&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">

Johan Reygaerts doet boekje open
over Belgische hoofdstad

'Brussels Zonden en Zaligheden'

door HENK DE KONING

BRUSSEL
Brussel fungeert al voorspoedig als het hart van Europa dat steeds verder naar éénwording streeft. Zo'n 30 procent van alle Europese wetten en regels- die de kruipolie vormen van het gezamenlijk functioneren van de de Europse lidstaten- worden in Brussel bekokstoofd. ,,Er is een Europees consumentenbeleid, een Europees visserij-en landbouwbeleid, maar er is nog géén Europees beleid voor toerisme en recreatie", zo stelt het Platform Toerisme en Recreatie kritisch vast. Door de ogen van een Belgisch reisjournalist namen we een kijkje in Brussel en ervoeren hoe het zonder toeristisch EU-beleid daar toch goed toeven is.

Een deel van de Grote Markt in Brussel

In zijn verhalende reisgids 'Brussel, zonden en zaligheden' (uitgegeven bij Davidsfonds in Leuven) belicht de Belgische reisjournalist Johan Reygaerts als geen ander de 'hartenklop' van zijn hoofdstad.

Vaak tot in de kleinste details bespreekt Reygaerts tal van bijzonderheden van Brussel als daar zijn: Manneken Pis; de vermaarde Brusselse karakollen; de woonplek van Multatuli; het schandaal van het 'Atomium'; het populaire café Falstaff, de unieke smul-chocolade van de Draps-dynastie en het vroegere stamcafé van Karl Marx. Een kleine greep hieruit.

Het is ongeveer 460 jaar geleden dat de 'karakol', een kleine, fijne, donkergrijze zeeslak, haar intrede deed in de Belgische hoofdstad. En nog steeds telt Brussel een vijftigtal vaste karakollenverkopers.

De naam van het slakje kennen we sinds de Spaanse overheersing. De Spaanse meisjes van toen pleegden fijne krullen in hun haar te zetten, die 'caricoles' werden genoemd. Omdat de zeeslakjes aan die krulletjes deden denken, werden ze ook maar 'caricoles' gedoopt. De vermaarde Brusselse zeeslak geniet inmiddels de reputatie van een gastronomische lekkernij.

Falstaff

In de voetsporen van Johan Reygaerts belanden we als vanzelf in het karakteristieke, uit 1900 stammend café Falstaff in de Henri Mausstraat aan de zijkant van de Beurs.

Het is een prachtig Jugendstil etablissement met Shakespeares Falfstaff de drinkebroers spiedend vanuit een verlicht glas in loodraam. Het beroemde café exploiteert bovendien het grootste terras van Brussel. Overdag trekt de brasserie veel dagjesmensen, maar ook bridge spelende madammen op leeftijd en congressisten zoeken hier graag hun vertier. 's Avonds vult het getapte etablissement zich met het typisch drinkgelag-publiek; 's nachts komen er de aanhangers van een laatste pint of het zoveelste slaapmutsje.

Sprekend over Brussel onthult Reygaerts een pijnlijk geheim rond jawel: 'Manneken Pis'. Die wereldberoemde fonteinputto, die in de gedaante van een plassend jongetje, in het hartje van deze wereldstad, voortdurend klaterend van zijn incontinentie blijk geeft.

Reygaerts meldt: "Dertien augustus 1639 is de vroegste vermelding van het Brusselse Manneken Pis, zoals we deze nu zien en kennen. Echter twee eeuwen daarvoor werd in het Belgische plaatsje Geraardsbergen in Oost-Vlaanderen al een dergelijk beeldje van een plassend manneken opgericht. Al sprak men daar vanwege de legering van het metaal over het 'Latoenen Manneken'. Het bewijs hiervoor levert Geraarsbergen aan de hand van nog bestaande stadsrekeningen.

Mélaine Draps is de tweede generatie van de meest succesvolle Brusselse praline- en chocolademakers. Haar oudste winkel bevindt zich aan de Grétrystraat nummer 27.

Het handelsmerk van de familie was ooit 'Godiva' maar nadat die naam ongelukkigerwijs in vreemde handen viel, is er nu de nieuwe herkenning: 'De snoepjes van Mélanie". Zelfs koningin Fabiola van België bestelt bij Mélanie haar chocolade paaseieren. Veel Belgische kerkvorsten genieten ook het liefst van de 'goddelijke pralines' van dit aloude Brusselse huis.

Super koffie

Aan de hoofdstedelijke Kiekenmarkt 49, in hartje Brussel, staan we met Reygaerts stil voor de internationaal vermaarde koffiebranderij van A. Wulleman. "Koffiekenners van overal strijken hier neer om te kunnen proeven van meer dan 20 verschillende soorten versgemalen koffie", vertelt Johan. "Hier paraderen koks, kenners, specialisten, amateurs, fanaten, en gewone dagelijkse genieters van koffie-met-kennis."

Elvis Pompilio is de gevierde selfmade-hoedenmaker van Brussel, Café Le Cygne ('De Zwaan') links van het stadhuis aan de Grote Markt was eens de geliefde pleisterplaats van Karl Marx. Op 9 februari 1845 kwam deze politiek leider naar Brussel om er te werken aan zijn 'Communistisch Manifest'. Beroemde beeldhouwershanden waaronder die van Rodin sculpteerden het imposante Beursgebouw van de Belgische hoofdstad.

Voor Afrika in Brussel moet je zijn is de 'Matonge'; de zwarte wijk rond de Naamse Poort. Dit deel is het domein van typisch Afrikaanse barbieren, boetiekjes en snuisterij-winkels, muziekshops, schoenwinkels met originele laquéschoenen en tal van aparte gastronomiezaken.

Bovenaan in de Arenbergstraat in Brussel, op de hoek met de Berlaimontlaan, staat menigeen even verzonken stil bij de gevelplaat van Edward Douwes Dekker, de befaamde Nederlandse schrijver Multatuli die hier, in kou en met honger, zijn meesterwerk Max Havelaar schreef.

Forse kritiek uit Johan Reygaerts op wat geworden is van de negen, eertijds glanzend gepoetste reuzenbollen van het 'Atomium'. Op de Wereldtentoonstelling 'Expo '58' in Brussel verrees deze indrukwekkende tentoonstellingsruimte in de vorm van een reuze-atoom als internationale publiekstrekker. Daarna groeide het uit tot een van de nationale monumenten van het land.

Reygaerts hierover bitter gestemd: "Dit met veel symboliek, sentiment en heimwee beladen monument is sedert geruime tijd eigendom van een voormalige Belgische minister die ooit eens vergat een behoorlijk aantal miljoenen belasting te betalen. Wie het Atomium nu wil gebruiken, moet er fors voor betalen. De meeste Belgen en Brusselaars zijn hierover ontstemd. Zij vinden, dat in tijden van algemene privatisering de Belgische staat moet overgaan tot de nationalisering van dit symbool van het naoorlogse Belgische volk."

Publicatiedatum = 24 mei 1997

terug Belgie intro