Casa Loma in Canada
nu een toeristische trekpleister
Dwalen door het optrekje van Sir Henry
door Nico van der Zwet Slotenmaker
TORONTO - Engelsen weten het zeker: "my home is my castle" en hoewel
je door gore arbeidersbuurten dwalend geregeld de indruk krijgt dat het
maar weinigen is gegeven dit uitgangspunt enigermate te realiseren, kan
je je er wel iets bij voorstellen. Het gaat om de geborgenheid, de mogelijkheid
om de boze buitenwereld uit te sluiten.
Casa
Loma wordt bekroond door tientallen torentjes en schoorstenen en je kunt
er gemakkelijk in verdwalen.
Er zijn echter lieden die de kreet honderd procent serieus nemen en inderdaad
niet eerder rusten voor ze zichzelf tot kasteelheer hebben laten slaan.
Dat ridders en belegeringen hun tijd hebben gehad doet ze niets. Ze willen
toch een eigen burcht.
Dit soort bouwsels tref je voornamelijk aan in Noord-Amerika waar plotseling
rijk geworden en omhooggevallen particulieren ergens onderin hun stamboom
nog iets adellijks laten ontdekken en menen dat de glorie van het verleden
niet beter kan worden hersteld dan door het bouwen van een middeleeuws
verdedigingswerk.
Patserig
Dat levert niet zelden gruwelijke creaties op van patserige prolligheid
en wansmaak, enigszins verlicht door de weelde van het interieur. Want
men moest er tenslotte toch ook in wonen. En eten. De keuken is in dit
soort behuizingen altijd de moeite waard, al was het alleen maar door
de schoorsteen en het braadspit dat een volwassen os draaiende kon houden.
De
eetzaal staat nog steeds vol met het kostbaarste antiek.
In Toronto, Canada, ging het de heer Henry Mill Pellat in het begin van
de vorige eeuw ook dermate voor de wind dat hij een lang gekoesterde wens
om op zijn eigen kantelen te staan meende te kunnen realiseren. Hij mocht
Sir voor zijn naam zetten en als groot man op bijna alle (financiële)
gebieden ontbood hij op een dag de heer E. J. Lennox, een architect die
naam had gemaakt met de bouw van het stadhuis. Volgens velen een slechte
naam trouwens, want Lennox was ver over de begroting gegaan en hij had
zich wat frivoliteiten veroorloofd die hem niet in dank waren afgenomen.
De heer Pellat stapte echter over deze bezwaren heen, ook al omdat hij
niet op een paar dollar hoefde te kijken. Begonnen in 1911 kostte het
300 werklieden precies drie jaar om het kasteel, Casa Loma, te voltooien
en na afloop stond de kassa op vijf miljoen gulden.
Vluchtweg
Maar daar had Sir Henry dan ook wat voor. Zelfs onderaardse gangen. Want
hoewel de kans op een vijandelijke aanval gering was zou hij in geval
van nood toch gebruik kunnen maken van een vluchtweg die in de stallen
eindigde. Verder maakte hij veel werk van de badkamer en liet zelfs vanuit
Frankrijk een bidet overkomen, een in die jaren opzienbarend attribuut.
Een
kasteel is pas een kasteel als er echte harnassen op hun voetstuk staan.
Bezoekers van Casa Loma vroegen dan ook regelmatig of ze even naar achteren
mochten. Ook voor de verdere inrichting van zijn slot moest Sir Henry
noodgedwongen in Europa zijn. Harnassen en slagzwaarden en middeleeuwse
schilderijen waren ter plekke nu eenmaal niet voorradig en het moest allemaal
echt zijn.
De
bezoeker kan er nu voor een paar dollar in ronddwalen. Dat was Sir Henry
nog geen tien jaar gegeven, want toen ging de gewiekste zakenman op de
fles en moest hij op zoek naar een veel eenvoudiger stulpje. Het gemeentebestuur
was wel zo goed Casa Loma voor een schappelijk prijsje van hem over te
nemen en het verder als toeristische trekpleister uit te baten.
De burcht was gevallen.
Eigen foto's
Publicatiedatum = 18 maart 2000
|