zaterdag 17 februari 2001

Noordoost-Brazilië ruikt aan toerisme

door Nico van der Zwet Slotenmaker

LAGOINHA - Fortaleza, de hoofdstad van Brazilië's meest noordoostelijke provincie Ceará, is me wat te druk geworden. Wat meesmuilend wordt zij vergeleken met Benidorm, maar de Spaanse stad kan er tegenwoordig wel een paar keer in ronddraaien. Over de twee miljoen inwoners telt Fortaleza momenteel al en wie wil flaneren of onbeperkt aan de prachtige stranden in de zon wil liggen, moet er zeker heengaan.

Zand en water zijn de heersende elementen.

Dit keer wens ik echter wat meer. Nog meer noordelijk de kust langs om te zien of het toerisme zich ook hier onverbiddelijk een weg baant. Dat valt mee. Zeker in Lagoinha, al beginnen ook hier de vreemdelingen de oorspronkelijke inwoners in aantal te overtreffen. Daar is geen invasie voor nodig overigens, want alles is hier nog zeer kleinschalig. Visserij was hier, net als overal in deze streken, de geëigende broodwinning en net als ik binnentrek, heeft de eigenaar van de grootste winkel in zeebanket een enorme kop onderhanden.

WOESTIJN AAN DE KUST

Maar op het strand maken de schuitjes een wat beschimmelde indruk en zie je al dat de meeste vissers kroegbaas zijn geworden of een hotelletje met een kamer of vier zijn begonnen. Veel te weinig om een echte stroom toeristen te kunnen onderbrengen, al komen er opvallend veel bussen binnen.

De vis staat klaar.

Het blijkt hier echter niet om Lagoinha zelf te doen te zijn. Althans, het is alleen het vertrekpunt voor meerdaagse rondtrips van enkele reisorganisaties. Daarom kan ik met mijn gids en chauffeur in alle rust op een terrasje een sapje pakken. Geperst uit de acerola, een vrucht niet veel groter dan een druif. Maar zeer gezond, wordt mij verzekerd. Een half glaasje heeft de kracht van een hele mand sinaasappelen. Daar sta je je dan thuis lam voor te persen.

 

De acerola groeit overal in noordoost-Brazilië en heeft als enige bezwaar dat ze nergens naar smaakt. Suiker toevoegen is de boodschap, al is dat nu juist weer niet gezond. Maar ja, zo blijft er altijd wat.

De vissersbootjes liggen wat beschimmeld op het strand. De terrasjes gaan ook hier straks de boventoon voeren.

Dan maar kokosnoten eten. Die zijn er meer dan overvloedig. Eerst voerde het suikerriet hier de boventoon. Door regeringsoptreden is de koers echter danig verlegd. Mijn begeleider heeft er een aardig verhaal over. Suikerriet werd en wordt voornamelijk gebruikt om alcohol te stoken en buiten het feit dat de bevolking daardoor vaker in een jolige stemming verkeerde dan gezien de armoedige omstandigheden verklaarbaar kon worden geacht, speelde ook het feit dat nog steeds een fors aantal auto's in Brazilië op pure alcohol rijdt. Dat is goedkoper dan benzine (ƒ1,50 tegen ƒ2) en de grote multinationals zagen die ontwikkeling uiteraard niet juichend aan. Dus gooiden ze het op een akkoordje met de regering, kokospalmen voor suikerriet. Dat is althans de lezing van de man in de straat. De grote oliemaatschappijen hebben die nooit bevestigd, wat overigens niet betekent dat het niet waar zou kunnen zijn. Integendeel misschien zelfs.

Lagoinha maakt nog allerminst een toerische indruk.

Dit overdenkend, nemen we nog maar een glaasje bessen en zie ik dat een ondernemer een viertal van die vierwielige motoren het strand op dirigeert om de zonaanbidders tot een ritje te verleiden. Dat is de pest natuurlijk. Zo gaat het al snel de verkeerde kant op. Die wagentjes zijn helemaal niet nodig om op het strand te scheuren. Huur dan een ezeltje of een paardje, maar niet zo'n raar ding.

In Brazilië zijn te veel ezels en in Caerá zijn er zelfs veel te veel. Ze leven min of meer in het wild, planten zich ongegeneerd voort en zorgen voor overlast. Er is onlangs een regeling uitgevaardigd dat iedereen zich voor een paar kwartjes eigenaar mag noemen van zo'n beest, als hij er maar voor zorgt.


De begraafplaatsen bij de vissersdorpjes maken een povere indruk en zullen straks ten prooi vallen aan de elementen.


Een ezel is net een kameel, hij kan met weinig toe en daarom zie je ze veel op het strand waar toch weinig vegetatie ze ten dienste staat. Verder is er eigenlijk weinig op de been. Vissershutten, die zelfs die naam eigenlijk niet verdienen, en soms een wat grotere nederzetting met het kerkhof aan de zeezijde, zodat de elementen straks het allerlaatste woord hebben. Want als de zee de provisorische graven niet verzwelgt, doet het zand het wel. Het gevecht tussen die twee oermachten wordt hier dagelijks uitgevochten.

Ceará betekent woestijn, een op het eerste gezicht wat vreemde naam voor een provincie met zo'n lange kuststrook. Als je er echter een keer bent geweest, begrijp je het. Enorme zandduinen rijzen onmiddellijk naast de branding omhoog en ze kunnen zich met een wonderbaarlijke snelheid verplaatsen. Kleine steden en dorpjes zijn er al het slachtoffer van geworden.

Er past precies een auto op het pontje.

Nu zorgen ze vooral voor een zeer ongeregelde kustlijn, zodat we een paar keer met onze jeep op een net passend pontje moeten om een beetje de kortste rechte lijn tussen twee punten te kunnen volgen.

En dan krijg je weer tientallen kilometers strand met weinig anders dan de bromfiets van de jongen die iets spannends met zijn vriendin van plan is of zoals in het gindse poeltje de uitvoering daarvan al ter hand heeft genomen.


Het hele dorp heeft vanavond genoeg te eten: er is een schildpad op het strand gebracht. Met opzet gevangen of per ongeluk in het visgerei gekomen?


Verderop plotseling bij een gehucht een soort oploopje. Er is een reusachtige schildpad gevangen. Dat is streng verboden en mijn gids en de chauffeur die ook de natuur hebben te beschermen, snellen toe. De mannen die met het ontleedwerk zijn begonnen, verzekeren ons echter dat het dier per ongeluk in hun net is gekomen en al zwaar gewond en stervende was toen ze het vonden. Ze krijgen het voordeel van de twijfel, al kijken mijn begeleiders elkaar eens fronsend aan.

Maar ja, laat het ook maar eens een keer feest zijn in het dorp. En als ze bij de benzinepomp nog een paar litertjes drank halen, kan het nog best gezellig worden.

De reisorganisatie Q-International is gespecialiseerd in reizen naar het noordoosten van Brazilië. Voorlopig nog met rechtstreekse vluchten naar Fortaleza, maar in de toekomst met een tussenlanding op de Kaap-Verdische Eilanden. Een week Brazilië op basis van een tweepersoonskamer en ontbijt is er al voor zo'n ƒ1400 per persoon te maken. Bovendien is het voor ons begrip een goedkoop land.

Inlichtingen: Q-International, telefoon 055-539 58 00;
website www.QXXL.nl; e-mail: infoQXXL.nl

 

EIGEN FOTO'S

vlag Brazilie