Liters bier en grote
taartpunten in Duits kuuroord
door Nico van der Zwet Slotenmaker
In Gernsbach staan nog verschillende
prachtige vakwerkhuizen.
BAD HERRENALB - Als er in Duitsland 'Bad' voor een plaatsnaam staat
rij ik meestal een straatje om. Niet dat ik iets tegen geneeskrachtige
baden of gezonde buitenlucht zou hebben, maar meer omdat in dit soort
oorden doorgaans de cultuur van het grootste gelijk van de wereld hangt.
Alleen op deze plek kan je gelukkig worden, vallen de jaren weg en kun
je na het volgen van de instructies je wandelstok in vieren breken en
je gehoorapparaat in de vuilnisbak gooien. Naast eventuele frisse wordt
er ook in hoge mate gebakken lucht verkocht en neem van mij maar aan dat
u net zo goed ergens anders met vakantie kan gaan.
Geen wonder dus dat ik in
eerste instantie in dit deel van het noordelijke Zwarte Woud wat lager
in de heuvels voor Gernsbach had gekozen. Een historisch stadje aan de
ingang van het bosrijke Murgtal dat het vroeger vooral van de
houthandel moest hebben. Het transport kostte weinig, want men liet de
stammen eenvoudig de rivier afdrijven waar de potentiële kopers ze
stonden op te wachten. In Gernsbach staat een fors aantal prachtige
vakwerkhuizen, zeer oude kerken en een prachtig raadhuis. Genoeg voor
een leuke wandeling, waarbij ik echter tot de ontdekking kom dat ook
dit stadje zich duidelijk wil profileren als kuuroord. En, nou ja, als
je dan toch bezig bent klim je zo goed als automatisch omhoog naar Bad
Herrenalb. Heuveltoppen Daar heeft men een beetje moeten woekeren met de
ruimte. Vlakke grond is op heuveltoppen nu eenmaal schaars en hoewel
hotel Harzer mij graag wil opnemen moet de auto eerst via een lift naar
een diepe kelder worden getransporteerd. Daar men aan de balie wel
inziet dat ik niet de handigste ben krijg ik een kamermeisje ter
assistentie mee die ik laat beloven me bij mijn vertrek ook weer
terzijde te staan. Dat doet ze.
Dat Gernsbach een stad met een rijke historie is zie je
zo. Hoewel ik beweer zulks niet te
behoeven krijg ik bij het inschrijven wel degelijk een Kurkarte
overhandigd, want men kan er nu eenmaal niet van uitgaan dat er iemand
naar Bad Herrenalb komt alleen en uitsluitend om er een stukje te
wandelen. Dat doe ik echter wel. En natuurlijk richting klooster
of wat er dan nog van over is. Het stamt nog uit 1149 toen ene Berthold
III het liet optrekken uit dankbaarheid omdat hij ongeschonden van een
kruistocht was teruggekeerd. De lijst met de gebruikelijke rampen die
zulke bouwwerken in de loop der eeuwen ondergaan zal ik u besparen.
Brand en plundering, u weet het wel. Nu heeft men er echter een
toeristisch centrumpje van gemaakt met een speelgoedmuseum en de
kloosterschuur doet dienst als herberg. Wat misplaatst hebben ook een
aantal moderne winkels zich op deze historische grond begeven en ik
lees zelfs dat ik me hier tegenover een 'matrassen-studio' bevindt.
Vroeger zou je gewoon beddenwinkel zeggen, maar dat mag niet meer. De
vlaggen worden steeds protseriger en pompeuzer, de lading blijft
hetzelfde.
Van het oude klooster in Bad Herrenalb is lang
niet alles meer in de voormalige staat. Gelukkig is er ook de zogenoemde Heimatstube waar
veel over het verleden van de nederzetting kan worden opgestoken. Oude
foto's waarop veel geflaneerd wordt door lieden die er allang niet meer
zijn, zodat een kritische bekijker met enig recht zou kunnen opmerken
dat al dat kuren toch niet echt veel geholpen heeft.
Bier Maar zo
verschrikkelijk gezond zijn de mensen ook niet bezig in plaatsen als
Bad Herrenalb. Kijk maar op de terrassen waar de liters bier achteloos
worden verzwolgen en door de dames grotere taartpunten naar binnen
worden gewerkt dan ze ooit aan hun vriendinnen en hun kuurarts zouden
willen doen weten. Dat hoeft ook niet. Die zien het wel aan de omvang
en op de weegschaal.
In het kuurpark wordt altijd even tijd gemaakt voor een
praatje. Omdat het nu tegen vijf uur is stijgt uit
het park muziek op en dien ik er ook aan te geloven. Het hoogtepunt van
de dag moet worden genoten en hoe zou dat beter kunnen met een orkestje
en een dansje. En iedereen gaat inderdaad met de voetjes van de vloer.
Een paar dat de zeven kruisjes per stuk toch al achter zich moet hebben
slaat geen nummer over. Ze dragen grote witte hoeden die nog van een
Amerikaanse reis stammen en vormen het niet te missen middelpunt van de
deinende menigte. Ze zweten, terwijl ik het toch al aardig fris begin
te vinden. De meer dan uitstekende violiste houdt me echter op mijn
plek. Tot ze ook nog begint te zingen. Verschrikkelijk. Een stem om
cokes mee te kloppen zeiden we vroeger. Die juffrouw is niet te
helpen. Zelfs niet in Bad Herrenalb.
Publicatiedatum = 15 mei 1999
|