Stadswandeling gekoppeld
aan tentoonstelling
Wie woonde waar in
16de eeuws Brugge
door Thea Detiger
BRUGGE,
Dat Brugge prachtige oude huizen en hofjes heeft is
bekend. Maar wie woonden daar in de 16de eeuw? Naar aanleiding van de
tentoonstelling 'Van Memling tot Pourbus'(tot 6 dec.) dook Openbaar
Kunstbezit Vlaanderen in de archieven. Dat leverde een stadswandeling
op vol persoonlijke gegevens en anecdotes. Het boekje 'Huizen en hun
bewoners' is voor 300 Bfr. te koop aan de balie van het Memlingmuseum-
Oud Sint-Janshospitaal (Mariastraat 38). De wandeling duurt circa
anderhalf uur.
Centraal staat de Vlamingstraat, die al in de middeleeuwen een drukke
handelsas vormde. Op nummer 11 was in de 16de eeuw wijntaveerne 'De
Munte' gevestigd van herbergier Hendrik de Pruyssenare. Op 22 woonde
kaarsgieter Pieter Cobrisse. En op 23 was Huis de Pelikaan van de rijke
koopman Jan van Eyewerve. Pieter Pourbus, die zijn werkplaats had aan
de Jan Miraelstraat 4-8, kreeg de opdracht om zijn huwelijksportret te
schilderen.
Madonna met de paplepel (1515), een succeswerk dat
Gerard David verschillende keren herhaalde.
Van het huis van schilder Ambrosius Benson aan de Vlamingstraat 68-70
is niet veel meer over. Het huis van zijn collega Adriaan Isenbrant
(Vlamingstraat 69) werd in 1776 van een nieuwe trapgevel voorzien.
Beide schilders frequenteerden herberg 'De Vijf Sterre' in de
Langestraat en hadden een verhouding met de waardin Katelijne van
Brandenburch. Dat bleek toen Isenbrant in 1530 werd veroordeeld wegens
overspel. Zijn familie ontfermde zich na Katelijne's dood in 1537 over
zijn buitenechtelijke dochter Jozijne. In 1539 kwam Adriaan weer in de
rechtsverslagen voor, omdat zijn dienstmeid Adriana Adriaens uit
Vlissingen hem had bestolen. Ze werd een maand opgesloten en vervolgens
uit Vlaanderen verbannen.
De fraaie laat-gothische gevel van Vlamingstraat 51 werd in 1516 door
Joos vanden Poele ontworpen voor edelsmid Jacob Cnoop. Diens dochter
Cornelia trouwde met de schilder Gerard David, die oorspronkelijk uit
Oudewater bij Gouda kwam. In Davids woning aan de Sint-Jorisstraat 6,
woonde Ambrosius Benson enige tijd in als schildersleerling. Beide
mannen kregen ruzie om geld en als borg hield David twee koffers van
Benson achter. Deze daagde hem echter in 1520 met succes voor de
rechter. David werd korte tijd opgesloten in gevangenis het Steen op de
Burg.
In de Sint-Jorisstraat woonden ook de schilders Hans Memling (no 20),
Hugo Provoost (25) en Lanceloot Blondeel (26). Andere straten die
worden beschreven zijn de Grauwwerkerstraat, de Augustijnenrei, de
Spanjaardstraat, en uiteraard de Markt. Brugge was eind 15d, begin 16de
eeuw internationaal georiënteerd. Een van de beroemde
buitenlanders die zich hier vestigden was de Spaanse humanist en
pedagoog Juan Luis Vives, die reeds in 1526 een plan opstelde om ook
arme kinderen onderwijs te geven.
Publicatiedatum = 3 oktober 1998
|