&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Fær Øer een verzameling rotsblokken in de Atlantische Oceaan
op weg naar IJsland
door Nico van der Zwet Slotenmaker
TÓRSHAVN - We krijgen er binnenkort weer een apart land
bij. De Fær Øer wordt zelfstandig. Of eigenlijk
moeten we zeggen: 'worden' zelfstandig, want Øer
staat voor eilanden. Fær voor schapen trouwens.
De schapeneilanden dus. Het wordt op drie-en-veertig verschillende manieren
geschreven en de spelling van de eilanders zelf kan niet eens op Nederlands
papier, omdat men achter de 'a' nog een 'e' doet en deze beide letters in
elkaar laat overlopen. Mijn eigen National Geographic Atlas of the World
spreekt over Faroe Islands en dat kan natuurlijk al helemaal niet. Dat is
dubbelop. Als lokale vertaling maakt men er dan nog Foroyar van en zo kunnen
we nog wel even doorgaan.
Voetbal
Wij houden het maar op Far Oer en als zodanig verschijnt het ook in de
voetbaluitslagen, want sinds een paar jaar wordt er op dit gebied internationaal
aan de weg getimmerd, al is het dan ook uitsluitend in de voorronden.
Een opvallende stap, omdat de Far Oer eigenlijk in geen enkel opzicht
aandacht wenst. De verzameling steenklompen in de Atlantische Oceaan op
weg naar IJsland is een wereldje op zich en de 45.000 bewoners willen
eigenlijk nergens mee te maken hebben. Ook niet met Denemarken, waar ze
op papier nog steeds deel van uitmaken en waar ze 300 kilometer van verwijderd
zijn.
Schilderachtige
dorpen aan het water. En overal staat de visvangst centraal.
De Denen zelf leggen die van de Far Oer in het streven naar zelfstandigheid
geen strobreed in de weg. Ze willen er wel van af, hebben er meer last
dan gemak van en hangen straks de vlag uit als het zover is.
Natuurlijk spreken ze op de Far Oer een eigen taal, hebben ze een eigen
vlag, drukken ze hun eigen postzegels, maken ze wat handel en belasting
betreft zelf de dienst uit en slaan ze hun eigen munt. Die heeft weliswaar
dezelfde waarde als de Deense kroon, maar in Kopenhagen kan je er geen
biertje voor kopen.
Basis
Ook levert de Far Oer geen mannen voor het Deense leger en heeft men
grote moeite met de op de eilanden gevestigde NAVO-basis. Toen Denemarken
tot de Europese Gemeenschap toetrad deed de Far Oer dat uiteraard niet.
Een dwarsliggerij die overigens nog wel te begrijpen is, omdat men zich
dan zou moeten houden aan uniforme regels voor de visvangst. En daar mag
al helemaal niemand zich mee bemoeien, want dat is de dobber waarop alles
op de Far Oer drijft. En die schapen zijn maar bijzaak. Er zijn er 70.000
en dat zijn er tekort. Er moet vlees worden geïmporteerd.
Talloze
beekjes en riviertjes op de eilanden leveren de kracht voor de energievoorziening.
Maar soms regent het drie maanden niet en moeten de kaarsen aan.
Streymoy is het hoofdeiland met de hoofdstad Tórshavn, de haven
van Thor dus, de dondergod. Een rondwandeling en een bezoek aan het museum
zijn aan te bevelen, maar je trekt toch al snel verder. Zo bereik ik Kollarfjordur
dat als een lang lint aan het water ligt. Er is een prachtig kerkje uit
1837 dat met graszoden op dak is afgedekt. Op het kerkhof is maar één
graf. Het is van Samuel Peter Samuelson die van 22 december 1819 tot 15
maart 1899 op deze aarde vertoefde en dus al precies een eeuw van een
verdiende rust geniet.
Vis
Rust is het trouwens wat alles hier uitstraalt. De mannen zijn kennelijk
allemaal ter visvangst en dat doen ze goed ook. Per inwoner wordt per
jaar 7000 kilo vis aan land gebracht, een aardige hap. Dat hoeven de eilanders
gelukkig niet zelf op te eten. Veel wordt geëxporteerd.
De eerste bewoners van de Far Oer hadden waarschijnlijk ook de visvangst
op het oog. In Kvívík zijn de resten van hun woningen nog
te bezichtigen en hier willen de paar toeristen nog wel warm voor lopen.
Gras
is op de Far Oer een prima dakbedekking.
Om de andere kant van het eiland te bereiken kan het verkeer sinds 1965
gebruik maken van een tunnel. Daarvoor moest je met de boot, want het
bergmassief van bijna 800 meter hoog was destijds een onoverkomelijke
hindernis.
Een bij een eilandengroep normaal obstakel is natuurlijk het water. Tussen
Streymoy en het andere belangrijke eiland, Eysturoy (Oosteiland), is een
keurige oeververbinding die 'de enige brug over de Atlantische Oceaan'
wordt genoemd. En verder zijn er een paar dammen en veerdiensten die het
nogal druk hebben, want van de 22 eilanden en eilandjes zijn er 17 bewoond.
Er wordt een beetje geboerd, maar veel stelt het niet voor. Er wil op
de Far Oer niet veel uit de grond komen en slechts zes procent van het
land is in cultuur gebracht. De rest ligt er maar zo'n beetje bij en de
schapen hebben moeite genoeg om hun kostje bij elkaar te schrapen.
Groen
Toch willen ze op de Far Oer ook wel eens een beetje groen zien en in
de toekomst moet daar ook het een en ander aan gebeuren. Geen bosbouw
direct, daar zal het nooit van komen. Geleerden hebben echter uitgekiend
dat er op de Far Oer precies dezelfde temperaturen heersen als op Vuurland,
het uiterste zuidelijke puntje van Argentinië. En daar groeien wel
volop bomen.
Het klimaat van de Far Oer wordt voor het grootste deel bepaald door
de warme golfstroom, waardoor het water nooit beneden de vijf graden komt.
Boven de tien bestaat echter ook niet, zodat strandgeneugten er niet inzitten.
Zonnebaden komt echter voor. Op een terrasje zitten minder. Als het dertien
graden is spreken ze op de Far Oer van een uitzonderlijk warme dag.
In
Kirkjobour heeft men vroeger nogal wat aan kerkbouw gedaan. De resten
zijn nog te bewonderen.
Een echte vakantiebestemming zal de Far Oer derhalve nooit worden, ook
al omdat er als je niet vliegt tenminste gebruik moet worden gemaakt van
veel tijd vergende veerdiensten.
Dat zal ze op de Far Oer allemaal een zorg zijn. Er is wel degelijk een
VVV, maar die is niet echt wervend bezig. Er is nu eenmaal niet meer in
de aanbieding dan vredige rust, al zijn er natuurlijk mensen die dat juist
zoeken.
Voor hen opent de Far Oer straks graag zijn eigen grenzen. In de trage
groei naar volwassenheid is onlangs de derde batterij verkeerslichten
in Tórshavn aangebracht. Er zit schot in.
Het
met plaggen bedekte kerkje van Kollarfjordur.
De Far Oer is niet een echte vakantiebestemming, maar een dagje kun je
er toch wel doorbrengen. Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor de andere
noordelijke eilanden als de Shetlands, de Orkney's en eilanden rond IJsland.
Er is een manier om ze allemaal eens aan te doen. Het luxe cruiseschip
'Deutschland' maakt iedere zomer (eind juni begin juli) een rondje langs
deze plaatsen waar je anders nooit komt.
Inlichtingen en boekingen bij Royal Hansa Tours, Stationsweg 41, 9471
GK Zuidlaren, tel. 050-4090080.
Publicatiedatum = 31 december 1999
|