Fit Vakanties

Edel met vakantie bij de Nederlandse adel

door Henk de Koning

APELDOORN - Adeldom verplicht en voor eigenaren van landgoederen betekent dit nu primair het in stand zien te houden van het kapitale erfgoed. Het beheren van landgoederen geschiedt al lang niet meer vanaf verheven hoogten door adellijke families, die voortreffelijk leefden van pacht en jacht.

Door verminderde inkomsten uit landerijen is het onderhoud van kapitale panden en de vele grond nu een zo kostbare zaak, dat eigenaren andere bronnen van inkomsten moesten aanboren. Toeristisch ondernemen bijvoorbeeld.

Het landgoed Schellerberg in Zwolle ligt gedeeltelijk langs de IJssel. Het koetshuis en de tuinmanswoning zijn grondig gerenoveerd.

In 1970 ontstond zo de Vereniging Gastvrije Nederlandse Landgoederen- en Kastelen (LKC), hoewel kastelen nog ontbreken. De organisatie telt uitsluitend 26 eigenaren van landgoederen, bij wie het publiek 'op stand' kan logeren feesten en vergaderen. Ja, zelfs prinsheerlijk kamperen in de tuin van de barones.

Voor de circa 1500 overgebleven landgoed-eigenaren in ons land stond de beweging van de flower-power in de zestiger jaren in het teken van de klaproos....

Want klappen kregen ze, de landadel, die door dalende houtprijzen, stijgende arbeidskosten en steeds minder renderende pacht, plotseling in de financiële problemen kwam.

Velen zagen zich genoodzaakt hierdoor hun kapitale erfgoed te verkopen. Anderen hielden vol en wisten te overleven door het tegen betaling openstellen van hun landgoed voor toeristische en andere evenementen.

De schrijfster Karin van Lier bezocht enkele van deze, bij de vereniging LKC aangesloten eigenaren en produceerde daarover een alleraardigst gidsje: 'Kamperen en logeren op landgoederen en kastelen in Nederland'. Een uitgave van Elmar B.V. in Rijswijk.

Veelal baronnen, baronessen, freules en gewezen hofdames voeren in de uitgave spontaan en op onthullende wijze het woord. Geen ridders hoog te paard, maar gewone ondernemers, bezig met gras maaien, vuilnis ophalen, entreegelden innen, gasten bedienen, optredens verzorgen en zelfs in een enkel geval in actie met het geneeskrachtig magnetiseren van gasten.

Geschiedenis

"Langoederen bezitten bijna altijd een rijke cultuurgeschiedenis", zo meldt Karin van Lier. "Op het ene landgoed staan boerderijen, genoemd naar roemrijke veldslagen van de vroegere baron met of tegen Napoleon, op het andere zijn nog de loopgraven uit de Tachtigjarige Oorlog te zien. Zelfs tref je nog landgoederen met prehistorische routes en graven uit het steentijdperk."

Tussen half april en eind oktober organiseren de huidige beheerders van het landgoed Het Singraven rondleidingen in het huis. Op het 425 hectare grote landgoed zijn wandel -en fietsroutes uitgezet.
Foto: Stichting Edwina van Heek

Groot is de zorg voor de natuur op de Nederlandse landgoederen. Karin: "Door milieu-vriendelijk werken zijn bijvoorbeeld in Groningen verdwenen vlinders en paddestoelen weer helemaal terug. In Twente is op veel plaatsen, na het afplaggen van de verzuurde grond, de paarse dopheide weer in bloei gekomen, en in Brabant zijn op landgoederen de vennen en poelen zodanig hersteld, dat bloemen, kruiden, salamanders en waterplanten weer ruimschoots een overlevingskans maken."

Veel landgoederen bieden de vakantieganger verrassende tochten door bossen en heuvelachtige heidevelden.

Emeritus predikant jonkheer Cees van Eysinga, tot voor kort eigenaar van Eysinge State in het Friese St. Nicolaasga vertelt in het boekje: "Sinds de 18de eeuw tot in de jaren vijftig van deze eeuw vond het halve dorp werk in onze bossen. Van het hout werden hekpalen voor het boerenland gemaakt. De bakkers gebruikten grote takken voor hun ovens, terwijl het afvalhout werd verstookt in de kachels van de dorpelingen."

De overgrootvader van de jonkheer behoorde in 1900 nog tot de grootste grondbezitters van ons land. "Mijn moeder was een Van Hogendorp", vertelt hij. "Toen Napoleon in 1813 uit Nederland verdween, namen Van Limburg van Stirum, Van de Duin van Maasdam en Van Hogendorp het voorlopig bewind over. Ziet u dat bureau daar? Daar heeft Gijsbrecht Karel van Hogendorp onze grondwet nog ontworpen."

Strand

Het landgoed Eysinga heeft als LKC-lid een zandstrand, een zwemvijver en een speeltuin. Vaste plaatsen zijn er voor stacaravans. De kantine is een volwaardig restaurant. De inkomsten van 50 koopbungalows maken het mede mogelijk dat de prachtige Friese Vegelinbossen in stand kunnen blijven.

Sfeervol kamperen in de vrije natuur op een kapitaal landgoed.

Eveneens in Friesland ligt het landgoed Epema State. Om het kapitale pand en het terrein van zes hectare in goede staat te houden werkt Epema State als een compleet toeristisch bedrijf. Het voorname huis met zijn fraaie interieur is opengesteld voor bezichtigingen, maar ook te huur voor diners, recepties en vergaderingen. De kelder herbergt wissel-exposities.

De State is eigendom van mevrouw M.C.E.W. van Eysinga-barones van Harinxma thoe Slooten en jonkheer C van Eysinga. Het beheer voert mevrouw C.F. van den Biesen-van Eysinga. Ze bekent: "Je moet een beetje gek zijn om zo'n landgoed te willen runnen, want rijk word je er niet van. Belangrijk is dat mijn man meewerkt. Twee maal per week maait hij het gras."

Kierewiet

Uit de verhalen blijkt de grote inzet waarmee landgoed-eigenaren trachten hun kapitale bezit in ere te houden. Zo ook mevrouw L.E. Caderius van Veen-jkvr. De Savornin Lohman, eigenaar van de voormalige boerderij met bijbehorend terrein 'De Boschplaatse' in het Groningse Blijham. Beaamt: "Je moet wel lichtelijk kierewiet zijn om een monumentaal bezit als dit te willen bewaren. Het levert geen cent op, het kost alleen geld. Je doet het omdat je van huis uit erfelijk belast bent met het idee: jongens, in dit leven hoort ook landschap. De overheid zou het meer moeten stimuleren." De Boschplaatse heeft een natuurkampeerterrein en ruimte voor groepen om te kamperen. De vakantieboerderij beschikt over een klein zwembad.

Het interieur van een voor de verhuur bestemd koetshuis.

Vanuit Zwolle is het een mooie, korte fietstocht naar het landgoed Schellerberg, aan de zuidrand van de stad, zo meldt Karin van Lier. "Hier keerden de heer W. Tromp Meesters en zijn vrouw in 1992 terug, na in de polder eerst een fruitteeltbedrijf te hebben opgezet. Het rustieke, tussen veel oude bomen verscholen landgoed, is al sedert 1600 bezit van de familie. Kampeerders kunnen hier de tent opslaan in de nieuwe hoogstamboomgaard, vlak bij de ingrijpend gerenoveerde boerderij. De hooiberg heeft een moderne zitruimte. Circa 20 personen kunnen logeren in het prachtig verbouwde koetshuis."

Het landgoed Molecaten in Hattem dankt zijn naam aan de bij een watermolen gelegen caten (hoeve). Karin: "De woning heeft veel grote ramen, vier schoorstenen en een torentje midden op het dak. In de vijver drijven waterlelies. Om het huis heen ligt de molenvijver. Er is een hoogstamboomgaard, een moestuin, een kruidentuin en een oranjerie waar druiven, komkommers en tomaten groeien."

Kamperen

In de Tachtigjarige Oorlog bevonden zich Spaanse troepen in loopgraven rond het landgoed. Tussen 1990 en 1998 werd Molecaten grondig gerestaureerd. De tuinen zijn opnieuw volgens oude plannen aangelegd en ook de vijvers hebben een indrukwekkende metamorfose ondergaan. Vlak bij het landhuis, tussen de loofbomen, ligt een tot hotel-restaurant verbouwde uitspanning uit 1858. Ook de molen, naast het terras, is volledig in oude glorie hersteld. Het landgoed staat open voor rondwandelingen en toeristisch kamperen.

Het prachtige bungalowbedrijf Zelle langs de Sarinkdijk in het Gelderse Hengelo getuigt hoe fraai de landgoederen vaak zijn gelegen.

Karin bezocht ook het Landgoed De Oldenhof in Vollenhove. "Het is een unieke vakantieplek tussen de nieuwe polders en het oude land. Lopend over het landgoed lijk je de geschiedenis te kunnen voelen. Het parkbos met slingerpaden is aangelegd in de vorige eeuw. Freule Sloet van Marxveld werd in 1920 eigenaresse van De Oldenhof. Eertijds was zij hofdame van koningin Wilhelmina, tevens belast met de opvoeding van prinses Juliana. "Ik geloof niet dat oudtante ooit kampgeld vroeg. Ze maakte graag een praatje met de gasten want het ging haar vooral om de gezelligheid", aldus mevrouw Rambonnet, wier vader het huis erfde. De Oldenhof is geschikt voor tenten, kampeerauto's en toercaravans.

"Er zijn wel eens mensen die eerst willen rondkijken en dan zeggen: 'Nee, het is mij hier te eenzaam.' Maar anderen vinden de tuin leuk, nou, dan bevalt de camping hun ook", getuigt barones G.C.E. von Mengden von Heydebreck in Vorden. Geboren uit Duitse ouders heeft zij veel gezworven. Haar vader diende als chef piloot de president van Colombia.

Oerwoud

De barones groeide derhalve op tussen de wilde dieren van het oerwoud. Al in 1958 begon haar inmiddels overleden man een natuurcamping in Vorden. De barones noemt zichzelf in het boekje 'een buitenbeentje'. Zo kan ze bijvoorbeeld plotseling voelen dat bij iemand de schildklier ernstig opspeelt. "Die persoon stuur ik dan door naar een iriscopist of een homeopathische arts", zo verzekert ze.

Vooral de uitstraling van een landgoed moet goed bewaard blijven.

Logeren in voorname historische gebouwen,- kamperen in bossen tussen breed uitwaaierende coniferen en appelboompjes, familiefeestjes op de deel, snoepen van zelfgemaakte pruimencompote en wandelen door eikenlanen en langs paden met wilde rozen. De landgoederen waar dat allemaal kan liggen verspreid over nagenoeg het hele land.

Inlichtingen: Vereniging Nederlandse Landgoederen en Kastelen LKC, tel: 055-355 88 44. Fax: 055-355 88 64. Internet: www.ikc.nl

Publicatiedatum = 1 mei 1999