Ontdekkingstocht door het 'Nieuwe Berlijn'

door Harry Muller

BERLIJN
Lang niet alle resten van het regime in de voormalige DDR zijn helemaal weg gepoetst. Dat begint al in Helmstedt, waar vroeger de auto's tussen hekken en wachttorens werden gezet en militairen met mitrailleurs zelfs met spiegels controleerden of je misschien ook iemand naar het vrije westen probeerde te smokkelen. Om de toenmalige grens te kunnen passeren, had je zeker twee uur tijd nodig.

Nu kun je gewoon doorrijden, maar links en rechts van de weg staan ook nu nog de restanten van de hokjes waar je eens zo uitvoerig uitgeplozen werd. Merkwaardig, dat men niet meteen met een bulldozer die herinneringen aan het IJzeren Gordijn volledig weggeschoven heeft.

Op weg naar Berlijn wordt vrijwel dag en nacht gewerkt aan de autosnelweg om die een stuk breder te maken, want straks moeten automobilisten zonder oponthoud van files de stad kunnen bereiken. Zover is het nog lang niet, want met vertragingen moet vrijwel dagelijks rekening gehouden worden. Alleen op zondagen mag het vrachtverkeer geen gebruik maken van de snelweg en dan stroomt het verkeer een stuk gemakkelijker door.

Tropen

Om een eerste indruk van de stad te krijgen, kun je het beste met een van de talloze bussen een rondrit maken. Er wordt op het ogenblik een felle strijd gevoerd wie de laagste prijs berekent, maar voor een rit van een uur moet toch al gauw twee tientjes per persoon betaald worden. Eigenlijk is dat zonde van het geld, want je hebt veel meer tijd nodig om iets van Berlijn te ontdekken.

Veel van de excursie-bussen zien er belachelijk uit. Van de dubbeldekkers heeft men het dak verwijderd en zit je bovenin in de openlucht. Het lijkt alsof men denkt dat Berlijn in de tropen ligt. Toeristen die een fraai uitzicht onderweg willen hebben, trotseren de kou maar lopen op die manier wel een flinke verkoudheid op.

De toeristenindustrie koestert de Muur als een pas geboren baby en gelukkig kunnen de gidsen onderweg nog een paar stukken laten zien die overeind zijn blijven staan. Het langste stuk is ongeveer een kilometer en dat werd door kunstenaars uit de hele wereld kort na de val van het IJzeren Gordijn beschilderd.

Bij de Brandenburger Tor worden stukjes beton verkocht, die afkomstig zouden zijn van de Muur. Ze zitten in een plastic doosje en men vraagt er tien Duitse marken voor. Vaak heeft men in het doosje bij het stuk beton ook een speelgoedauto van het merk Trabant gevoegd. Eens was dat de volkswagen van de Oostduitsers, waar een levertijd van minstens tien jaar voor gold. Wie een gasmasker, een bontmuts of een flinke pet van het Russische leger mee naar huis wil nemen, kan ook bij de souvenir-verkopers terecht. Op deze plaats worden de toeristen gewaarschuwd voor zakkenrollers, want menigeen raakte daar op die manier veel geld kwijt.

Oost-Berlijn ziet er nog steeds wat verpieterd uit. De communisten hebben gelukkig tal van historische gebouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijwel volledig plat gebombardeerd werden, weer fraai opgebouwd. Wie echter de toeristische route even verlaat, komt in straten terecht waar de huizen zwart geblakerd zijn en vol kogelgaten zitten. Hier lijkt het, alsof de oorlog nog niet ten einde is.

Pronkstraat

Fraai in Oost-Berlijn is natuurlijk de pronkstraat Unter den Linden (1400 meter lang en 60 meter breed) met het vroegere regeringscentrum van de DDR. Mooi zijn ook het wijkje rond de Nicolai-kerk en de Gendarmenmarkt met gebouwen die in de Griekse hoofdstad Athene hadden kunnen staan. Het uitzicht wordt echter verstoord door de talloze bouwkranen, die als een soort symbool van de wederopbouw boven de stad hangen.

Van de eens zo bekende grensovergang Checkpoint Charley is weinig meer over en heeft men kort geleden een wat kleinere uitgave van het Vrijheidsbeeld in New York op een vroegere uitkijkpost gezet. Op korte afstand is een museum ingericht met alle herinneringen aan de verdeelde stad, waar drommen toeristen zich dagelijks doorheen wringen.

Het eens zo bekende hotel Adlon bij de Brandenburger Tor wordt nu weer opgebouwd en het is een raadsel wie ooit toestemming heeft gegeven om zo dicht bij deze historische plaats zo'n kolossaal hotel te bouwen.

Ook het gebouw van de Rijksdag staat in de steigers, want daar moet straks het parlement van Duitsland gehuisvest worden. Daarom is de plaats waar de kruizen stonden met namen van mensen die hier bij een vluchtpoging naar het westen om het leven kwamen, niet meer bereikbaar voor de toerist.

Alles schijnt te moeten wijken voor de nieuwbouw. Zo is de Potsdamer Platz nu één grote bouwput, waar over enkele jaren het nieuwe centrum van Berlijn gereed moet zijn. Dat moet nog veel mooier worden dan het centrum van West-Berlijn rond de bekende Gedächtnis-kirche, waar als een symbool voor de vrijheid de stuk geschoten toren overeind is blijven staan. Daar is ook de Kurfürstendamm tot nu toe de mooiste winkelstraat van Berlijn met vestigingen van heel wat bekende modehuizen.

Bedelaars

Tussen het winkelend publiek proberen muzikanten en clowns een paar centen bij de toeristen los te weken en dat doen ook veel bedelaars. Opvallend is het aantal krom gebogen vrouwtjes, die bibberend de centen in een rieten mandje bijeen sprokkelen. Of ze echt zo oud en gehandicapt zijn en of ze echt allemaal uit het voormalige Joegoslavië komen, is nog maar de vraag. Het zou best kunnen zijn dat onder zo'n goed ingepakt vrouwtje een jongeman of juffrouw verborgen zit, die gewoon veel geld uit de zakken van de voorbijgangers klopt.

Wie over de Kurfürstendamm slentert, moet niet vergeten om bekende koffiehuizen als Möhring of Kranzler te bezoeken. Daar laten heel wat bezoekers zich verleiden tot het eten van een flink stuk taart. Intussen genieten zij van de mensen die op straat voorbij komen en lachen om de jongelui met oranje, groen of paars gespoten haren.

INLICHTINGEN: Duits Verkeersbureau, Hoogoorddreef 76, 1101 BG Amsterdam, telefoon 020-6978066.

Publicatie datum = 18-05-1996

terug Duitsland intro