Duitse tentoonstelling bewijst het:

Caravan al eeuwen populair

door Thijs Jansen

OBERHAUSEN - Eins, zwei, drei. Haus dabei! Onder deze titel wordt tot 4 oktober in de Duitse stad Oberhausen een kleine, maar fijne tentoonstelling over caravans gehouden. In het Rheinische Industriemuseum wordt de geschiedenis, de techniek en de vakantiecultuur rondom de woonwagen belicht.

En de woonwagen is niet van vandaag of gisteren. Al meer dan 2000 jaar geleden gingen Marcus Antonius en Cleopatra in een wagen, die zowel met een slaapplaats en een zonnetent was uitgerust, op vogeljacht. Een van de eerste caravans uit de geschiedenis werd getrokken door paarden.

Ontdekkingsreiziger Marco Polo bericht over een wagen van Tataren, die door 24 ossen werd voortgetrokken. Met behulp van tentdoeken kon deze wagen tot een gigantisch mobiel kamp worden uitgebreid. Ook Napoleon had de beschikking over een woonwagen, van waaruit hij zijn veldslagen begeleidde.

Het duurde echter tot het begin van de jaren dertig van deze eeuw eer de vonk van het kamperen in een caravan oversloeg op het vaste land van Europa. In Engeland en de Verenigde Staten was deze vorm van vakantievieren al razend populair. De eerste woonwagenbezitters trokken met hun caravan de natuur in.

Vaak gebeurde dit in aandoenlijke vervoermiddelen, zo leert de expositie in de Duitse stad vlak over de grens bij Venlo. reizigers op weg via Duitsland doen zichzelf te kort om tijdens de reis bij Oberhausen niet even de afslag richting centrum te nemen. Borden wijzen daarna de weg naar het Rheinische Industriemuseum.

In het museum staat onder meer een schitterende BMW Isetta. Achter het miniwagentje hangt een Picolo caravan uit 1955. Er kunnen met moeite twee personen in het 1,85 meter lange aanhangwagentje. De slaapplaats kan ook als boot worden gebruikt. Daarbij dienen de wielen als roer.

In een Nederlandstalige folder wordt in het kort de geschiedenis van de caravan uit de doeken gedaan. Zo blijkt dat ook bij onze oosterburen de caravan de laatste decennia een grote bloei doormaakte. Op de tentoonstelling staat ook nog een wagen van het Nederlandse bedrijf Kip. De caravan stamt uit 1962.

Wie een kijkje bij de caravan-expositie neemt, doet er goed aan ook even te buurten bij het industriemuseum. Daar wordt een kijkje gegund in de geschiedenis van de zware industrie van het Roergebied. Alles ziet er levensecht uit. Alleen het enorme lawaai dat de grote machines ooit maakten, moeten de bezoekers er zelf bij denken.

Het Rheinische Industriemuseum is gevestigd aan de Hansastrasse 18, D-46046 Oberhausen. Inlichtingen: 0049 20885 79280. Openingstijden dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur.

Publicatiedatum = 12 september 1998