|
Temperatuurwisselingen
in de Sinai onvoorstelbaar groot
Met
een slaapzak de woestijn in
door
Harry Blom
NUWEIBA
- Een
boven ons torenende zandsteenrots van zeker vijftig
meter hoog onttrekt de helft van het firmament aan ons
zicht, maar er blijven nog wel een miljoen of zo sterren
zichtbaar in de kristalheldere woestijnlucht van de
Sinai.
|
Kamperen
in het gebied van El Gibi. De slaapzakken (rechts)
zijn afgedekt met de tent
die vanwege de harde wind niet bleef staan.
|
Niet
dat het ons veel interesseert op dit moment. Er staat
een snijdende, harde westenwind, die je tot op het bot
verkilt en kort daarvoor het goedkope koepeltentje gewoon
heeft omvergeblazen. We hebben alle truien en jassen
aangetrokken die er maar in onze bagage zaten. Hadden
we maar handschoenen meegenomen, maar wie had daar nu
aan kunnen denken?
De
slaapzakken liggen gespreid op het magere matrasje uit
de voorraden van het Israëlische leger, voormalig
beheerder van dit gebied. Ze zijn afgedekt met het grondzeil
en de binnenkant van de tent, stevig op de grond vergrendeld
met blokken steen die bij het opzetten van de tent geen
baat brachten.
Een
slokje rum moet kunnen
|
Ondanks
het duister, ondanks de wind hebben onze gids Isser
en zijn twee ingehuurde bedoeïenen-helpers, Selmi
(17) en Suleyman (13) een vuurtje aan de praat gekregen,
dat afgeschermd wordt door de in een halve cirkel geplaatste
kamelenzadels, aangevuld met wat kratten proviand. Even
verderop aan de voet van een zandverstuiving aan de
voet van de mega-rots, liggen de drie kamelen gelaten
te wachten op de dingen die komen gaan. Van de kou lijken
ze geen last te hebben. Ze klagen in elk geval niet.
|
Als
de avond is gevallen, rest er niets anders dan
zich te warmen aan het vuur, hoe bescheiden dat
ook mag zijn. Suleyman (rechts) heeft zich in
een deken gewikkeld.
|
Moeten
wij klagen? We hebben dit lot zelf gezocht. Als het
ons te veel zou worden, kunnen we zo weer op de kamelen
stappen. De hoofdweg tussen de Rode-Zeekust en het beroemde
klooster van Sint Katharina zal, anders dan de doodse
stilte van de woestijn doet vermoeden, nooit meer dan
een, twee kilometer verwijderd zijn. En dan is het met
de Toyota Landcruiser, die ook tot onze 'expeditie'
behoort, hooguit een uurtje rijden naar het hotel in
Nuweiba, de koesterende zon, de oogverblindend-blauwe
zee, het comfort dat je normaal op vakantie zoekt...
Isser
roert in de twee pannen op het butagaskomfoor. Vanavond
eten we soep en spaghetti. En brood natuurlijk. Selmi,
zoon van de bedoeïenensjeik, heeft zijn meeltas
van het zadel gepakt, haalt er een paar handenvol uit,
doet er een beetje water uit de plastic jerrycan bij
en kneedt het deeg op de dezelfde, veelkleurige tas,
waarop hij wat meel heeft gestrooid. Zijn lange, bruine
vingers blijven zo warm, maar zijn broertje Suleyman
heeft zich alvast in een deken gewikkeld.
|
Ontbijten
in de woestijn is heel aangenaam als er geen wind
staat. Ieder wacht op vers brood, dat Selmi op de
voorgrond bakt in de as van het vuur. |
Het
is een van de weinige extra's op de woestijntrip: driemaal
daags versgebakken brood. Een tweede "overtolligheid"
die zich in de barre omstandigheden onmisbaar heeft
gemaakt, is de fles Jamaica rum van Schiphol's taxfree.
Na onze verslaving voorzichtig te hebben aangekondigd
bij de ervaren gids, zegt deze laconiek: "Allah ziet
het waarschijnlijk niet in het duister". Het gaf geen
aanstoot, niet bij de gids, niet bij de bedoeïenen.
Drie
dagen, drie nachten brachten wij door in de open lucht,
in een hoek van de Sinai ten zuidwesten van de badplaats
Nuweiba. Het moet gezegd, niet elke nacht was zo koud
en zo onaangenaam als deze.
Vergeleken
met de grote temperatuurwisselingen (overdag kan het,
zonder wind, zelfs in de wintermaanden oplopen tot ruim
30 graden) is het ontbreken van water om je te wassen
een kleinigheid. Je voelt je gewoon niet vies in al
dat reine zand, maar ik kan mij levendig voorstellen
dat anderen daar anders over denken. De Bedoeïenen
gebruiken per dag een half blikje water voor hun behoeften;
een 'westerling' wordt aangeraden het gebruikte toiletpapier
zorgvuldig in brand te steken.
Inzicht
Voor
het ontbreken van comfort krijg je een hoop moois in
ruil: een leven zoals de bedoeïenen al duizenden
jaren leiden, een klein beetje meer inzicht in hoe het
leven moet zijn geweest van het Volk Gods, dat onder
leiding van Mozes veertig jaar in deze woestenij zou
hebben gezworven.
|
Een
bedoeïenengids begeleidt een reizigster door
de eindeloos lijkende zandvlakte. Kamelen zijn
uiterst stabiele vervoermiddelen, als het zadel
niet in de weg zit...
|
De
Sinaï beantwoordt niet helemaal aan het beeld van
een 'woestijn'. Zand is er in overvloed, maar het zijn
toch de bergen die het karakter bepalen en waaraan de
Sinaï zijn naam ontleent. Tot ongeveer duizend
meter hoog (in het zuiden, rond het Sint Katharinaklooster,
iets meer dan 2600 meter) strekken ze zich uit over
iets minder dan de helft van het oppervlak van de driehoek
tussen de Nijl en Israël, welke ruim anderhalf
keer zo groot is als Nederland.
Ze
zijn er in allerlei kleuren en vormen. De typische 'tand'
is van graniet of basalt, respectievelijk rood en zwart,
en ze glimmen alsof ze net zijn besproeid met regen.
Dat is een illusie: het heeft de laatste twee jaar niet
geregend aan de oostkant, zegt ons Selmi. Hij kan het
weten, hij is de zoon van de sjeik van de de grootste
van de acht bedoeïenenstammen in het gebied.
Dan
zijn er de minstens even talrijke bergen van zandsteen
en kalk; de laatste spier, de eerste in allerlei tonen
van lichtgeel, via knalrood tot donkerbruin. Hun erosie
gaat geologisch gezien supersnel in enkele miljoenen
jaren. Wil je weten hoe dat gaat, neem dan een witachtig
stukje 'steen' in je handen: de kans is groot dat je
het in enkele seconden vergruist als een beschuit.
Erosie
|
Geen
sneeuw maar zand vormt deze 'gletscher' in de
buurt van het El Haduda zandduin, de grootste
van de oostelijke Sinaï.
|
De
erosie zorgt voor beelden van een letterlijk angstaanjagende
schoonheid. Zeker na een paar uur wandelen, als de fantasie
flink op hol slaat, zien de bergen er nu eens uit als
ruimteschepen, dan weer als paleizen van demonische
stripfiguren. Met enige fantasie kom je sfinxen tegen,
koningsbeelden, duivels, draken, dieren in overvloed
- krokodillen, honden, walvissen, slangen, dolfijnen
- maar ook verstrengelde naakte mensen, galerijen, zuilen,
versteende, reusachtige paddestoelen. Soms
- en dat is eigenlijk het meest ironisch - lijken de
bergen uit de Alpen overgeplant, compleet met gletschers.
Het is echter geen ijs, maar een zandstroom die erop
is geblazen of door erosie is ontstaan. De
grond waarop we lopen is niet minder divers: zand in
allerlei kleuren en vormen, uitgeslepen rotsen, wadi's
(droge rivierbeddingen), kloven. Van de laatste is het
beroemdste voorbeeld de Coloured Canyon, ook hier in
de buurt.
De
kilometerslange kloof is, na Sint Katharina en het tropisch
vissenparadijs van de Rode Zee, de bekendste attractie
van de Sinaï. Toeristen, die hier van honderden
kilometers ver heen komen, schrijven hun naam in de
zachte rotsen. Vandalisme, ongetwijfeld, maar zonder
deze neiging zouden we nu niet beschikken over ontroerend
mooie afbeeldingen van karavanen en koranteksten van
pelgrims en kruisen, van kruisvaarders, denken we. De
woestijn, op het kruispunt van twee continenten, was
altijd bewoond of bezocht.
|
REISWIJZER
|
De
achtdaagse reis naar de Sinai (vier dagen woestijn,
twee dagen reizen, twee dagen uitrusten aan de Rode-Zeekust)
was georgani-seerd door Cool Adventure Travel. Adres:
Rooseveltweg 396, 6707 GX Wageningen. Telefoon:
0317 - 424247, internet www.cooladventuretravel.nl.
De vliegreis werd gemaakt met Transavia. |
|
|