Filippino's staan wijd en zijd bekend om hun vriendelijkheid en gastvrijheid

door MICHIEL HOOGERS

DAVAO - Ruim tien jaar nadat de Filippijnse dictator Ferdinand Marcos het veld moest ruimen en met zijn vrouw Imelda, bekend van haar enorme verzameling schoenen, naar Hawai uitweek, is de rust min of meer weergekeerd in het tropische eilandenrijk ten noorden van Indonesië. In afgelegen gebieden verzetten kleine Moslimgroeperingen zich af en toe tegen de kapitalistisch georiënteerde regering van president Fidel Ramos, maar zij lijken geen serieuze bedreiging te vormen voor de politieke stabiliteit in het land.

Het rustige leventje van de Filippijnse eilandbewoners van Samal zal de komende jaren ingrijpend veranderen door de bouw van tientallen hotels en bungalowparken.

Met vakantiebestemmingen in Indonesië, Maleisië en Thailand als voorbeeld is de Filippijnse overheid werk aan het maken van de ontwikkeling van het toerisme als een van de pijlers voor de economische groei. Behalve voor de hoofdstad Manila op het noordelijke eiland Luzon proberen de Filippino's de belangstelling van buitenlandse vakantiegangers te wekken voor o.a. Davao op Mindanao, na Luzon het tweede grote eiland in de archipel.

Op uitnodiging van Silk Air, een dochter van Singapore Airlines, namen we een kijkje in en rond Davao, een van de rechtstreekse bestemmingen van de in Singapore gevestigde luchtvaartmaatschappij.

Om het elf hectare grote tropische vakantieparadijs Pearl Farm Beach Resort op het eiland Samal in de Golf van Davao staat aan de landzijde een twee meter hoge afzetting van bamboestaken. Net zoals bij sommige bungalowparken in Nederland dient het hekwerk een dubbel doel: het binnenhouden van gasten en het buitenhouden van ongewenste bezoekers. Terwijl in het luxe toeristenoord enige tientallen Japanse, Taiwanese, Amerikaanse, Duitse en Filippijnse vakantiegangers tot rust komen, opent een van de paradijsbewakers de poort naar de buitenwereld. Op bevel van hogerhand begeleidt hij vijf Europese journalisten naar een nabijgelegen vissersdorp.

Een smal tussen de kokospalmen door slingerend pad voert naar een armoedige verzameling houten huisjes op palen. Het dorpje, dat vijfhonderd inwoners telt, ligt in de vloedlijn. Een kwart van de vissershutten staat in het water, de rest op een smalle strook land tussen de lichtblauwe zee en de diepgroene dichtbegroeide heuvels van het langerekte eiland Samal. Op deze rustige zondagmiddag is het clubje Europeanen dat door het dorp wandelt een aangename attractie voor de vissersgemeenschap.

Op een steenworp afstand van de luxe vakantiebungalows waarin rijke toeristen verpozen, vormen de traditionele woningen van de plaatselijke vissers een schril contrast.

Drie vrouwen, die met palmbladen het pad schoonvegen, staken hun werkzaamheden met een stralende glimlach. Welkom in ons prachtige dorp, gebaren zij trots. Als wij van jullie komst haden geweten, was het hele pad al lang van vuil ontdaan geweest. Op de smalle pier buitelen tien kinderen gillend in een kluwen visnetten. Zij stoppen hun spel om met grote ogen te bekijken wat daar komt aangewandeld: een lange witte man met een fototoestel. Blijkbaar niet helemaal een onbekend verschijnsel, want zij laten hun netten in de steek om hem ervan te overtuigen dat ze echt allemaal direct op de foto willen. Zes vissers die zojuist hun ranke houten bootje te water hebben gelaten en op honderd meter afstand voorbij varen, roepen en zwaaien om de aandacht te trekken van de vreemdeling. Juichend vieren zij hun overwinning als ik ook hen op de gevoelige plaat heb vastgelegd.

De Filippino's staan wijd en zijd bekend om hun vriendelijkheid en gastvrijheid. Maar de hartelijkheid waarmee deze dorpelingen volstrekte buitenstaanders verwelkomen, is ongelofelijk. Op een open plek onder de palmbomen krijg ik een opengekapte kokosnoot aangeboden. Terwijl ik het koele vocht drink, wist de gever zich het zweet van het voorhoofd. In de drukkende warmte is hij bezig een berg kokosnoten te sorteren waarmee een gemiddelde Nederlandse achtertuin kan worden gevuld. Een eindje verder sla ik een uitnodiging af mee te doen met de plaatselijke bingo-competitie. Voor een piepkleine buurtwinkel, een houten keetje van drie bij drie meter tot de nok toe gevuld met koopwaar, zitten twintig vrouwen en kinderen op de grond, vrolijk in de weer met kleine stenen en orginele bingokaarten. Op het dorpsplein, dat dienst doet als volleybalveld, sla ik, tot grote hilariteit van de toeschouwers, een balletje mee met de plaatselijke sporthelden. Het voordeel van mijn lengte weegt nauwelijks op tegen de souplesse waarmee medespelers en tegenstanders zich in de hitte bewegen.

De hutten van het luxe Pearl Farm Beach Resort op het Filippijnse eiland Samal zijn van alle gemakken voorzien. Airco, warme douche, comfortabele beddden, minibar en telefoon. De leiding van het vakantieoord twijfelt nog over het installeren van een televisietoestel.

Terug in de luxe van het Pearl Farm Beach Resort is het verschil schrijnend. Het vakantieoord ligt een kleine beschutte baai, waar vroeger de vissers van het dorp hun boten op het strand trokken. Zijn naam ontleent het toeristenparadijs aan de parelkwekerij die er enkele jaren geleden nog was gevestigd. Nu kunnen er tweehonderd vakantiegangers onderdak vinden in verschillende traditionele houten paalwoningen. Als vanzelfsprekend van alle gemakken voorzien: toilet, douche, airconditioning, mini-bar, telefoon en zachte bedden, een kleine veranda boven de kristalheldere zee waarin scholen felgekleurde vis duidelijk te volgen zijn. Diverse zwembaden, een tennisbaan, een uitstekend restaurant en de in een bar veranderde uitkijktoren bij de aanlegsteiger bieden de bezoeker verpozing. Het prachtige zeewater en het witte zandstrand met kokospalmbomen hebben een natuurlijke aantrekkingskracht. Duikers en snorkelaars kunnen hun hart ophalen: de onderwaterwereld rondom de eilanden staat bij experts uitstekend aangeschreven.

Het eiland Samal ligt op drie kwartier varen van de Davao, de hoofdstad van Mindanao, het meest zuidelijke grote eiland van de Filippijnen. Mindanao is drie keer zo groot als Nederland en rijk aan prachtig natuurlandschap. Hoge bergmassieven met snelstromende beken en watervallen, ondoordringbare regenwouden, vruchtbare valleien met bochtige rivieren, moerassige gebieden met uitgestrekte mangrovebossen en een grillig gevormde kustlijn met besloten baaien en witte zandstranden.

Visserskinderen onderbreken het stoeien in de drogende visnetten om te poseren.

De havenstad Davao, aan de monding van de gelijknamige rivier, telt bijna een miljoen inwoners en is na Manila de tweede grootste stad van de Filippijnen. De bevolking van Mindanao is afhankelijk van de landbouw. Op plantages worden bananen, ananassen, kokosnoten, koffie en rijst geteeld voor de export. Het eiland schijnt beroemd te zijn door zijn orchideëenkwekerijen die er kunnen floreren wegens de milde weersomstandigheden; Mindanao heeft geen last van de jaarlijkse tyfoons die het noordelijke deel van de archipel teisteren. In Davao, een wat slordig ogende mierenhoop, is de economische opleving van de Filippijnen zichtbaar. Zowel in het stadscentrum als op de uitgestrekte industrieterreinen wordt volop gebouwd.

De buitenlandse toerist, die de beschutting van zijn strandhotel heeft verlaten, kan in het centrum moeiteloos onderduiken in het gewoel op de markt, waar talloze kraampjes met zorgvuldig uitgestald tropisch fruit het kleurrijke visitekaartje van Mindanao zijn. En bij iedere Filippino is hij van harte welkom voor een praatje; de officiële landstaal is Engels.

Culturele bezienswaardigheden heeft Davao niet. Voor de Filippino's lijkt de geschiedenis van hun land pas echt te beginnen in de zestiende eeuw met de komst van Spaanse ontdekkingsreizigers. De Portugese zeevaarder Fernao de Magelhaes zette in 1521 voet aan wal op het eiland Cebu, dat hij via de zeeweg om Zuid-Amerika heen had bereikt. Verder zou hij zelf niet komen. In een gevecht met het plaatselijke stamhoofd Lapu-Lapu sneuvelde Magelhaes. Een jaar later keerde slechts een van de vijf schepen waarmee hij uit Spanje was vertrokken terug in het thuisland; voor het eerst in de geschiedenis was een zeereis rond de wereld volbracht. Lapu-Lapu werd de eerste Filippijnse verzetsheld. En de Filippijnen kregen hun naam naar de Spaanse koning Filips II. De stad Cebu heeft er een Spaans driekantig fort en een kathedraal aan overgehouden. De Filippijnse bevolking is, na ruim drie eeuwen Spaanse overheersing, nog voor negentig procent katholiek.

Eind vorige eeuw losten de Amerikanen de Spanjaarden af op de Filippijnen. Hoewel het land na de Tweede Wereldoorlog op 4 juli 1946 uiteindelijk onafhankelijk werd, bleef het nog tientallen jaren tot de Amerikaanse invloedsfeer behoren. Een hedendaagse karakteristieke verschijning in het Filippijnse straatbeeld is de Jeepney, een oorspronkelijk tot taxibusje uitgebouwde Amerikaanse legerjeep, felgekleurd en rijkelijk versierd.

Een van de grootste voordelen van een vakantie op de Filippijnen is het feit dat massatoerisme nog ontbreekt. Het eiland Mindanao ontving vorig jaar 50.000 buitenlandse vakantiegangers, vooral uit Japan, Amerika en Australië. Precies 164 Nederlandse toeristen bezochten het eiland. De Filippijnse overheid wil daar binnen tien jaar verandering in aanbrengen. Het aantal hotelkamers in en rond Davao wordt uitgebreid van tweeduizend naar dertigduizend.

Dat zal ook gevolgen hebben voor de vissers op Samal. De overheid heeft hun eiland aangewezen als toplocatie voor luxe vakantieoorden.

Reiswijzer

De Filippijnse archipel telt 7100 eilanden, waarvan een kwart wordt bewoond. De voertaal is Engels. De twee grootste eilanden zijn Luzon in het noorden, met de hoofdstad Manila, en Mindanao in het zuiden, met de stad Davao. Tussen Luzon en Mindanao liggen de Visaya-eilanden, waarvan Cebu met de gelijknamige stad het belangrijkste is. Alle drie steden hebben een internationaal vliegveld.

Het eilandenrijk ligt ten noorden van Indonesië en strekt zich over een afstand van bijna tweeduizend kilometer uit van vijf graden Noorderbreedte tot 21 graden Noorderbreedte. Het klimaat is tropisch. De temperatuur is het hele jaar door tussen de 25 en 35 graden Celsius; in de bergen kan het kwik zakken tot tien graden. De periode januari-mei is het meest geschikt voor een bezoek aan de Filippijnen omdat er dan relatief weinig regen valt en de kans op tropische stormen het kleinst is.

Vanuit Amsterdam is het twaalf uur vliegen naar Singapore, de zelfstandige stadstaat aan de punt van het Maleisische schiereiland. Vandaar uit vliegt Singapore Airlines in vier uur tijd direct naar Davao.

Nadere inlichtingen voor reizen naar de Filippijnen zijn te verkrijgen bij Tradewinds Affair Holidays, telefoonnummer: 020-6610101.

Publicatiedatum = 3 januari 1998