| |
Barbados:Eiland met bloemenbosdoor Nico van der Zwet Slotenmaker
BARBADOS - Na een dikke 500 jaar is het Columbus niet meer echt kwalijk te nemen, maar we kunnen ons toch nog steeds afvragen waarom de meest vermaarde ontdekkingsreiziger van onze geschiedenis destijds niet even de moeite heeft genomen Barbados ook maar op de kaart te zetten. Hij was er tenslotte vier keer dicht in de buurt.
Barbados ligt echter een beetje uit de gooi. Je bent er voorbij voor je het weet. Echt groot is het dan ook niet. De oppervlakte is slechts 431 vierkante kilometer, een stukje van 33,7 bij 22,5 kilometer. En omdat het later toch ergens bij moest horen, is het ingedeeld bij de kleine Antillen, waarvan het overigens verreweg het meest oostelijke eiland is. Als je de onbedwingbare behoefte zou voelen naar Afrika te zwemmen, is Barbados de beste startplaats. Dat scheelt een paar slagen. Wat Columbus over het hoofd zag, deden de Britten. Ze kwamen in 1625 om er onmiddellijk een kolonie van te maken, want in het landjepik waren zij de grote kampioenen. Het beviel ze er zo uitstekend dat Barbados tot de onafhankelijkheid in 1966 in hun handen bleef. En eigenlijk verdwenen ze ook toen niet van het toneel, want als je ergens buiten het moederland de typisch Britse sfeer op wilt snuiven, moet je op Barbados zijn. Alleen al de 'high tea' in de hotels en restaurants is een bezienswaardigheid van verfijnde smaak en decadentie.
Juist toen de Britse kroon in Europa steeds doffer werd, deed men er hier in het Caribisch gebied alles aan om de oude status te handhaven en tradities te laten zoals ze altijd zijn geweest. Daar zal de toerist op een van de talloze stranden eigenlijk is het eiland één groot strand overigens niet veel van merken. De Britse elite houdt, zoals het hoort, ook de schone was het liefst binnenskamers en kijkt slechts met een pruillip naar al die vreemdelingen. Veel zijn het er trouwens nog niet.
Waar de andere eilanden in de buurt zich volop op de toeristische beurzen presenteren, doet men het hier nog rustig aan, al is er sinds kort in Den Haag een bureau voor de Benelux geopend. Er zit dus schot in de zaak en dat moet ook, want op Barbados wil men wel een beetje van dat Engelse toontje af. Als je je op één markt richt, kan dat wel eens verkeerd aflopen. Hoewel ze het op het eiland niet hardop zeggen, zou het ze niet onwelkom zijn als er eens een ander windje ging waaien. Bovendien hebben de Britten nog steeds veel eigendommen op het eiland. Eigen huizen vooral en omdat veel daarvan maar een klein deel van het jaar voor bijvoorbeeld vakanties in gebruik zijn, zouden de autoriteiten die graag frequenter vol willen zien, een probleem overigens dat op veel meer plaatsen speelt. In Spanje en Frankrijk is het niet anders. Aan inwoners voor een maand heb je niks. Ze doen elf maanden geen boodschappen en als ze er wel zijn, blijven ze thuis en storten zich niet in het uitgaansleven waar de kassa toch van moet rinkelen.
|