&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Montreal, de stad waar in 1967
de wereldtentoonstelling werd gehouden
door HARRY MULLER
De Canadese stad Montreal is in de wereld bekend als de plek waar in 1967
de wereldtentoonstelling werd gehouden en in 1976 de Olympische zomerspelen.
Paviljoens en stadions uit die tijd zijn er nog steeds, maar hebben meestal
een andere bestemming gekregen. Zo werd bijvoorbeeld het Franse paviljoen
van de Wereld Expo omgebouwd tot een casino. Het stadion voor de Olympische
wielerwedstrijden werd nog maar af en toe voor deze sport gebruikt. Daarom
heeft men het nu veranderd in een toeristische attractie, die de naam Biodôme
kreeg. Hier laat men het landschap van verschillende klimaten zien, zoals
het tropisch regenwoud van Zuid-Amerika, de bossen rond de Canadese St.
Lawrence-rivier waar de lynx nog in het wild voorkomt en krijgen de bezoekers
een indruk van het leven op de noord- en zuidpool. Voor zo'n 80 miljoen gulden bracht men een brok natuur naar de stad.
Veel dieren die in ons land nauwelijks meer voorkomen, zijn in de uitgestrekte
bossen van Canada nog volop te zien. Maar helaas komen veel mensen er nauwelijks
meer toe om die natuur wat nader te bestuderen. Daarom wordt in het Biodôme
het leven in de Canadese bossen op een presenteerblaadje aan de moderne
stadsmens aangeboden.
Tijdens mijn bezoek is het winter en is de temperatuur buiten het vroegere
wielerstadion tot meer dan twintig graden onder nul gedaald. In de hal met
het bos, een meertje en rotsen houdt men daarom de temperatuur ook laag.
Het vriest gelukkig nog net niet binnen. De bodem van het bos is bedekt
met dode bladeren en loofbomen als de eik of de berk staan er kaal bij.
Het leven in het bos wordt niet mooier gemaakt dan het in de winter is.
Veel activiteit is er daarom niet te bespeuren. Er zwemmen wat eenden in
het meertje, waar bevers van stukken hout een dam hebben gebouwd. Veel dood
hout drijft op het water.
Af en toe zie je wat gespartel. Dat is een van de bevers. Je kunt via een
gang ook onder water kijken en daar zien we het dier volop in actie. De
bever is druk bezig om hout naar z'n nest te brengen. Steeds duikt het dier
met een paar stokken in de bek het nest in, dat goed verborgen is. De werkzaamheden
daar kun je op een televisie-scherm volgen, omdat men in het nest een camera
heeft gebouwd. Je ziet daar nog een tweede bever slapen, terwijl de ander
steeds maar met het hout bezig is. Een fascinerend schouwspel, waar je minuten
lang naar kunt blijven kijken.
Op een rotsplateau liggen een paar lynxen te slapen. Deze grote katten
met pluimpjes op de oren leven normaal van hazen en konijnen, maar krijgen
in het Biodôme zoveel voedsel dat ze de andere dieren in het bos niet zullen
aanvallen. Heel mooi is het ijsvogeltje op een tak in een boom, dat af en
toe in het water naar een visje duikt en ergens anders hangt een stinkdier
tegen een rots.
Het bos slaapt nu nog, maar op 1 maart begint de lente al in het Biodôme.
Dan wordt de temperatuur in de hal heel langzaam opgeschroefd en komen binnen
een week de groene blaadjes aan de bomen.
De St. Lawrence-rivier in Canada is meer dan 3000 kilometer lang. Naarmate
de stroom water dichter bij de Atlantische Oceaan komt, wordt het water
zouter. Daardoor verandert ook de wereld van de vissen. Sommige soorten
verdwijnen, terwijl andere vissen juist in een ideaal leefklimaat terecht
komen. Hier vind je bijvoorbeeld grote zalmen, de kabeljauw en de tong.
De laatste zie je als platvis over de bodem van de rivier schuifelen tussen
de zeesterren en krabben door en langs de zee-anemonen, die hier hun mooiste
kleuren tonen. Er was een aquarium met maar liefst 2,5 miljoen liter zout
water nodig om het leven onder water in de St. Lawrence-rivier aan de bezoekers
te kunnen laten zien.
Boven water is een kolonie Jan van Gents, wat fors uitgevallen zeemeeuwen.
Ze maken in de lente hun nesten op kunstig gemaakte rotsen die inmiddels
allemaal wit uitgeslagen zijn door de uitwerpselen van deze dieren. Af en
toe duikt zo'n vogel naar de bodem van de rivier op zoek naar een slakje
of een visje. Door een glazen wand kun je prachtig zien, hoe zo'n Jan van
Gent met grote snelheid naar beneden schiet.
Het leven op de Noord- en Zuidpool laat men ook zien en dan valt op, dat
het klimaat op de Zuidpool een stuk kouder is. Daar ligt het hele jaar sneeuw
en zijn er eigenlijk alleen maar verschillende soorten pinguïns op de rotsen
te bekennen. Vooral de dieren met gekleurde veertjes bij de oren vallen
op en worden door de bezoekers van het Biodôme meestal 'punkers' genoemd.
Op de Noordpool is het kennelijk minder koud, waardoor er meer soorten dieren
kunnen leven. Naast de pinguïns zijn daar ook veel eenden, meeuwen en papegaai-duikers.
Van de laatste vogels zijn er al verschillende in het Biodôme geboren.
Een topper is het tropisch regenwoud van Zuid-Amerika dat een beetje lijkt
op Burgers Bush in Arnhem. In Montreal is het bos nog wat ruiger dan in
de hal in de Gelderse hoofdstad. De vochtigheid van de lucht is net als
in het echte regenwoud erg hoog en bij een temperatuur van 26 graden Celcius
begin je gemakkelijk te transpireren. Fraai gekleurde vogels vliegen in
het rond, oranje ibissen strijken hun veren glad en enkele lepelaars zijn
in het water op zoek naar voedsel.
Apen dartelen in de bomen en op een strand bij een waterpoel liggen drie
krokodillen in het zand te suffen. Op dinsdag staat voor deze dieren een
portie vis op het menu, terwijl ze op donderdag dode ratten te eten krijgen.
Het Biodôme laat ook de tropische vissen zien, die in de Amazone-rivier
leven. Een kleurig geheel, maar ook de grote meervallen zwemmen daar rond.
De vlees etende piranha's heeft men voor alle zekerheid maar in een apart
aquarium gezet.
De stad
In Montreal wonen meer dan een miljoen mensen. Er wordt zowel Frans als
Engels gesproken. Lieden van allerlei nationaliteiten zijn hier in de loop
der jaren neergestreken. Veel Grieken en Portugezen, maar ook Chinezen die
in Montreal hun eigen wijk hebben.
Heel bijzonder is de ondergrondse stad met een systeem van tunnels, waardoor
nog eens 29 kilometer aan winkelstraten ontstond. Als het 's winters buiten
erg koud is, kun je hier heerlijk winkelen en tijdens de zomer is het onder
de grond lekker koel.
Tijdens de aanleg van de tunnels (soms in drie of vier lagen) moest men
ook onder de Christ Church door. Deze kerk werd in 1859 gebouwd en er mochten
natuurlijk geen scheuren in de muren komen. Daarom werd onder de kerk eerst
een dikke betonnen plaat gemaakt. De graafwerkzaamheden en de aanleg van
de tunnels duurden een hele tijd, maar alle kerkdiensten op zondag gingen
gewoon door.
In de stad onder de grond zijn ook verschillende stations van de metro.
Opvallend is, dat ze zo schoon zijn. Nergens vind je een propje papier op
de perrons en het bekladden van muren en treinen komt hier niet voor.
Aardig in Montreal is het archeologisch museum. Het is een modern gebouw
dat bovenop een opgraving van de vroegere stad is gebouwd. De oudste laag
zit het diepst en de ontwikkeling van het leven daarna is goed te volgen.
Wie Montreal bezoekt, moet vooral eens een van de Nickels-restaurants bezoeken.
Ze zijn mede-eigendom van de bekende Canadese zangeres Celine Dion en werden
als in de zestiger jaren ingericht. Meisjes in roze rokken, witte shirtjes,
korte witte sokken en lopend op gymschoenen serveren de maaltijden. Beroemd
is de Jumbo Sandwich, een boterham die met plakken geroosterd vlees belegd
is. Een laag beleg van een decimeter dik, die je met moeite kunt oppeuzelen.
Je kunt ook de favoriete cake van Celine bestellen. Ook dit is een flinke
hap met chocoladecake, warme chocoladesaus, ijs en slagroom. Als garnering
wordt een rode kers gebruikt.
INLICHTINGEN: Alleen schriftelijk: Canadese Ambassade, afdeling toerisme,
Postbus 30820, 2500 GV Den Haag. Het faxnummer is: 070-3656283.
Publicatie datum = 03-02-96
|