ALDEN
BIESEN
Dwalen
door onbekende kastelen
door
Nico van der Zwet Slotenmaker
BILZEN
- Het is ook voor een beroepsreiziger geen schande
te bekennen dat hij van een bepaalde best interessante
plek op deze wereld nog nimmer heeft vernomen. En
vooral als die zich bevindt in een nog vrijwel onbetreden
Zuid-Amerikaans oerwoud of een oosterse savanne
staat het boetekleed hem niet eens onaardig. Iets
anders wordt het echter als we plotseling te maken
krijgen met de monumentale bezienswaardigheid die
min of meer vlak voor de deur staat.
En ook één die je er dus gemakkelijk
van kan beschuldigen hem louter uit pedanterige
arrogantie over het hoofd te hebben gezien. Dit
laatste kan ik met een gerust hart tegenspreken.
Ik
had nog nooit van het Belgische Bilzen gehoord en
geen letter meer van het kastelen- en tuinencomplex
Alden Biesen op een paar kilometer afstand van dit
stadje. Een vriend was er onlangs toevallig gepasseerd
en omdat hij toch niets om handen had, was hij bereid
mij erheen te geleiden. Niet dat het moeilijk te
vinden is trouwens. Bij Maaseik de grens over en
dan via Lanaken de N2 afzakken of vanuit Maastricht
een kleine 20 kilometer westwaarts.
Zicht
op het Gasthuis aan het waterslot.
Hoewel
de toeristen er in de eerste plaats voor de kastelen
en de tuinen schijnen te komen is Bilzen zelf ook heel
aardig. Het antieke stadhuisje staat in de slagschaduw
van een godshuis dat er ook al een paar eeuwen op heeft
zitten en op de pleintjes en in de straatjes is een
verzameling horecagelegenheden samengedrongen die de
lust tot verder trekken snel zou kunnen ontnemen.
Verkocht
Maar
dat kan dus in dit geval niet. Alden Biesen is het doelpunt.
De Duitse Orde, ook wel Teutoonse Orde, een der grootste
geestelijke ridderorden, stichtte het complex rond 1220
en het zou tot 1795 bijna zes eeuwen lang dus de hoofdzetel
blijven van Biesen, een van de twaalf provincies van
de Duitse ridderorde in het Roomse Rijk.
Van
de destijds gebruikte bouwstijl is uiteraard niets meer
over, maar de folders reppen over nu waar te nemen architectuur
van de veertiende- tot de achttiende eeuw. Een beetje
van alles dus al zal de bezoeker het vooral zien als
een middeleeuwse vesting die lees ik ook het grootste
kastelencomplex van het land vormt, waaraan voortdurend
is gesleuteld en verbouwd. In 1797, tijdens de Franse
bezetting, werd Alden Biesen openbaar verkocht omdat
legers veel geld nodig hadden (en hebben) voor kost
en kogels.
Zicht
op het Gasthuis en het waterslot.
Bijna
200 jaar later, in 1971, vloog de tent in brand. De
overheid kocht de resten en ging ze opknappen. Ook nog
bij mijn komst wordt er fors gehamerd en gemetseld onder
de financiële vlag van het verenigd Europa, want
op een bord staat dat wij het allemaal hebben bekostigd.
Het
wordt mij onmiddellijk duidelijk dat ik in feite door
de achterdeur binnen ben gekomen en omdat zulks niet
mijn gewoonte is, loop ik eerst de oude oprijlaan helemaal
af om bij het echte begin te beginnen, bij het Apostelhuis
zoals het vandaag de dag heet. Vroeger was het gewoon
het Poortgebouw. Ook het woonhuis van de trompetter
was erin gevestigd, want als er iemand aan de deur klopte,
blies deze muzikant een fors deuntje om de wachters
bij de volgende poort te verkondigen dat er iemand onderweg
was. Het Apostelhuis is inmiddels omgevormd tot een
toeristische attractie die ik met een soort mechanisch
spookhuis zou willen vergelijken. Het piept, knarst
of trilt er. Ramen gaan ineens open, deuren plotseling
dicht, een onzichtbare geest vertelt verhalen en ga
zo maar door. Dat er een vuur brandt in een haard die
toch koud blijft, verwondert mij echter niks sinds veel
mensen thuis zo'n nep-openhaard hebben waaruit uitsluitend
de onechtheid je tegemoet straalt.
In
het Apostelhuis tevens eetcafé blijft het niet
bij raadselachtige zaken. Moeder Natuur komt ook nog
aan de beurt, de geologische en archeologische vondsten
passeren de revue en voor scholieren van 10 tot 14 jaar
zijn speciale programma's met begeleidingsmateriaal
aanwezig.
Gefolterd
Om
dit even te verwerken is het misschien het verstandigst
eerst door de prachtig onderhouden tuinen te gaan dwalen
alvorens door uiteraard weer een poort het kastelencomplex
binnen te treden. Vlak voor die ingang staat het monument
voor de slachtoffers van de beide wereldoorlogen met
het woord 'Gefolterd' erop, want Vlamingen noemen de
zaken graag bij de naam.
De
prachtige tuinen zijn een onderdeel van het kastelencomplex.
Eenmaal
echter binnen kunt u zelf de richting kiezen, al is
het verstandiger door te lopen naar de waterburcht.
Weer twee poorten door, uiteraard. Wie hier echt tot
een kern van de zaak wil komen, moet van goede huize
zijn en veel zeer geldige papieren kunnen tonen. Nu
zijn die toegangsbewijzen juist te krijgen in de kasteelhal,
al moet ik een uurtje wachten omdat ook hier tussen
de middag een boterhammetje wordt genuttigd.
Dan
kan ik echter in het bezit worden gesteld van de gids
die de geschiedenis van Alden Biesen uitputtend behandelt
en leert dat de historie is terug te voeren tot de eerste
kruistocht en het ontstaan van de ridderorde met de
Tempeliers en de Johannieten voorop en de Duitsers als
goede derde. Onder die orde ging het Alden Biesen voor
de wind, al werd het al een stuk minder toen Napoleon
er met een pennenstreek een einde aan maakte. Toen het
complex in privébezit kwam, werd de situatie
er uiteraard niet beter op. Zoals zovele van dit soort
gebouwen, was in de negentiende- en twintigste eeuw
het gebrek aan liquide middelen de doodsteek. Enkele
kamers en zalen werden nog maar bewoond en in de rest
sloeg het verval genadeloos toe.
|
Misschien
is de brand van 8 maart 1971, die vooral het waterslot
trof, dan ook wel minder te zien als een ramp dan
als een wending ten goede. Nu moest de overheid
eigenlijk wel gedwongen ingrijpen om het erfgoed
der voorvaderen te redden en deed de Europese steun
de rest. Ga er dus zonder een bezwaard hart maar
eens kijken. |
U
heeft er immers voor betaald.
- Alden
Biesen, Kasteelstraat 6, Rijkhoven; tel. 0032-89515654.
Openingstijden t/m 30 september: 10.00-12.00 uur;
13.00-17.00 uur.
|