&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Joggen op Atlantische Oceaan

door JOS VAN NOORD

Aan boord van de HEEMSKERCK - Als we 's ochtends om zeven uur over de strak blauwe Atlantische Oceaan ter hoogte van Gibraltar met zo'n dikke twintig knopen opstomen naar Tenerife, trekt kapitein Gelis Kasanwidjojo zijn sportschoenen aan. Gaat-ie hardlopen aan dek. Joggen op zee!

• De kolossale 'Heemskerck' van de P&O Nedlloyd, hier voor de kust van Zuid-Afrika, biedt plaats aan maximaal zes passagiers.

Prima voor de conditie", blaast de kapitein uit als hij na zes rondjes totaal zo'n drie kilometer heeft afgelegd over zijn immense koopvaardijschip "Heemskerck", de brandgangen af van voor naar achter en terug, langs en onder de wel vijf hoog opgestapelde koelcontainers.

"Als kapitein moet ik het voorbeeld geven. Fit zijn. En het eten aan boord is zo lekker dat we moeten oppassen voor een buikje", glundert de gezagvoerder uit Veendam, 51 jaar waarvan 25 bij de Nedlloyd. "Je moet wel vroeg zijn. Kom je na zevenen dan liggen er overal slangen, bezems en kwasten. Dan is de bemanning volop bezig met schrobben, sjorren, bikken en verven."

Op de brug is de concentratie altijd groot, vooral bij mistig weer. Terwijl de kapitein over zijn schouder meekijkt, tuurt eerste stuurman Gerard Vriens de einder af.

Later in de ochtend, als Maarten Tiesinga uit Venlo, een van de jonge maritiem officieren, de snelle tweemotorige zeereus van honderden miljoenen vanaf de brug onder controle houdt, komt de kapitein even kijken op het zonnedek. Even tijd voor een babbeltje. Zegt: "Ik laat de contacten altijd maar een beetje van de passagiers afhangen. Sommige passagiers zie je maar weinig aan dek. Ze slapen of ze lezen. Dit is geen plezierboot. Meevaren op een vrachtschip is prima voor mensen die van rust houden. Liefhebbers van drukte, disco en andere kermis kunnen maar beter met zo'n cruise-schip mee gaan. Bij ons moeten de passagiers zichzelf vermaken. Wij vinden het best leuk om af en toe een praatje te maken, maar wij bieden geen vermaak."

Sinds de Nedlloyd enkele jaren geleden opging in het Londense maritieme imperium van P&O is een oude traditie uit de VOC-tijd op enkele Nederlandse vrachtschepen hersteld: de mogelijkheid om als betalend passagier mee te reizen. Buitenlandse scheepvaartmaatschappijen die onze havens aandoen, zoals de Italianen van Grimaldi Lines en de Duitsers van Egon Oldendorff, bieden die gelegenheid ook. Maar zo'n echt Hollands koopvaardijschip, nog wel genoemd naar onze zeeheld Jacob van Heemskerck die als schipper onder Willem Barendsz nog overwinterde in Het Behouden Huys op Nova Zembla (1596) om elf jaar later als admiraal van de verenigde Nederlandse vloot te sneuvelen in de zeeslag met de Spaanse armada, dat is natuurlijk pas het ware avontuur.

"Als er door de massale waterverplaatsing eenmaal gang zit in zo'n zeekasteel, dan staat-ie met z'n diepgang van bijna twaalf meter niet zomaar ineens stil", zo had loods Mike Waalewijn mij bij ons nachtelijk vertrek langs de duizenden lichtjes van de Nieuwe Waterweg al uitgelegd. "Afmeren en aanmeren zijn daarom precisie-klussen, waarbij je ook heel goed op de hoogte moet zijn van de situatie, eventuele ondiepten en de stromingen in de haven. Daarom komt er bij de meeste havens een loods aan boord. Sleepboten helpen duwend en trekkend bewegingen te maken die het schip alleen niet aan kan."

Elke ochtend voor zeven uur maakt kapitein Gelis zijn jogging-rondjes op het 260 meter lange koopvaardijschip.

Harold Veenhuis uit het Groningse Haren heeft die nacht de wacht. Hij maakt als maritiem officier bij de Nedlloyd zijn derde reis sinds zijn stage en constateert dat het "fabelachtig" is hoe hij als 23-jarige op zo'n moment de verantwoordelijkheid draagt over een kapitaal schip van ruim honderd miljoen en een lading van bijna drieduizend containers waarvan de inhoud met gemak een miljard kan vertegenwoordigen. "Ik heb voor zee gekozen, voor de grote vaart, omdat ik het een geweldig vak vind. Het water en de techniek trekken me. Het geeft een machtig gevoel", zegt Harold. Maar als er mistbanken verschijnen, dan wil de kapitein gewaarschuwd worden, weet hij.

"Ik ga altijd opgewekt naar boven", zegt kapitein Gelis als ik me verbaas over zijn vrolijkheid, ook al is hij midden in de nacht opgetrommeld, uit zijn slaap gewekt. "Als ik narrig zou reageren, dan bellen die jonge officieren mij de volgende keer niet meer. Dan heb ik een probleem. Ik kom in eerste instantie ook niet uit bed om me ermee te bemoeien. Ik kom kijken. Ik kijk, ik delegeer en ik grijp pas in of neem het roer over als dat nodig is. Daardoor blijft die jonge officier zijn wacht ook interessant vinden. Als we andere schepen op de radar zien, dan overleg ik hoe we die gaan omzeilen, of en hoe we onze snelheid en koers aanpassen. Als ik hier alles zelf ga lopen doen, leren die jonge gasten niks."

De passagier kan intussen helemaal doen wat hij wil. Wil hij op de brug blijven kijken, dat kan. Wil hij wat gaan wandelen, gaan slapen, naar de fitness-ruimte, 's avonds naar de sterrenhemel of naar de tv kijken, dat kan ook. Niets hoeft.

De passagiersaccommodatie
is modern en ruim. Elke hut heeft een douche en toilet, tv en een bureautje.

"Meestal zijn onze passagiers wat oudere mensen. Ook wel echtparen of lieden die vroeger gevaren hebben en die het gevoel van vrijheid soms zo missen dat ze af en toe een zeereis mee willen. Rustige mensen vaak", zegt Ahmad Taufik, een stille kracht die als steward de passagiers maximaal zes in de watten legt. De pikante lucht van knapperige kruidnagelsigaretten verraadt de Indonesische afkomst van de meeste matrozen. Taufik komt van Madoera. "Het is een serieuze, hardwerkende bemanning", had kapitein Gelis mij al gezegd. "Voordelige bijkomstigheid van hun Indonesische nationaliteit is dat de meesten moslims zijn. Die drinken niet."

Zingen doen ze des te meer. Hartelijke, altijd vrolijke lieden. Karaoke is hun favoriete tijdverdrijf.

Zelf is de gezagvoerder ook van Javaanse komaf. "Mijn ouders komen uit Djokja, maar ik ben in Suriname geboren. De zeevaartschool deed ik in Den Helder en in Delfzijl haalde ik mijn rangen."

Bovendeks staan, stevig vastgesjord, de containers vijf hoog opgestapeld. Totaal kan de 'Heemskerck' er ruim drieduizend vervoeren.

Als ik tussen de middag aanschuif bij de Indonesische bemanning voor een Indische hap, lekker pedis door veel sambal, vertrouwt de kapitein hem op fluistertoon toe: "Liefst had ik zelf ook met jullie mee gegeten. Wat denk je: ik ben een Indische jongen! Maar dat kan helaas niet. Als kapitein mag ik de verhoudingen niet uit het oog verliezen."

De officieren lunchen en dineren, hagelwit geuniformeerd, met elkaar in de mess-room en van de passagier wordt verwacht dat hij met hen mee-eet. Een verplichting is dat niet: de passagiers-accommodatie heeft ook een eigen keukentje, waar de koelkast, evenals de fruitmand en de voorraadkast, steeds gevuld is.

Weerbarstig, roestig staal. Smeervet en teer in dikke lagen. Her en der verse grondverf. De overall die tweede werktuigkundige Arie van der Ende mij heeft aangereikt voor een bezoek aan de machinekamer een indrukwekkende, oorverdovende fabriek met een controlekamer die lijkt op die van een kerncentrale blijkt geen luxe. Eigenlijk moet je op zo'n schip ook anti-slipzolen onder je schoenen hebben. Arie (50) is de enige aan boord wiens vrouw mee reist. Joelene van der Ende gaat altijd graag mee. "Ik verveel me nooit en zo zijn we lekker bij elkaar", zegt ze blijmoedig. Hun dochter woont bij Kaapstad, in Zuid-Afrika, de eindbestemming van de 'Heemskerck'. Een mooie gelegenheid dus voor familiebezoek.

"Jammer dat we tegenwoordig bijna nergens meer langer dan 24 uur in een haven liggen", zegt Arie. "Niemand praat er graag over, maar mijn collega's hebben soms zorgen over thuis", zegt hij. "Gelukkig kunnen we tegenwoordig e-mailen."

Arie en Maarten bespreken het onderhoudsprogramma in de meld- en regelkamer, het controlecentrum van de tweemotorige zeereus 'Heemskerck'.

Wat er in de containers zit, weet de bemanning officieel niet. Alle manifesten zitten tegenwoordig in de computer, evenals de complete administratie van de vracht en de onderhoud-schema's van alle slijtage-gevoelige onderdelen van het schip, inclusief de machinekamer. "Komend uit Zuid-Afrika hebben we altijd veel fruit bij ons, soms wel duizend koelcontainers vol", meldt eerste stuurman Gerard Vriens (45) uit Roosendaal van achter zijn computerscherm. "Onderweg moeten we tweemaal daags de temperatuur controleren. Zonder deze lijndienst zou Nederland 's winters niet zulke lekkere appels, mango's, avocado's en mandarijnen eten."

De bemanning heeft het over een onderhoudsgevoelig en bewerkelijk oud schip, een old lady. Maar met z'n 22 jaar haalt de Heemskerck een mooie snelheid, ruim 35 km per uur. En omdat er nooit files zijn of verkeerslichten, leggen we per dag dus steevast 925 km af. Alles trilt en schudt.

Kopje koffie voor de gasten! Taufik zorgt dat het de passagiers aan niets ontbreekt.

"We hebben de snelheid van een Solex", grapt hoofdwerktuigkundige Hans Rengenhart (52) uit Amsterdam. "Alleen gebruikt hij wat meer brandstof: zo'n 110 ton zware olie per dag."

Op het achterdek ligt veel roet uit de twee schoorstenen, echte smeerpijpen. "Nee, je mag niet zeggen dat wij erg milieuvriendelijk bezig zijn, maar zo is het nu eenmaal in de scheepvaart: wij krijgen de smerigste olie, het laatste wat er nog over is van het raffinageproces wordt op zee verstookt."

Met 40.000 paardenkrachten duwen de twee immense hoofdmotoren de Heemskerck door de oceanen, drie reusachtige krachtstroomgeneratoren leveren onderweg de benodigde energie voor de koeling van de containers, maar bijvoorbeeld ook voor het kombuis, de werkplaats en de wasserij. "We zijn permanent bezig, vier maanden dag en nacht in touw om die hele zaak aan de gang te houden. Daarna zijn we wel toe aan onze drie maanden verlof", zegt Hans.

Met een verrekijker volgen we vanaf de brug verschillende zeilschepen om ons heen. "In Zuid-Europa is altijd veel pleziervaart. Maar straks als we langs Afrika zuidwaarts gaan, zie je niemand meer", zegt Maarten. "Dan wordt alles wat rustiger en laten we ook het zwembad aan boord vollopen."

Maarten studeerde aanvankelijk bedrijfskunde, maar ging later toch liever varen. "Geen seconde spijt van gehad. Soms is het ook echt spannend. Als we veel schepen om ons heen hebben, zoals vaak in het Verre Oosten, dan moet je verschrikkelijk goed oppassen. Dan kom je vaak met een natte rug van de brug."

Hofmeester Andre Boot (38) uit Burgh-Haamstede maakt met zijn computer elke dag een menukaart. "De presentatie is belangrijk", zegt hij over het eten. "Het gevarieerd houden, dat is het geheim. Steeds weer met iets verrassends komen. De proviandering goed plannen. Gisteren hadden we aardbeien met slagroom toe. Kijk, die aardbeien kan ik geen weken bewaren, ook niet in de koeling, dus die moeten er snel uit. Ik kijk op tv wel eens naar Joop Braakhekke. Hij zou eens een keer een stukje met ons mee moeten varen. Ik ben benieuwd of hij er hier iets van zou bakken."

Onder een schilderij van Mondriaan aan tafel met de kapitein en de officieren, hoogtepunten van de dag.

Aan de wand van de mess-room hangt een portret van koningin Beatrix. "Da's traditie", zegt Arie. "De koningin kijkt altijd naar de neus van het schip. Zou het schip ooit verkocht worden, dan moet de koningin van boord. Zij mag niet mee naar de volgende eigenaar. Da's ook traditie."

Er zijn nog steeds veel tradities aan boord van onze zeeschepen. Bij het wisselen van de wacht op de brug staat er voor de komende man altijd koffie klaar. Alweer zo'n traditie. Er wordt meestal snel gegeten. Te snel. Als passagiers naar de zin van de officieren te lang over hun maaltijd doen, krijgen ze te horen dat ze moeten voortmaken. "Want dat gaat allemaal van de zuivere slaaptijd van de kapitein af", wordt er dan gegrapt. Hier botsen twee tradities. Want een andere zeetraditie wil dat de kapitein nooit gaat slapen. Die gaat altijd 'even rusten'.

"Het is jammer dat de Nedlloyd zo'n moeite heeft om jongelui te vinden die willen varen. Ze kunnen haast niemand krijgen. Terwijl het toch een schitterend vak is", zegt hoofdwerktuigkundige Hans Rengenhart. "Mijn oudste zoon zit op de zeevaartschool in Amsterdam. Ben ik blij mee. Onze jongste wilde ik ook enthousiast maken. Dus die ging ook een reis mee om de smaak op te doen. Wat denk je? Elke dag tafeltennissen met de Indonesische bemanning. Hij kreeg hier de smaak van tafeltennis te pakken, in plaats van het zeeleven. Nu is hij Nederlands jeugdkampioen tafeltennis!"

EIGEN FOTO'S

REISWIJZER:

Sun Cruises in IJmuiden is agent van onder anderen P&O Nedlloyd. Inlichtingen over zeereizen per vrachtschip, lijndiensten en rondreizen, maar ook wilde vaart: telefoon 0255 517317.

Publicatiedatum = 9 september 2000