![]() |
2000 jaar dodencultuur in Nederlanddoor THIJS JANSEN DEN HAAG - De één blijft lekker thuis, de ander gaat liever op pad, maar één reis maken we allemaal; de laatste. "Wanneer?" vroeg Pluizer aan de Dood. "Dat is mijn zaak", zei deze. Met deze passage uit De kleine Johannes van de schrijver Frederik van Eeden wordt weergegeven hoe het besef van sterfelijkheid zich dikwijls onverwacht aan mensen opdringt.
De tentoonstelling richt zich nadrukkelijk op de dodencultuur in ons land. Het gaat volgens Wim Cappers in de tweemaandelijkse uitgave Museon immers om het opvullen van de leegte, die wij zelf achterlaten. Het museum maakt in 1999 de balans op. Ritueel
Zo wordt getoond hoe het christendom lange tijd vorm heeft gegeven aan het dodenritueel. Naast deze historische lijn zijn er enkele thema's uitgediept. Muziek heeft bijvoorbeeld altijd een grote rol gespeeld. Daarom is een selectie te horen van muziek, die in de loop der tijd bij uitvaarten was te horen. Die muziek loopt uiteen van het 'In paradisum' uit een rooms-katholieke uitvaartmis tot 'Waarheen? Waarvoor?' van Mieke Telkamp. Daarnaast wordt er vooruitgeblikt. De geboortegolf van na 1945 is binnenkort immers aan de beurt voor de laatste reis.
Deze generatie, die in de jaren zestig een vrijgevochten jongerencultuur vorm gaf, zal mogelijk vormgeven aan een dodencultuur met een geheel eigen gezicht. Daarnaast is er in het museum ook aan kinderen gedacht. Zo is er een thema speciaal gewijd aan de manier waarop het kind in de loop der tijd met de dood te maken kreeg. Eén keer Dood gaan doe je tenslotte maar één keer. Het is daarom goed al bij leven en welzijn eens daarover te hebben nagedacht. De tentoonstelling biedt daarvoor volgens Wim Cappers zowel een aanleiding als een handreiking. Het Museon aan de Stadhouderslaan 41 in Den Haag is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur en op zaterdag, zondag en feestdagen van 12.00 tot 17.00 uur. Inlichtingen: 070- 3381338. (eigen foto's)
Publicatiedatum = 5 juni 1999 |