4352 kilometer stof
Australische treinbazen zwijgen:
terecht, er is niets tezien
door Nico van der Zwet Slotenmaker
SYDNEY/PERTH - Volgens het schema moeten we in de buurt van
Wirraminna zitten. Dat is vreemd, want de trein hoort hier helemaal niet
te stoppen. Toch stapt er iemand uit. Een bush ranger, een natuuropzichter.
De conducteur gooit hem zijn bagage na. Een kratje bier wordt voorzichtiger
uitgeladen. Wat moet zo'n man hier, midden in misschien wel de meest woeste
verlatenheid van de wereld, de Australische woestijn?
Dan ontstaat in de verte een stofwolkje dat zich tot een terreinwagen weet
te ontwikkelen. Onze passagier wordt opgehaald door een collega. De plunjezakken
worden achterin geworpen, het kratje gaat voorin. In deze omgeving moet
je zuinig met vocht omspringen.
Een gebeurtenis van niks zult u zeggen. Zoiets kan ieder ogenblik van de
dag overal gebeuren. Maar de passagiers van de Indian Pacific, de trein
die de Australische steden Sydney en Perth in precies drie etmalen met elkaar
verbindt, raken er niet over uitgesproken. Ze hebben wat beleefd.
En de folders hebben het niet eens beloofd. Die spreken uitsluitend over
de airconditioning en de luxe die uiteraard vooral de passagiers in de eerste
klas rijtuigen ten dienste staat. Over de omgeving wordt niets vermeld.
Waar zelfs de meest ingenieuze toeristenbons nog van een vuil brok steen
een 'stukje kenmerkend landschap' weet te maken of van een schurftig dier
'een alleen hier voorkomend fenomeen' zwijgen de Australische treinbazen.
Soms laten de kangoeroes zich wel zien, maar ze blijven op een grote afstand
van de gevaarlijke trein.
Terecht, er is niets te zien. Vierduizenddriehonderdtweeënvijftig kilometer
niets anders dan een onafzienbare woestenij van voornamelijk rood gekleurd
stof waaruit zich hier en daar toch nog wat stekelige vegetatie weet te
ontworstelen. Het is kurkdroog. Zelfs de kangoeroes laten zich niet zien.
Van enkele familieleden resten alleen de botten.
Vroeger
"Als hier al geen spoorbaan lag zou die ook nooit meer worden aangelegd,"
zegt mijn hutbediende. Maar dat is het nu juist. Vroeger, toen de zilveren
vogel nog als een utopie op zijn stok van de toekomst zat, moest het reusachtige
continent toch op een of andere manier worden overbrugd. Een hels karwei
dat jaren vergde en waarbij de moed soms werd opgeheven. Alles hing of stond
met de aanvoer van materiaal en proviand, want de mogelijkheid dat er onderweg
ergens iets kon worden opgedoken was absoluut nihil. Iedere slok water moest
uiteraard van steeds grotere afstand worden aangeleverd.
Natuurlijk ontstonden er nederzettinkjes door lieden die meenden dat de
trein voldoende zaken zou kunnen aanbrengen om het hier vol te houden. Maar
ten slotte moest iedereen toch inzien dat er tegen deze elementen geen enkel
kruid was gewassen. En als je al wat ziet zijn het ingestorte en vervallen
bebouwingen die in de meedogenloosheid van hun omgeving sneller teloor gaan
dan de tand des tijds eigenlijk van plan was.
Een dorp is overeind blijven staan, Cook. Gewoon omdat het voor de treinen
van absoluut levensbelang is. Precies halverwege is het de voorraadschuur
voor de vraatzuchtige Indian Pacific die zich hier een of twee keer in de
week de buik vol komt eten en zoveel inslaat dat de passagiers tot het eindpunt
ook niet op een droogje hoeven zitten. Er wonen wel degelijk mensen in Cook
en er is zelfs zoiets als een postkantoortje annex souvenirwinkel die buiten
het toeristenseizoen slechts een half uur in de week is geopend. Dan houden
de treinen uit beide richtingen hier gelijktijdig halt. In het seizoen zijn
er twee treinen per week en moet de man van het winkeltje dus dubbel zo
hard werken.
Bomen
Uit een plaquette leer ik dat een groep lieden het zo goed voor heeft gehad
met Cook dat ze het gehucht een aantal bomen heeft geschonken. Van deze
poging getuigt alleen nog een half door de zon verbrand exemplaar op het
stationspleintje, waaraan bij mijn komst de dorpsidioot zich als een aap
heeft vastgeklemd. Hij draagt een bord om zijn hals waarop is vermeld dat
men hem maar hoeft te volgen om voor enkele kwartjes smakelijke thee of
koffie geserveerd te krijgen. Het is net om de hoek, slechts een paar minuten
en hij zal er persoonlijk voor zorgen dat we de trein niet missen. Niemand
gaat op zijn invitatie in. We hebben inmiddels al meer dan voldoende van
het landschap gezien om te weten dat we er absoluut niet willen blijven.
Zelfs niet in het hospitaaltje dat op het 'perron' toch duidelijk adverteert.
"Ons ziekenhuis heeft geld nodig. U zou ons een genoegen doen juist hier
ziek te worden" staat er. Andere wervende teksten gebruiken dezelfde toon.
If you're crook (dief, oplichter) come to Cook. Maar dat menen ze geloof
ik niet. We zijn hun wekelijkse afleiding. Als we weer wegrijden zie ik
dat ze nog iets hebben om de zinnen te verzetten. Een golfbaan. Lege olievaten
en ander afval markeren de belangrijkste punten. Maar de vlaggetjes staan
wel degelijk in de holes.
Spelers
Er is geen vierkante centimeter schaduw te bekennen en de spelers ontbreken
eveneens. "Ze zijn zeker in het clubhuis", zegt de man met wie ik in de
bar aan de praat ben geraakt met de humor die alleen maar van een Brit kan
zijn.
Van Ooldea tot een stukje voorbij Loongana loopt het langste stuk kaarsrechte
spoorlijn ter wereld.
De restauratierijtuigen vormen het warm kloppende hart van de trein, want
op deze plaats kan je van je medepassagiers vernemen wat nu eigenlijk de
charme van deze reis is en waarom men juist voor dit vreemde avontuur heeft
gekozen. Want goedkoop is het niet. Al deze passagiers kunnen financieel
gezien een geheel verenpak gemakkelijk wegblazen en zouden zich de weelderigste
stranden gemakkelijk kunnen veroorloven. Maar dat hebben ze allemaal al
gezien. Dit is anders, zo verschrikkelijk anders.
Hoewel keurig beschermd achter glas is een trip met de Indian Pacific een
keiharde confrontatie met de natuur. Met iets dat zich niet door mensenhanden
heeft laten dwingen en dat de mens als uiterste concessie een spoorlijntje
heeft toegestaan van een dikke vierduizend kilometer en daarbij zelfs zo
beleefd is geweest geen hindernissen in de vorm van riviertjes of heuvels
op te werpen. Van Ooldea tot een stukje voorbij Loongana loopt zelfs het
langste stuk kaarsrechte spoorlijn ter wereld. Een afstandje van Amsterdam
naar Parijs ongeveer.
Ik heb het niet eens gemerkt. Verwonderen doe je je in de Indian Pacific
alleen maar over de ruimte die we op onze kleine planeet toch nog steeds
hebben. Een niemandsland dat je alleen al door zijn absolute absurditeit
nooit meer van je netvlies krijgt.
Australië telt drie grote treinavonturen. Naast de Indian Pacific van Sydney
naar Perth via Adelaide (drie dagen) is er nog The Ghan van Adelaide naar
Alice Springs, het centrum van het land, die 22 uur vergt en The Queenslander
van Brisbane naar Cairns. Deze laatste trein doet er 32 uur over en loopt
door het zeer vruchtbare en ook zeer bezienswaardige oosten van Australië.
Alle inlichtingen en boekingen over treinreizen in Australië zijn te bekomen
bij reisbureau Incento, Stationsweg 40, 1404 AP Bussum, tel. 035-6955111.
Fax: 035-6955155.
Publicatiedatum = 11 oktober 1997
|