Het schip danst rond de
Canarische Eilanden

door Huib Boogert

a/b 'NOORDERLICHT'
De wind giert door de touwen. Het schip bonkt en stampt. Vakantie op een schip zou comfortabel moeten zijn. Maar dit is anders. Dit is afzien.

De lange oceaandeining en de golven van windkracht 7 schoppen de achtersteven naar boven, en trekken hem telkens weer terug in het water. De boeg wordt alle kanten op gesmeten. De neus van het schip danst als een horlepieper over de baren.

Op het achterdek wordt intussen voorzichtig geïnformeerd naar de spuugbakjes. Onverbeterlijke babbelkousen zijn getemd door de elementen. "Is dit vakantie of is dit een strafkamp?", wordt er gepiept.

De eerste dag van een weekreis met het oude zeilschip 'Noorderlicht' toont het àndere gezicht van de Canarische Eilanden. Niet de zonzijde, maar de schaduwkant. Want aan de oostkant van die eilanden kan het op zee, zeker in dit jaargetij, behoorlijk spoken.

De (hier) anderhalve kilometer diepe Atlantische Oceaan laat zich dan hoog opzwepen. Met moeite maalt de 'Noorderlicht' zich door de 4 tot 5 meter hoge golven. Inktzwarte golven.

Terwijl een aantal opvarenden groen en geel afdruipt naar het onderdekse, teneinde de toiletpot te omarmen of in de kooi even plat te gaan, staan kapitein Ted van Broeckhuysen (40) en stuurvrouw Maaike Groeneveld (28) afwisselend te glunderen aan het rad. Want met een zeilschip moet je zeilen. En dat gaat het best bij een stevige wind. Deining of geen deining.

Trouwens, op zeeziekte is gerekend. De pilletjes voor de passagiers staan dag en nacht gereed aan het dek, onder het deksel van het instrumentenpaneel naast het stuurrad. "Na een half uur werken ze al", beweert Maaike. "En als je ze geen half uur kunt binnen houden, hebben we ook nog zetpillen. Als het nodig is, zeg je het maar."

Ze heeft nog meer troostrijke woorden: "Zeeziekte is altijd de eerste dag het ergst. Daarna wordt het elke dag minder". Ellende went kennelijk. Je voelt het op den duur niet meer. Nòg een hart onder de riem: "Als je aan wal stapt, ben je het kwijt".

Zeilen en zeeziekte. Voor een kleine minderheid horen ze nog altijd bij elkaar. Zelfs ervaren zeilers of beroepsmatige zeelui hebben er aan het begin van een reis soms nog last van. Maar op de tweede dag breekt voor hen doorgaans de zon door.

Dat gebeurt ook boven de 'Noorderlicht'. Letterlijk dan. De lucht breekt 's morgens vroeg al open. De sluierbewolking hoog in de lucht wordt zachtjes weggeblazen. De deining (het gevolg van een langdurige storm op enkele honderden kilometers afstand) is afgevlakt. De 'groenen en gelen' van gisteren zijn weer kiplekker. Ze zitten luid kwebbelend op het achterdek, zeg maar: het zonnedek, en ze vragen zich af waar ze gisteren toch zo ziek van zijn geweest.

Voor hen begint de vakantiereis eigenlijk vandaag pas goed. Met een kabbelend 'vaartje' van zo'n 6 mijl per uur schuifelt het historische zeilschip in noordelijke richting, naar het eiland Lanzarote.

'Krusenstjern'

Op een goeie mijl afstand komt een woud-van-zeilen in zicht, een dwarsgetuigd schip la de 'Krusenstjern'. Alle zeilen zijn knalgroen. "De Alexandra van Humboldt", weet de vaste bemanning van het Noorderlicht. "Wordt gesponsord door Beck's Bieren. Vandaar al dat groen."

Maar de 'Noorderlicht' is niet minder historisch. De bijna 100 jaar oude Nederlandse tweemast-zeilschoener behoort tot de vloot van De Zeilvaart te Enkhuizen. Méér dan 80 zeilschepen heeft deze organisatie in de aanbieding. De schepen zijn allemaal particulier eigendom, maar De Zeilvaart doet de boekingen voor de eigenaren.

Vijftien schepen van deze traditionele zeilvloot zijn geschikt voor reizen op het grote water. De 'Noorderlicht' en de 'Thalassa' bijvoorbeeld zijn uitgerust voor tochten over de oceanen. De 'Noorderlicht' is een van de grootste zeegaande schepen van De Zeilvaart. Het schip vaart in de wintermaanden met passagiers (een- en tweeweekse reizen) in de wateren rond de Canarische Eilanden. In de zomer zijn de wateren rond Spitsbergen het doel.

De 'Noorderlicht' werd in 1910 in Noord-Duitsland gebouwd als lichtschip voor de Oostzee. Het heeft een versterkte boeg, als wapen tegen de ijsgang. In 1963 werd het schip opgelegd. Het diende als huisvesting voor gastarbeiders en als clubhuis voor een watersportvereniging. In het begin van de jaren negentig werd het, vanwege zijn stevige romp, aangekocht door Gert Ritzema en Ted van Broeckhuysen. Na een grondige renovatie werd de 'Noorderlicht' uitgerust met 10 tweepersoons hutten, 4 douches, 5 toiletten en 2 dagverblijven. Het voldoet aan de zwaarste classificaties van de Nederlandse Scheepvaartinspectie. Het schip meet 36x6,5 meter, de boegspriet is 10 meter, de diepgang is 3 meter, het totale zeiloppervlak 550 m2.



Onderweg werd ook La Gomera aangedaan.

Onze weektocht begint in de haven van Las Palmas (op Gran Canaria), gaat dan oostwaarts naar het eiland Fuerteventura en vervolgens noordwaarts naar het eiland Lanzarote. De route van de terugreis is ditmaal identiek, hoewel langs andere havens. Vaak gaat de terugtocht niet oostelijk langs de eilanden, maar westelijk. Vanwege de wind is dat deze week ongewenst. Natuurlijk heeft de 'Noorderlicht' een krachtige motor, maar kapitein Ted zeilt het liefst. Een zeilschip moet zeilen.....

Oosterburen

Aan boord wordt duidelijk, dat De Zeilvaart ook in Duitsland een goede pers heeft. Van de 17 passagiers is de helft van Duitse komaf. Maar alle oosterburen hébben wel iets met Holland. Ze zeilen er vaak, ze gaan er op vakantie, ze hebben er vrienden. Velen verstaan dan ook redelijk Nederlands, sommigen spreken het een beetje. Het pasgehuwde paar Andreas en Antje uit Bochum zit in zijn woonplaats zelfs op Nederlandse les.

De motivatie om als toerist met de 'Noorderlicht' te willen varen, is voor ieder dezelfde. In de wintermaanden oefenen de Canarische Eilanden een grote aantrekkingskracht uit, vanwege het veelal goede weer. Maar het platte vertier van Playa des Ingles is aan hen niet besteed. Ze willen iets anders dan anders. Rondtrekken op een zeilschip bijvoorbeeld. En bovendien: het is eens wat anders dan de wintersport.....

De voordelen? Je hebt je 'hotelkamer' altijd bij je, je restaurant vaart altijd mee, je kunt lekker luieren op het achterdek en je hebt een gigantisch zwembad om je heen. Zo af en toe hebben Maaike en Ted de opvarenden ven nodig voor het hijsen of reven van de zeilen, maar doorgaans is 'rust' het wachtwoord. Als het niet stormt, tenminste.

Een uitzonderlijke ervaring is het varen 's nachts. Op de zwarte zee is de sterrenhemel helderder en duidelijker dan thuis. Dat komt door het ontbreken van omgevingslicht van bijvoorbeeld straatverlichting of industrie n. "Geen lichtvervuiling", heet dat in vaktermen.

Als kapitein Ted 's nachts tegen drie uur, na een hele dag varen, aankoerst op de haven van Puerto del Rosario (Fuerteventura), staat de helft van de opvarenden nog aan dek. Dit willen ze meemaken: in het holst van de nacht op het zeil een haven aanvaren en dan vlak vóór het binnenlopen de zeilen reven. Op het eerste seintje van de kapitein springen ze allemaal in de touwen. Midden in de nacht hard werken om je vakantie op koers te houden: waar maak je het mee?

Kapitein Ted staat aan dek aan het stuurrad. Overdag mogen de gasten altijd sturen, maar in het pikkedonker een haven binnenlopen is niks voor beginners. Da's werk voor zeerobben, niet voor landrotten.

Hij draagt een T-shirtje. Dat kan hier, het is doorgaans 12 tot 15 graden. Maar is het op zo'n open dek niet constant bibberen, als je op Spitsbergen bent? Want daar is het dan gemiddeld 0 tot 10 graden. "Daar kun je je op kleden. Bovendien is het varen rond Spitsbergen in de zomer een stuk eenvoudiger, omdat het de hele nacht niet donker wordt, vanwege het noorderlicht."

Overigens is de subtropische duisternis rond de Canarische Eilanden levensgevaarlijk voor de scheepshond, wiens naam (IJsbrand) beter past bij Spitsbergen dan bij de Canarische Eilanden. Het zwarte poedeltje werd vroeger in het donker nogal eens vertrapt. Maar stuurvrouwe Maaike heeft daar iets op gevonden: 's avonds en 's nachts bindt ze het dier een lichtje om zijn nek. Het lichtje (met batterij) rinkelt ook een beetje. Zo hoort en ziet iedereen IJsbrand altijd aankomen....

Tonijn

Wie op een zeilschip zit, wil vissen. Bij een snelheid van 8 knopen is het moeilijk om een hengeltje uit te gooien. Maar daarin is voorzien: op de reling van het achterschip staat een spoel met stevig nylondraad. De gasten gooien graag de zware haak-met-kunstaas uit. Op dertig tot veertig meter sleept de 'Noorderlicht' het gekleurde kunstaas achter zich aan. Kleine bonito's en dorado's bijten gewillig. Maar de opwinding is groot, als Menno Smit (49) uit Wieringen een recordvangst doet: een tonijn van bijna een meter lang. Hij heeft er verstand van. Tropische visserij is zijn specialisme. Hij werkt immers bij het Landbouw-Economisch Instituut in Den Haag, afdeling visserij.

"Zo'n grote vis hebben we op de Noorderlicht nog nooit gevangen", oordeelt kok Wouter Hovenkamp (38). Binnen een uur ligt de tonijn gefileerd in de vriezer. De andere dag staat hij op het menu. Het vlees smaakt als zalm, verrukkelijk. De vis is zó groot, dat drie volgende groepen 'm óók nog voorgeschoteld krijgen....

Overigens wordt Menno ook een keer het slachtoffer van zijn hobby, het sportvissen. In het haventje van Puerto del Rosario gooit hij achteloos een hengeltje uit. Tot zijn stomme verbazing vangt hij een bruine murene. Als hij 'm (deskundig achter de kop) beetpakt, bijt het slangenbeest zich muurvast in zijn arm. Als hij de pitbullpaling in een wanhoopsbeweging losscheurt, spuit het bloed uit zijn pols. Maaike en Ted brengen redding. De wond wordt semi-chirurgisch verzorgd, kundig en zonder paniek. "Daar zijn we voor opgeleid", vertelt Maaike achteraf. "Ted en ik hebben beiden de grotehandelsvaart-diploma's. Bij de opleiding hoort een stage van vele weken op de eerstehulp-afdeling van een ziekenhuis. We schrikken nergens van, ook niet van hartaanvallen of gebroken benen."

De spanning aan boord van de 'Noorderlicht' kan door dit soort opwindende gebeurtenissen lekker oplopen. Zo maak je nog 's wat mee! Aan de wal is dat stukken minder. Het eiland Fuerteventura is in toeristisch opzicht 'tien keer niks'. Het is kaal en sleets, bedekt met stoffige vulkaan-as. Wel zandstormen, maar geen regenbuien. Gebrek aan water, gebrek aan groen. Slechte huisvesting, lage lonen, veel werkeloosheid. Te weinig scholen, veel analfabetisme.

De Nederlandse reisgidsen (ANWB, Dominicus, Kosmos) zijn eensgezind: in het dorp Antigua zijn de verkeerslichten de voornaamste toeristische bezienswaardigheid. Cynisme? De lichten stellen niks voor. Het blijken gewone voetgangerslichten te zijn.....

Vulkaankraters

Lanzarote is spannender. Het heeft een nationaal park met tientallen dode vulkaankraters. Het heeft angstaanjagende grotten, overgebleven na het 'opdrogen' van de onderaardse vulkanische magma-rivier. En het heeft César Manrique (1920-1992), de beeldend kunstenaar die op Lanzarote overal de hand in had. Het eiland is klein, maar wie voor een week nieuwsgierigheid meebrengt, komt tijd te kort.

Jammer is alleen, dat het (mondjesmaat geaccepteerde) toerisme op Fuerteventura en Lanzarote kan leiden tot misverstanden met de plaatselijke herbergier. In het stadje Morro del Jables bestelden we 'quattro cervezas'. Zo'n bestelling was kennelijk niet gebruikelijk. De kastelein keek ons glazig aan. Totdat hem een licht opging en hij opgelucht in het Duits meldde: ", vier Bier!"

Aan boord van de 'Noorderlicht' staat in het boekenrek een prachtige uitgave, met de titel 'Drank en deining'. Het boek gaat over de vele soorten huppelwater, die vroeger aan boord van schepen werden gedronken. 'Drank en deining': het leek een toepasselijke kop voor dit verhaal. De deining was inderdaad overvloedig aanwezig, maar met de drank viel het mee. Er werd veel doch beheerst gebunkerd. Ik heb niemand in lichtelijk verheugde stemming aan boord gesignaleerd. En na het passagieren is niemand tussen wal en schip terechtgekomen.

De meesten hebben, evenals uw verslaggever, méér last gehad van de deining dan van de drank. Vooral op de eerste dag.....

REISWIJZER

'Touroperator' De Zeilvaart te Enkhuizen verzorgt zeilvakanties in veel delen van Europa: Nederland, Scandinavië, Spitsbergen, Frankrijk, Kanaaleilanden, Groot-Brittannië, Ierland, Middellandse Zee en Canarische Eilanden.

De een- en tweeweekse tochten rond de Canarische Eilanden worden gevaren door de 'Noorderlicht' en de 'Thalassa'. De Noorderlicht is een tweemast-zeilschoener, de Thalassa een dwarsgetuigde barkentijn.

Een eenweekse reis gaat vanuit Las Palmas (Gran Canaria) naar de eilanden Fuerteventure en Lanzarote. Een tweeweekse reis vanuit Las Palmas naar de eilanden Tenerife, La Palma, La Gomera en El Hierro.

Op de Noorderlicht is plaats voor 20 passagiers. Aan boord behoeft niemand te werken, maar de meeste gasten helpen graag bij het hijsen of reven van de zeilen. Zeilervaring is absoluut niet vereist. Wie wil, mag aan het stuurrad staan.

De eenweekse reizen kosten ƒ590 p.p., de tweeweekse reizen ƒ1155 tot ƒ1420 p.p. Beddengoed is inbegrepen. Als bijdrage aan de boordkas wordt aan boord ƒ185 p.p. per week gevraagd. Dat bedrag is bestemd voor de (uitstekende) maaltijden, brandstofkosten, havengelden en toeristenbelasting.

De vliegreis Nederland-Las Palmas v.v. regelt De Zeilvaart ook. Op eigen verzoek kan de passagier dat eventueel zelf doen. Martinair en Transavia vliegen erheen.

Inlichtingen en brochure: De Zeilvaart, Enkhuizen, tel 0228 312424, fax 0228 313737.

Publicatiedatum = 8 maart 1997