zaterdag 13 januari 2001

Brussel

Dwalen onder de grond

Van onze redactie Reiskrant

BRUSSEL - Brussel heeft een nieuwe toeristische attractie: wandelen onder de grond. Onder het Koningsplein zijn diverse 12e eeuwse zalen blootgelegd en voor het publiek opengesteld. De ruimtes maken deel uit van het voormalige Paleis op de Coudenberg, dat onder meer bewoond werd door Karel V. Na een allesverwoestende brand in 1731 verdwenen de resten van het paleis onder het zand.

Onlangs werden ze voorzichtig uitgegraven. De klus, die nog niet af is, wordt genoemd 'de grootste onderaardse opgraving van Europa'. Toch zullen de meeste inwoners van Brussel er nauwelijks iets van hebben gemerkt.

Een groep toeristen wandelt onder begeleiding van een gids door de ondergrondse resten van het paleis van Karel V.

Een archeologische pronkstuk is de zogenaamde Magna Aula, een feestzaal van 40 bij 16,5 meter, die onder het bewind van Filips de Goede tussen 1452 en 1460 werd gebouwd. De feestzaal bestaat uit vier binnenruimtes met verschillende stookruimtes en gangen. Aansluitend bevindt zich een reeks lage zalen, die weer aansluiten op een aantal hoge zalen. Ze zijn onderling verbonden door verschillende gangen.

Als bezoekers goed luisteren, kunnen zij het verkeer boven hun hoofd horen rijden. Hier en daar liggen nog hopen zand en puin die moeten worden uitgezocht. Op moeilijk beloopbare plekken zijn houten planken en leuningen gemaakt. Overal is verlichting. De plaatsen waar nog wordt gewerkt of waar kwetsbare vondsten - zoals resten van een harnas en stukken serviesgoed - worden tentoongesteld, zijn afgezet.

Uitkijken is wel vereist. Naast de looppaden liggen enkele gevaarlijk diepe putten, waarvan de betekenis nog niet helemaal duidelijk is. Op één plaats is goed te zien hoe verschillende bouwsels bovenop elkaar zijn verrezen en vervolgens weer zijn afgebroken.

Gids André Bertholeyns, een gepensioneerd legerofficier: "Er moet van de brandweer nog een uitgang worden gemaakt, die als ontsnappingsroute kan fungeren."

Van grote historische waarde zijn ook de kelderresten van de hofkapel. Bovengronds bevindt zich nu het Ministerie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. De kelders dateren uit 1533 en werden gebruikt als fruitkelder, bakkerij en pekelkamer; alle hebben schitterende baksteengewelven. Samen met de aansluitende onderaardse kamers en gangen bieden zij de bezoeker een fantastisch kijkje achter de schermen van het leven uit lang vervlogen dagen.

Men kan de ondergrondse gangen op individuele basis bezoeken, maar een wandeling onder leiding van een Brusselse gids verdient aanbeveling, want 'ondergronds' Brussel is zo groot, dat je er gemakkelijk kan verdwalen. De ingang is aan Paleizenplein 7.

Doorkijkje tussen twee monumentale gebouwen richting centrum.

Ook bovengronds is Brussel de moeite waard. De imposante gebouwen rond de Grote Markt, Manneke Pis en de oudste overdekte winkelstraat van Europa zullen veel mensen wel kennen. Maar dat geldt zeker niet voor het nieuwe Muziekinstrumentenmuseum, waarin 1500 instrumenten zijn opgesteld. Je leert er de oorsprong van de westerse muziek, waar de instrumenten vandaan komen, hoe zij zijn geëvolueerd en door wie ze zijn bespeeld. Zestien van de meest waardevolle muziekinstrumenten zijn gerestaureerd met financiele steun van Fortis.

Bezoekers kunnen ook een tochtje maken langs de panden van de wereldberoemde architect Horta. De gevels vallen op door het vele glas en sierlijke smeedwerk. Ook het pand waar Horta woonde en werkte is te bezichtigen.

Veel hotel- en restaurant-panden zijn eveneens een bezoekje waard. Niet alleen om je te laten verwennen, maar ook om te bekijken. Zoals Le Plaza - een onderdeel van de SRS-Worldhotels - dat beschikt over een huistheater met Andalusische loggia's, antieke wandlampen en prachtige wandversieringen.

Dit prachtige Horta-gebouw fungeert als entree van het Instrumentenmuseum.

Het jaar 2001 moet in de hoofdstad Brussel, in de Belgische Ardennen en in het groothertogdom Luxemburg een jaar worden van streekproducten. De aandacht gaat daarbij uit naar bedrijven die culinaire producten maken, zoals chocolade, abdijkaas, trappistenbier en ambachtelijke jam. "Ook folkloristische evenementen met een culinair tintje zijn in het programma opgenomen", volgens Nikoline van der Werf van het Belgisch Verkeersbureau in Haarlem.

Zij noemt het Feest van de Maitrank, een speciaal drankje dat alleen in mei wordt gemaakt. Of de Markt van Vergeten Groentes. Bij tafelgenoegens kan ook worden gedacht aan een mooi servies, glaswerk en bestek. Locaties waar dergelijke voorwerpen ambachtelijk worden gemaakt, zijn in het programma opgenomen.

In totaal zijn er onder de naam 'De Fijnproevers-Routes' zestien gastronomische en toeristische routes uitgezet, waarlangs een ontdekkingstocht kan worden gemaakt naar verrukkelijke smaken.

Elke route bestaat uit drie etappes: bezoek aan een bezienswaardigheid of een toeristische attractie; het ontdekken van de oorsprong van een streekproduct bij een lokale ambachtsman; het genieten van een maaltijd. Ontspanning en lekkernijen wisselen elkaar af.

Voor meer informatie: Belgisch Verkeersbureau, Haarlem, telefoon 0900-2020107; www.belgie-toerisme.net; Vrijuit, Hoofddorp, telefoon 023-5696969; www.vrijuit.nl

terug Belgie intro