&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
De bron van de Donau
door Nico van der Zwet Slotenmaker
DONAUSCHINGEN - Het is altijd een beetje raadselachtig waar
een rivier precies ontspringt. Normaal gesproken is dat overigens nu niet
direct een onderwerp om ruzie over te maken. Omdat lieden die van het
toerisme moeten eten echter wel brood zien in zo'n bron op eigen terrein,
krijgen we in veel gevallen te maken met een twistappel die door al het
gekrakeel tenslotte in zulke kleine partjes wordt opgedeeld dat niemand
meer echt iets heeft om op te pochen. De langstrekkende reiziger kan dan
alleen nog concluderen dat hij in ieder geval op een na in alle andere
plaatsen op een dwaalspoor is gebracht of in de maling is genomen.
Nu moet er eerlijk bij worden gezegd dat het ook niet eenvoudig is, het
ontdekken van de eerste druppel van wat later zo'n machtige stroom zal worden.
Leken die het nog nimmer bij de hand hebben gehad, menen vaak dat het simpel
is. Uit een onderaardse bron verschijnt het water plotsklaps aan de oppervlakte
en dat is het dan. Nee, jammer, dat is het niet. Neem nou bijvoorbeeld de
Donau. In een tijdperk toen natuurkundigen nog niet iedere dag bezig waren
oude stellingen en heilige huisjes als tinnen soldaatjes omver te kegelen,
gingen we er vanuit dat die rivier in het slotpark van Donaueschingen tussen
het Zwarte Woud en de Bodensee te voorschijn komt. Een uiteraard door de
daar verblijvende edelman opgeworpen stelling waartegen weinig was in te
brengen. Wat erg verstandig was trouwens, want anders had het wel eens kunnen
gebeuren dat je er vastgebonden in een jutezak werd ingeworpen, een middel
dat in die jaren gaarne werd aangewend om opponenten in het ongelijk te
stellen.
Toen de macht van de kasteelheren wat begon te tanen en een ander ook eens
wat zeggen mocht, waren de bewoners van Furtwangen er als de kippen bij
om naar hun op 1148 meter hoogte liggende Martinskapelle te wijzen. Daar,
bij de bron van de rivier de Breg, lag ook de kiem van de Donau. U kunt
er eens heen gaan om u te laten overtuigen, al is de gangbare theorie van
het moment dat de rivier waar we het over hebben wordt geboren in een gebied
aan de oosthellingen van het Zwarte Woud, waar talloze beken en stroompjes
een akkoord voor samenwerking ondertekenen dat verder als een soort monsterverbond
in de vorm van de Donau door oostelijk Europa naar de Zwarte Zee stroomt.
Daar enig conservatisme mij niet vreemd is, laat ik al die nieuwlichterij
voor wat het is en hou ik het op Donaueschingen. De bron is hier omgeven
door een aan restauratie toe zijnd bouwwerkje dat wordt bewaakt door een
beeldengroep onder leiding van Moeder Baar die de Donau de weg naar het
oosten wijst. Helaas is haar daartoe dienende rechterwijsvinger door de
tand des tijds afgebroken, zodat de indruk wordt gewekt dat zelfs zij ook
niet meer zo precies weet hoe het nu met die Donau zit.
De bron zelf bevindt zich in een antieke vijver waarvan het verhaal gaat
dat personen van vorstelijke bloede hier regelmatig in spartelden onder
het nuttigen van grote hoeveelheden vocht. Echt fris kan dat niet geweest
zijn. In die jaren sloeg men de maandelijkse ontmoeting met de boender nog
wel eens over en wie drinkt er nu van zijn eigen badwater. In ieder geval
gingen die onderdompelingen met grote feesten gepaard, zodat het wel niet
bij water alleen gebleven zal zijn. Om grappenmakers af te schrikken staat
er nu een stevig hekje om de vijver. Erin springen zal nog wel gaan, maar
alleen op het droge kom je niet meer.
'Über dem Meere 678 meter. Bis zum Meere 2840 kilometer' staat er op een
plaquette. De Donau is namelijk bijzonder wispelturig. Als de rivier onze
richting had gekozen was het maar een klein stukje geweest. Nee, de stroom
moest per se de andere kant op en aan de muur naast de vijver hangen dan
ook talloze dankbetuigingen van landen die menen hun welvaart voor een groot
deel aan de rivier te danken te hebben. Dit ontcijferend kan ik me niet
aan de indruk onttrekken dat er een paar staten bij zijn die wel tien van
zulke rivieren goed zouden kunnen gebruiken.
Mag de Donaubron nog op precies dezelfde plaats liggen, met de eerste meters
van het (dan nog) beekje is een beetje gesjoemeld. Eerst liep het stroompje
een paar honderd meter door de slottuin parallel met de rivier de Brigach
om dan abrupt de zelfstandigheid op te geven. In 1820 vond de kasteelheer
dat echter toch te lastig en hij liet een tunneltje graven dat direct naar
de Brigach leidde. Op die plaats is een inmiddels bemo(r)st kapelletje gebouwd
door de een of andere vorst die daar uiteraard zijn naam aan verbond om
onsterfelijk te worden.
Want koningen en keizers kwamen naar Donaueschingen of het geen geld kostte.
Daar logeerden ze steevast in het kasteel van de familie Fürstenberg die
ook wel een veer weg kon blazen en dus ruim behuisd was. In het optrekje,
dat eigenlijk meer oogt als een landhuis, kunt u worden rondgeleid om te
zien hoe de adel het vroeger voor elkaar had. Zelf zwerf ik veel liever
in de immense tuinen met een overweldigende bloemenpracht. Er worden hier
regelmatig grote evenementen gehouden en als ik er ben is men net een terrein
voor paardendressuur aan het inrichten. Verder is er niemand in het slotpark
te zien, al ontwaar ik even later bij de consumptietent naast de bron twee
echtparen die hun kinderen proberen wijs te maken dat hier nu, precies hier,
de Donau ontspringt. Maar het kroost wil liever iets te drinken.
Publicatie datum = 07-09-1996
|