|
Blazevic: "We kunnen Europees kampioen worden" Kroatië kan weleens de sensatie van het EK worden. De nieuwe natie beschikt over een zeer technische ploeg die volgens bondscoach Blazevic tot op het bot gemotiveerd is. "De oorlog heeft ons nieuwe morele kracht gegeven. Dat geeft onze spelers in hun motivatie een extra dimensie. Met een uitzonderlijke concentratie wereldsterren kunnen wij Europees kampioen worden." De gemengde gevoelens door SIEB OOSTINDIE - POREC, zaterdag Dobrodosli u Istra. Oftewel welkom in Istrië, het land van de goede wijnen. Het nationale team van Kroatië heeft er zijn trainingskamp opgeslagen. Dus in dat deel van het gehavende land, waar de oorlog aan voorbij is gegaan. Nu lopen wereldsterren als Boban, Boksic, Prosinecki en Suker ongestoord tussen de vakantiegangers door die de geneugten van een zwakke valuta combineren met goed eten, veel zon en een fraai landschap. De sfeer in het kamp, opgeslagen in het pittoreske kustplaatsje Porec, is uitermate gemoedelijk te noemen. Het is in schrille tegenstelling tot veel andere nationale teams, die een trainingskamp nog wel eens willen vertalen in een totale isolatie van het 'gewone' leven. "Daar doen wij dus niet aan mee", zegt bondscoach Miroslav Blazevic. "Zoiets vind ik regelrecht imbeciel." Kwade tongen beweren, dat Blazevic het bij Kroatië voor het zeggen heeft omdat zijn connecties beter waren dan die van Tomislav Ivic. Blazevic heeft inderdaad een goede band met de extreem nationalistische president Tudjman en beschikt zelfs over een diplomatiek paspoort. Maar de man is daarnaast ook de eenvoud zelve. Op de training trapt hij, gekleed in korte witte broek en dito t-shirt, zowaar een balletje met buschauffeur Branco. De bondscoach beweegt zich daarbij op blote voeten en doet alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Hij lacht hardop met zijn spelers mee, als ene Ante zich op weg naar het complex snelt en struikelend in een greppel eindigt die hij over het hoofd had gezien. Ante is een wees, die op kosten van de spelers al jaren het nationale team begeleidt. Een jongen die geestelijk niet helemaal honderd procent is, karweitjes opknapt voor de selectie, maar zelf denkt dat hij de manager is. Zo moet en zal hij altijd het hek opendoen van het trainingsveld en denkt hij te bepalen wie er wel en niet binnen mogen. Verder regelt hij ook nog het verkeer op de parkeerplaats. "Plezier is een wezenlijk onderdeel in een team. Helemaal als je op trainingskamp zit en elke dag toch dicht op elkaar leeft. Ante is normaal de mascotte van Hajduk Split. Hij is aardig, maar een beetje gek. De spelers lopen echter met hem weg en hij zorgt voor de broodnodige glimlach op ieders gezicht", zegt Blazevic, die zowaar met zijn blote voeten bij Telesport in de auto stapt om zich terug te laten vervoeren naar het spelershotel. De enige, die het niet naar zijn zin lijkt te hebben is Robert Prosinecki. De bekendste naam bij de Kroaten kijkt niet als vrolijke Frans de wereld in. Ongetwijfeld zal het te maken hebben met het afgelopen seizoen, waarin hij bij Barcelona nauwelijks aan de bak kwam. Na zijn successen bij Rode Ster Belgrado heeft hij de verwachtingen van een rijzende wereldster nooit waar kunnen maken. "Ik heb ook dit jaar weinig gespeeld. Maar ik ben fit, heb geen problemen of blessures en vooral dat laatste was vroeger weleens anders. Ik ben in vorm en zie wel wat de toekomst mij brengt. Bij Barcelona heb ik nog een contract voor twee jaar. Maar wat er gaat gebeuren onder Bobby Robson weet ik niet. Ik houd mij er ook niet mee bezig. Eerst komt het EK en daar wil ik goed presteren. Daar wil ik mij dus ook op concentreren. Wat er daarna gebeurt zien we dan wel weer. Onder Cruyff kwam ik nauwelijks aan de bak. Als prof gaat het erom dat je altijd presteert. Maar ik heb niet gespeeld en dan heb je ook geen plezier." Prosinecki zucht. "Dat is het leven." Die laatste uitspraak herhaalt hij regelmatig. Hij heeft geaccepteerd dat het op sportief gebied niet geworden is wat Prosinecki ervan had verwacht. In Chili werd hij met Joegoslavië in 1987 nog wereldkampioen bij de junioren. Zelf werd hij tot de beste speler van het toernooi uitgeroepen. "Je kunt altijd beter. Misschien is het niet zo goed gegaan als in het begin van mijn carrière, maar ik heb toch bij Rode Ster, Real Madrid en Barcelona gespeeld. Ik ben nu 27 en tevreden met mijn loopbaan. Iedereen noemde mij bij Rode Ster een belofte. Maar dat was damals. Het verleden telt niet meer. Dat is het leven. Eenmaal speel je goed, de andere keer speel je minder. Het ene seizoen wel, dan weer niet goed." De woorden komen er stuk voor stuk wat nurks uit. Ook op de training maakt Prosinecki een lusteloze indruk. Hij sjokt en sjouwt maar wat en lijkt met zijn gebrekkige looptechniek verre van de atleet, die in Engeland Europa moet veroveren. Sterker, Prosinecki is niet eens zeker van een basisplaats. De Kroaten vinden een middenveld met Prosinecki, Boban en Asanovic te aanvallend en zoeken naar een betere balans. Pikant in dit verband is, dat de huidige bondscoach Blazevic vroeger nooit een wereldtopper in de blonde Prosinecki zag. Als trainer van Dynamo Zagreb liet hij hem voor slechts 60.000 naar Rode Ster vertrekken. "Als dat ooit een wereldtopper wordt, eet ik mijn trainersdiploma op", luidde destijds het begeleidende commentaar. Het papier hangt nog altijd in zijn huis in de buurt van Rijeka. Excuses waren nodig om Prosinecki in de Kroatische voetbalgelederen in te lijven. Tegenwoordig klinken de woorden van Blazevic heel wat vleiender. "Robert is een speler die ons team met zijn bijzondere stijl een grote charme geeft." Technisch gezien kan Prosinecki er inderdaad wat van. Hij heeft ook een traptechniek om van te watertanden. Toch heeft het wereldtalent zijn belofte nooit ingelost. Bij Real Madrid was hij bijna altijd geblesseerd en het heeft er veel weg van, dat politieke beslommeringen zijn carrière nadelig hebben beïnvloed. Prosinecki werd in de tijd van de oplaaiende oorlog in het voormalige Joegoslavië namelijk een politiek item in de sportwereld. De blonde speler, geboren en getogen in de buurt van Stuttgart, heeft een Kroatische vader en Servische moeder. Precies de twee volkeren, die op de Balkan elkaars bloed wel kunnen drinken. Het is een onderwerp, dat de speler met de grootst mogelijke voorzichtigheid behandelt en eigenlijk het liefst mijdt. "Wij moeten goed begrijpen, dat de tijd van het toenmalige Joegoslavië voorgoed voorbij is. Kroaten, Bosniërs en Serviërs moeten nu leren met elkaar om te gaan en elkaar goed te begrijpen. Voor de oorlog was alles anders. Toen woonde ik zelf vier jaar lang in Belgrado en konden wij bij Rode Ster allemaal met elkaar opschieten. Of je nou Kroaat, moslim of Serviër was. Zeker, sport is wat anders dan het dagelijks leven, maar zelfs op het veld kunnen wij tegenwoordig niet meer om de ontstane verhoudingen heen. Sport is wat anders, maar heeft ook zijn problemen." Prosinecki laat daarbij niet het achterste van zijn tong zien. Toen het ze te heet onder de voeten werd, haalde hij zijn hele familie naar Madrid. Nog ingrijpender voor de voormalige Joegoslavische international was zijn keuze voor Kroatië. Want à la minute verdween zijn Servische vriendin uit zijn leven. Sport en politiek zijn niet te scheiden en in Kroatië geldt dat tot in het extreme. Daar wordt de sport na de oorlog door politici aangegrepen om hun populariteit te vergroten. Het nationale team is een nationalistisch bolwerk dat de eer van het land in de rood-wit gekleurde blokken van de Kroatische vlag verdedigt. Blazevic gebruikt de situatie zelfs om er sportief zijn voordeel mee te doen. "De oorlog heeft ons nieuwe morele kracht gegeven. Onze spelers zijn erg patriottisch. Dat geeft ze naast de sportieve belangen dus een extra dimensie in hun motivatie. En omdat wij met Boban, Boksic, Prosinecki, Jarni en Suker een uitzonderlijke concentratie van wereldtalenten hebben, denk ik dat wij in Engeland Europees kampioen worden." De Kroatische spelers voelen zich ambassadeur van hun land en uiten zich ook zo. Zij spelen voor volk en vaderland en willen de natie hun trots teruggeven. Alleen voor Prosinecki ligt het door zijn gemengde bloed allemaal wat gevoelig. Elk woord dat hij zegt kan tegen hem gebruikt worden en daar voelt hij niets voor. "Voor de één is voetbal politiek, voor de ander niet. Ik wil alleen maar goed spelen. In mijn land was het oorlog, in Nederland niet. Daar kun je zeggen wat je wilt. Begrijp je? In Kroatië is het anders dan bij jullie. Alle spelers zijn trots op Kroatië en dat ben ik ook. Kroatië is mijn land en mijn leven, ook voor mijn familie die hier woont. Voor politiek moet je bij onze president zijn. Die kan je uitleggen wat er gebeurt en waarom. Voor buitenstaanders is de hele situatie hier misschien moeilijk te begrijpen. Dat snap ik best, want we snappen zelf ook niet meer wat er allemaal is gebeurd." |
|