uitgelezen fietsdag in Parijs. Rita, geboren Barendrechtse, woont al meer dan twintig jaar in Parijs en ze waarschuwt dat we hier niet in gedoogland zijn, waar de fietser zo ongeveer is heilig verklaard. "Gehaaste automobilisten gooien soms onverhoeds hun portier open. Die verwachten geen fietsers. Daar moet je altijd op bedacht blijven."

Rood

Op fietsers reageren andere Parijse weggebruikers niet altijd even sympa. De politie al helemáál niet: vijftienhonderd franken, vijfhonderd gulden, is de standaardboete voor een fietser die door rood licht rijdt.

Champs-Elysées met Arc de Triomphe. Eiffeltoren, Louvre en Notre Dame. Moulin Rouge en Sacré-Coeur: wiens interesse alleen uitgaat naar het prestigieuze Parijs met z'n machtige monumenten, die kan beter de bus nemen of de metro. Niet gaan fietsen. Rita rijdt in elk geval niet over de drukke boulevards, hooguit steekt ze er eens een over. Verder rijdt ze met een grote boog om de geijkte trekpleisters heen.

Door rood licht: 1500 franken

Ver weg van de grote toeristenstromen gaan haar fietstochten juist naar de onbekende hoekjes en pleintjes in deze immense metropool, naar verrassend schilderachtige of landelijke plekken, naar koffieknijpjes en terrasjes waar toeristen niet zo gauw komen. Door een plantsoen, langs een onbekend kanaal, door een park, langs een kerkhof, door smalle straatjes. Stille, verborgen plekjes van Parijs.

Rita de Cloe toont ons intiem-Parijs tijdens een onthullende fietstocht door achterafstraatjes. De regen kan ons niet deren.

Paris s'éveille en als Parijs ontwaakt dan worden de goten doorgespoeld, de kranten uitgestald en de marktkramen opgezet, dan begint de stad te grommen en te trillen van de metro, dan ruik je stokbrood en versgemalen koffie. Hier en daar klappen balkonramen open en rekken mensen in nachtgewaad zich uit.

Rita neemt ons door stille achterafstraatjes mee naar Place des Vosges, vierhonderd jaar geleden als Place Royale aangelegd door Henri IV. Midden in de Marais, een van de meest fascinerende wijken van Parijs. De koning en de koningin hadden in die tijd kennelijk een latrelatie, want ze woonden aan dit plein tegenover elkaar, in gescheiden paleizen. Dit is het oudste koninklijke plein van Parijs. Misschien wel een van de mooiste pleinen ter wereld. Je ruikt er de rijke historie.

We stappen even af. Wie wonen hier nu? "Rijke mensen", weet Rita. "Ja wie? Catherine Deneuve woonde hier. De minister van Cultuur heeft hier een appartement." Dichter, romanschrijver en dramaturg Victor Hugo woonde hier ook, schreef er talloze odes en ballades en voltooide hier het grootste deel van Les Misérables.

Naast een poort die toegang biedt tot de schitterende binnenhof van het Hotel de Sully speelt, onder een van de arcades, een man klassiek gitaar. Hij geniet en wij genieten mee.

Onbekommerd fietsen we verder, nauwe steegjes, pleintjes en fonteintjes, en ineens is daar het Picasso Museum, resultaat van een overeenkomst tussen de Franse staat en de erven van Picasso. De Spaanse kunstenaar, die het grootste deel van zijn leven in Frankrijk doorbracht, zei ooit dat hij zelf de grootste verzamelaar van Picasso's was. In plaats van successierechten verwierf de Franse staat bijna 8000 kunstwerken, die in 1986 werden ondergebracht in een groot herenhuis in de Marais, het Hotel Salé uit de 17e-eeuw.

Zout

In die tijd werd in Frankrijk belasting geheven op zout. Aubert de Fontenay was de ontvanger van de zoutbelasting en hield aan dat baantje het kapitale pand over: Hotel Salé, het gezouten huis. Als wij het in Nederland hebben over een gepeperde rekening, dan zeggen de Fransen dat het om een 'facture salé' gaat, een gezouten nota.

Het begint te regenen en we schuilen wat met onze fietsen in het Cavreau du Temple, een stationshalachtig bouwsel, waar vroeger een drukke vlooienmarkt was. Nu wordt er op zondagen wat kleding verkocht, maar je kunt er ook basketballen.

Verscheidene straatnamen in de Marais eindigen met Temple. Zo is er een rue du Temple, een rue Vieille-du-Temple, een boulevard du Temple en square du Temple. "Niet omdat hier ooit een tempel stond, maar omdat hier in de Middeleeuwen de ridders in de orde van de Tempeliers hun bolwerk hadden", vertelt Rita. "Zij waakten over de persoonlijke eigendommen, vooral sieraden, die pelgrims op weg naar Jeruzalem bij hen in bewaring gaven. Veel pelgrims kwamen onderweg om en de Tempeliers werden steeds rijker."
Losbandig

De orde van de tempelridders, die zich ontwikkelde tot een losbandig staatje binnen de Franse staat, werd later uitgeroeid, maar waar de schatten zijn, dat bleef altijd een raadsel. Twintig jaar geleden sloeg plotseling de hysterie onder de Parijzenaars toe: zij begonnen massaal te graven in hun kelders, op zoek naar het goud en de sieraden. Er werd niets gevonden.

Op mooie dagen is het dikwijls druk bij de fietsverhuurders in Parijs.

 

Gelukkig stappen we onderweg vaak even af of we fietsen even terug om leuke dingen nog even nader te bekijken. Of om ons te verbazen. Onze fietsgids Rita zit vol prachtige verhalen, smeuïge details, wetenswaardigheden en anekdotes. Ze heeft dan ook een grote fles water bij de hand, in de mand aan haar stuur. Soms tuiten m'n oren. Moet ik het hele geschiedenisboek van Parijs in één zondag uit m'n hoofd leren? Lieve Rita, Parijs is een stad voor dromers, voor ongegeneerde genieters, voor hopeloos verliefden. Nee, of ik soms wat water wil! In de hoofdstad van het wijnrijk. Het allerlaatste wat ik in Parijs wil drinken is wáter. Ik wil volle teugen van Parijs, maar geen water. We besluiten tot een uiensoepje. Verrukkelijk.

Allez, we fietsen verder door de buik van Parijs, zoals Emile Zola het gebied rond de oude Hallen noemde, le ventre de Paris. Omdat de aanvoer telkens verstopt raakte in het verkeer werd de dagelijkse markt voor vlees, groente en fruit vele jaren geleden al naar buiten-Parijs verhuisd, naar Rungis. Maar het ondeugende sfeertje is gebleven. In en rond het goeddeels ondergrondse winkelcentrum Forum des Halles is het altijd een geflaneer van belang. Onder de winkels, restaurants, bioscopen en het zwembad ligt het drukste metrostation ter wereld.

Bij het Centre Pompidou, sinds vorig jaar weer open na een kostbare opknapbeurt, zetten we onze fietsen even tegen de opvallende blauwe buizen van dit in de ogen van veel Parijzenaars wanstaltige gebouw met kleurige pijpen en kabels.

Ondanks de regen staan er ook deze zondagochtend lange rijen bij de kassa (sinds de restauratie moet er entree worden betaald) en met die dagelijkse rijen krijgt president Pompidou, die de gang van zaken in Parijs nu regelmatig doorneemt met Mitterrand, postuum alsnog gelijk: zijn cultureel centrum is het drukst bezocht van heel Frankrijk en de belangrijkste toeristische attractie van Parijs.

De bewegende fonteinbeelden, die met water jongleren in de vijver aan Place Igor Stravinsky, zijn buiten bedrijf. Jammer, ook al is het met regenachtig weer niet zo druk op deze hangplek voor kunstliefhebbers, toeristen, studenten en andere doellozen.

We fietsen door de plassen richting Louvre, langs de gotische kerk St. Eustache, waar Molière begraven ligt. Het is een van de mooiste kerken van Parijs, het orgel het op een na grootste ter wereld. Restaurant Le Pied de Cochon (de varkenspoot), vlakbij deze kerk, is nog steeds altijd open. Dag en nacht, elke dag, altijd.

De glazen piramide als nieuwe hoofdingang van het immense Louvre-museum is een erfenis van Mitterand.

 

President Mitterrand liet een grote glazen piramide als nieuwe hoofdingang bij het Louvre bouwen, naar een ontwerp van architect Pei. "Ze hebben eens berekend dat je ongeveer een halfjaar nodig hebt om alle schilderijen in het Louvre te bekijken", roept Rita van onder haar capuchon. Dat doen we dan maar een andere keer.

Fietsgebied

Clochards zie je dezer dagen niet langs de Seine. Zwervers heten trouwens ook geen clochards meer, maar SDF, wat wil zeggen: Sans Domicile Fixe, zonder vaste woonplek. Vroeger mochten zwervers vaak de klokken luiden, de cloches van de kerken in Parijs. Dan kregen ze van de pastoor wat te eten, deze clochards.

De route langs de Seine, het duizendsterrenhotel van menig SDF, staat momenteel onder water. Maar in de zomer kun je hier prima fietsen. De burgemeester van Parijs heeft twaalf kilometers kade aan weerszijden van de Seine, van de Eiffeltoren tot achter de Notre Dame, tot wandel- en fietsgebied verklaard door met veel bravoure te roepen: Je redonne la Seine aux Parisiens! Is dat sympa of niet?

Over kilometerslange fietspaden kun je nu ongestoord dwars door Parijs fietsen.

 

Romantisch Parijs, springlevend museum: elk plekje heeft wel een verhaal. Geen straat waar je niet op wel vijf verschillende plekken heerlijk kunt eten of waar je niet even lekker kunt neerstrijken voor une petite carafe de bon vin rouge. Wàt een stad: dwars door Parijs, van het Bois de Boulogne helemaal naar het Bois de Vincennes zijn fietspaden aangelegd langs belangrijke verkeersroutes als Avenue Foch, de boulevard des Invalides, de boulevard St. Germain, de boulevards van Sebastopol en Strasbourg en de avenue d'Italie.

Zo kun je ongestoord fietsen van het station Gare du Nord op de rechter oever (Rive Droite) naar het Place d'Italie op de linker oever (Rive Gauche). Dat is althans de bedoeling, maar van onze correspondent in Parijs, Pieter Nijdam, hoorde ik dat Parijse automobilisten nog geregeld op de fietspaden parkeren.

Veel van de 426 stadsparken hebben een grote opknapbeurt gekregen en de Mairie de Paris wil, zo zei mij woordvoerder Hervé Bucaille, de komende jaren nog veel meer investeren in recreatiegroen en fietspaden. Ik zag al ook agenten surveilleren op de fiets.

REISWIJZER

Comfortabele treinreizen naar Parijs met de supersnelle Thalys en fietstochten door Parijs op een gedegen huurfiets met een Nederlandstalige gids zijn het hele jaar door te boeken bij NS Travel: 030-2977291 of via www.nstravel.nl

Het handige gidsje 'Parijs per fiets' is onder meer verkrijgbaar bij fietsverhuurder 'Paris à vélo' aan de boulevard Bourdon, vlakbij metrostation Bastille, tel. (0033) 1 48 876001.

Foto's: Marie de Paris, Maison de la France en eigen foto's.