&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Op de pedalen door Berlijn
door Theo Jongedijk
BERLIJN - Wie een wereldstad als Parijs, Londen of Berlijn
wil ontdekken door zich in deze centra zoveel mogelijk lopend te verplaatsen,
komt niet zelden met blaren op de voeten thuis. Er zijn leukere souveniers.
Misschien om die reden viel de advertentie op, waarin een hotel in Berlijn
liet weten fietsen aan zijn gasten ter beschikking te stellen om eens op
een andere manier deze herenigde stad te leren kennen.
Het werd ons erg makkelijk gemaakt, want bij aankomst op de kamer lagen
de fietsroutes al klaar. We hoefden alleen nog maar op te stappen en voor
de kennismaking met Berlijn de tekst van het 'fahrplan' te volgen.
Omdat Berlijn geen noemenswaardige hoogteverschillen kent, bleven de zes
versnellingen, waarmee onze tweewielers waren uitgerust, voor een deel ongebruikt.
De stad heeft honderden kilometers fietspad, maar dat betekent niet dat
de infrastructuur volledig op deze vorm van vervoer is berekend.
De Berlijner verplaatst zich bij voorkeur op een andere manier dan op de
fiets. Dat is niet zo verwonderlijk in een metropool waar bijna iedereen
een auto heeft en het openbaar vervoer goed is georganiseerd. De bus, die
zeer frequent rijdt, is bovendien niet eens zo duur. Voor 3 Mark 90 is een
twee-urenkaart te koop, waarmee gedurende die tijd onbeperkt in alle lijnen
kan worden gereisd. Voorts is er een uitgebreid U-Bahn (metro) en S-Bahn
(sneltram) systeem, waarin de fiets mee mag.
In het Berlijnse stadsverkeer is de fietser een 'zwakke' partij. We merkten
al snel dat automobilisten hier hun rijgedrag niet in de eerste plaats op
de fietser hebben afgesteld. Het is dus goed oppassen, zeker als in- en
uitritten van het autoverkeer een fietspad kruisen.
De afstanden in Berlijn zijn enorm en veelal te groot om van de ene bezienswaardigheid
naar de andere te lopen. Dat komt doordat de stad rijk is aan parken, die
een groot oppervlak beslaan. Op de fiets is het een kwestie van even doortrappen
om de belangrijkste gebouwen van de stad aan te doen. We zien menig sjokkend
toerist even vermoeid als afgunstig naar onze vervoermiddelen kijken, als
we opgewekt en veelal genietend van de stedelijke natuur voorbij trappen.
De Brandenbuger Tor is door de vele toeristen moeilijk geheel in beeld te
krijgen.
Dat is onder meer het geval op de lange Strasse des Siebzehnten Juni, die
het stadspark Tiergarten doorsnijdt en uitkomt bij de Branderburger Tor.
Wie de 'Siegesaul' van Victoria, in de volksmond Goud Elsje genaamd, aan
de westzijde van het stadscentrum wil hebben gezien, maar ook de Brandenbuger
Tor in het echte 'Mitte', moet toch de afstand tussen het Groszer Stern-plein
en de beroemde poort zien te overbruggen.
Hier hervonden Oost en West elkaar zes jaar geleden. We mogen met de fiets
onder de bogen door, een voorrecht dat ook aan bussen is voorbehouden, maar
uitdrukkelijk niet aan auto's.
De handel in souveniers, die veelal aan de communistische overheersing
herinneren, tiert hier welig. De op straat gekochte Brezel, een gezouten
krakeling, bekend als typisch Duitse lekkernij, laat zich goed smaken. Evenals
het pilsje naar Rheinheitsgebot, even later, op het terras van café Lebensart
aan het historische Unter den Linden. Vier Mark per glas, maar het is nu
wel een drankje in vrijheid.
Publicaties dat Berlijn 'een grote bouwput' is, heeft dit jaar nog al wat
toeristen afgeschrikt. Er wordt weliswaar op meer dan 2000 plaatsen hard
gewerkt aan de herinrichting van de stad als regeringscentrum, maar de overlast
voor de bezoeker valt enorm mee. Bovendien zijn er steeds meer resultaten
zichtbaar, vooral in het voormalige oostelijk stadsdeel waar nieuwe winkelstraten
en -centra als paddenstoelen uit de grond schieten. Het Franse La Fayette
bouwde er in de Franzosische Strasse een zeer bijzonder warenhuis, dat alleen
al uit architectonisch oogpunt een bezoek waard is.
Ook aan de buitenranden heeft Berlijn een schat aan stedelijke en natuurlijke
bezienswaardigheden, die de toerist allerminst doen vermoeden gast te zijn
in een miljoenenmetropool. De landelijke route, die het hotel in dit gebied
heeft uitgedacht, vergde aanzienlijk meer van onze conditie en leidde onder
andere langs het slot Charlottenburg en de rivieren de Spree en de Havel.
De fietser komt op plaatsen waarvan gerust vermoed mag worden dat menig
Berlijner er nog nooit is geweest. Zo stil en zo verlaten als alleen de
eenzame fietser kan zijn. En dat in Berlijn!
(Informatie via Vrij Uit/ANWB of Berlin Excelsior Hotel)
Publicatiedatum = 07-09-1996
|