"Alleen krachtige personen mogen het zeebad dagelijks nemen" Adel voelde zich in Noordwijk thuisdoor Harry Muller NOORDWIJK Toen het hotel geopend werd, ging de vlag meteen in top voor de verlenging van het traject van het trammetje van Leiden naar Rijnsburg tot Noordwijk. Op 22 juni 1885 kwam de tram voor het eerst bij het hotel 'Huis ter Duin' aan. De eerste eigenaar van het hotel was de Duitse textielhandelaar Heinrich Tappenbeck, die voor de somma van 15.000 er ook nog eens zes hectare grond bij kreeg. Via advertenties in binnen- en buitenlandse bladen werd het hotel aangeprezen. Voor de Duitsers werd de badplaats steeds als 'Noordwijk bei Scheveningen' aangeduid. Er verscheen bovendien een Noordwijker Badgids, waarin ook de namen van de badgasten werden opgenomen. Aardig is een stukje over het baden in zee. Daarin geeft een arts verschillende aanwijzingen. "Stapt men voor het eerst in zee, dan kan door den sterken kouden prikkel een groote beklemming op de borst ontstaan. Dompel dan niet direct geheel onder, maar besprenkel eerst hoofd, borst, rug en buik met het frische zeewater, of vang de aanrollende golf met den rug op in half-zittende, half-staande houding." "Wanneer gij een zeebad genomen hebt, raad ik u aan niet onmiddellijk daarna in een badstoel te gaan zitten, maar liever een half uurtje rond te wandelen. Zijt ge na het bad wat rillerig geworden, neem dan een warm kopje bouillon of een kop sterke koffie. Alleen flinke, krachtige personen mogen het zeebad dagelijks nemen." In het hotel kon je in een binnenbad met zeewater zwemmen. De schelpenvissers hadden onder hun kar een bak gehangen waarin het water van de schelpen werd opgevangen. Dit werd aan het hotel verkocht. De eerste badkoetsen waar men zich kon omkleden, verschenen toen ook op het strand. In die tijd was in Noordwijk badman Piet Bedijn erg populair. Hij liet zich assisteren door een aantal badvrouwen. De afstand tussen de badkoetsen was aan strenge voorschriften gebonden. Die van de heren behoorden bijna 300 meter van de dameskoetsen af te staan. De eigenaar van een bootje dat dichter dan 30 meter het afgepaalde strand voor de badgasten naderde, kon op een flinke boete rekenen. De Britten waren de eerste badgasten in Europa. Zij reisden al in de achttiende eeuw naar Nice, Biarritz en de kustplaatsen in het noorden van Frankrijk. In hun eigen vaderland was een dagje met het hele gezin naar het strand toen vrijwel onmogelijk. Gemengd baden was streng verboden, zelfs wanneer moeder, vader en de kinderen in een allesverhullend badkostuum waren gewikkeld. De Europese adel, zakenlieden en kunstenaars voelden zich weldra tot Noordwijk aangetrokken. In het hotel 'Huis ter Duin' voelden zij zich thuis. In 1892 was het hotel nadrukkelijk een Kurhaus. Veel werd geadverteerd met de zuurstofrijke lucht, die voor een goede stofwisseling zorgde. Omdat zeewater ook geneeskrachtig zou zijn, werd het in Scheveningen steeds met liters tegelijk gedronken, maar in Noordwijk stond het nooit op het menu. Het was ook al in die tijd gezellig op het strand. Je mocht daar een gesprek beginnen met willekeurige buren. Een meisje dat alleen met een chaperonne in een restaurant of theater haar verloofde mocht ontmoeten, mocht met hem naar hartelust in de golven stoeien, ook buiten het gezichtsveld van de ouders. In 1906 kwamen er al 3500 badgasten; nu krijgt men jaarlijks ongeveer een miljoen gasten. INLICHTINGEN: VVV-Noordwijk, telefoon 071-3619321. Publicatiedatum = 14 juni 1997 |