Kongo-tentoonstelling

door Nico van der Zwet Slotemaker

TERVUREN - Voor een tentoonstelling is vrijwel ieder onderwerp goed genoeg, maar een tentoonstelling over een tentoonstelling moet toch wel iets bijzonders zijn. In België hebben ze er een. 'Met de tram naar Kongo' in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in het Brusselse voorstadje Tervuren handelt over de expositie die hier precies honderd jaar geleden werd gehouden en die door de Belgische koning Leopold II was bedoeld om bij zijn onderdanen meer begrip en belangstelling te kweken voor zijn persoonlijke koloniale hobby, Kongo dus. Het breed uitgemeten spektakel in Tervuren was overigens destijds slechts een onderdeel van een wereldtentoonstelling op allerlei gebied.

Affiche van de Brusselse wereldtentoonstelling, precies een eeuw geleden.

Het tropische onderdeel stal echter de show. "Op sommige dagen kwamen wel 40.000 mensen per tram van het Jubelpark naar Tervuren," zegt Kristien Opstaele van het museum. Die tram lijn 44 rijdt er nog, al moet u vanaf het station Brussel eerst even een stukje met de metro.

200 Kongolezen

Het succes van een eeuw geleden lag uiteraard voornamelijk in het exotische karakter van wat eigenlijk het beste als een "show" kan worden betiteld. Meer dan 200 Kongolezen waren uit hun vaderland naar Tervuren overgebracht waar ze in drie "negerdorpen" eigenlijk precies moesten doen wat ze thuis ook deden, namelijk gewoon doen. Dat lukte door de grote belangstelling niet al te best. Je potje koken gaat wat minder gemakkelijk als er steeds duizenden nieuwsgierigen op je handen staan te kijken en naar de normen van deze tijd zouden we van een gênante vertoning kunnen spreken.

Een van de drie nagebouwde Kongo-dorpen op de expositie van 1897

In die jaren lag dat even anders. De westerling kreeg wat nieuws, wat onbegrijpelijks te zien. Alsof ze wilde dieren in hun kooien kwamen bekijken. Een primeur was dit overigens toen al niet. De Britten zijn er waarschijnlijk mee begonnen. Zij voerden uit hun koloniën ook kleurlingen aan die op kermissen en dergelijke tegen vergoeding konden worden bekeken en toen dat niet meer echt werkte lieten ze hun "koopwaar" een robbertje onderling vechten.

Niet bekend is of er toen ook al stukken oor werden afgebeten of dat deze acties pas uit onze verlichte tijd stammen. Ook was het vast pandoer om muntjes in heel diep water te werpen teneinde de zwemkunst van de inboorlingen te testen, waarschijnlijk in de hoop dat er een niet meer boven zou komen. Ook op dat punt is er niets veranderd. Ik leid u zonder de geringste moeite naar meer dan twintig plaatsen op de aarde waar de toeristen zich nog steeds met dit tijdverdrijf vermaken.

De Kongolezen hadden honderd jaar geleden in Tervuren niet alleen moeite met al die aandacht. De krijgers een groot deel van de groep had uiteraard op bevel te dansen en te schreeuwen en bovendien moest er muziek worden gemaakt, want een oerwoud zonder tam-tam stelt uiteraard niets voor.

Natuurlijk moest er ook oerwoudmuziek worden gemaakt op uit Kongo meegebrachte instrumenten. De twee trommels zijn nog in het museum te bewonderen.

Nog erger was het dat de Afrikanen niet opgewassen waren tegen onze klimatologische omstandigheden. Wel was bekend dat als je als westerling naar de tropen reisde enige voorzorgsmaatregelen vereist waren, maar dat zulks ook andersom gold had niemand voor mogelijk gehouden. Zeven Kongolezen overleefden hun internationale avontuur dan ook niet. Ze werden in Tervuren begraven, waarbij de Belgische belangstelling voor de zwarte broeders overigens niet zo ver ging dat ze een vooraanstaand plekje kregen. Het moet ergens achteraf zijn gebeurd, want het betrof hier natuurlijk geen echte christenen.

Pijnlijk

Op de expositie wordt ook pijnlijk duidelijk hoe België eigenlijk ooit aan zijn kolonie is gekomen. Ieder zich zelf respecterend land had destijds overzeese gebiedsdelen. Het verdroot Leopold II dan ook uitermate dat hij steeds met lege handen stond. Terwijl zijn vorstelijke collega's onderling opschepten over het aantal vierkante kilometers dat ze er weer bij hadden geroofd werd het pijnlijk stil als hij eens aan de beurt was. Dat kon niet zo voortduren natuurlijk en bijna iedere avond sloeg Leopold de wereldatlas open om te zien of er nog iets voor hem was overgebleven.

Nu was in die jaren Afrika een nog nauwelijks in kaart gebracht gebied. Voor het grootste deel van het immense continent hadden de koloniale machthebbers namelijk niet de geringste belangstelling omdat er behalve slaven weinig viel te halen. Wel zwierven er wat ontdekkingsreizigers rond zoals bijvoorbeeld de heer Stanley, u weet wel, die van "Livingstone I presume".

Leopold vroeg hem eens uit te zien naar een braak liggend stukje. Het moest wel fors aan de maat zijn, want Leopold had zo is vooral later uit de geschriften gebleken niet weinig last van grootheidswaan(zin). Hij zag zich als heerser over de halve wereld, wilde Turkije gewapenderhand inlijven, dacht aan een forse portie China en meende ook wat eilanden in de Pacific bij zijn grondgebied te kunnen trekken. Dat ook Noord-Brabant en Nederlands Limburg op zijn verlanglijstje stonden doet in dit verband kleinschalig aan.

Hoe dan ook, Henri Morton Stanley wist nog wel wat. Kongo. Zonder dat de grenzen echt getrokken werden en de plaatselijke bevolking iets werd verteld "kreeg" Leopold II zijn kolonie. Zijn kolonie, inderdaad. Het land was niet van België, het was van hem. Vandaar ook dat hij Kongo in 1908, vlak voor zijn dood, aan zijn land cadeau kon doen.

Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika ligt te midden van een schitterend park.

Het museum, gemakshalve dat van "Midden-Afrika" genoemd, had hij zijn dankbare volk toen al geschonken, want na het succes van 1897 kon men niet anders dan besluiten er een permanente expositie van te maken die nog steeds een absolute en verplichte publiekstrekker is. Reusachtige kano's, opgezette dieren, wapens, alles is er in meer dan ruime mate en de twee trommels die honderd jaar geleden door het orkest uit Kongo waren meegenomen staan er ook nog. Ter lering en niet meer uitsluitend ter vermaak. Gelukkig.

Oh ja, nog een bijzonderheidje: Leopold II bezocht Kongo nimmer. Maak die fout niet. U kunt er tenslotte met de tram naartoe.

De expositie "Met de tram naar Kongo" is nog tot 16 november 1997 geopend. Dinsdag t/m vrijdag van 10 tot 17 uur. Zaterdag en zondag van 10 tot 18 uur. Maandag dicht. Tel. 0031 2 769 5211.

Publicatiedatum = 19 juli 1997

terug Belgie intro