Het beroep van leraar
krijgt meer aanzien
Minister Hermans (Onderwijs) gaat in de komende kabinetsperiode zijn
best doen om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken.
Leerkrachten krijgen betere kansen op promotie en hun werk wordt
afwisselender.
Het aantal nieuwe leerlingen op de Pabo's en de andere
lerarenopleidingen is weliswaar licht toegenomen, maar desondanks zijn
er te weinig docenten, zo benadrukt Hermans.
"Je kunt wel allemaal computers in de klassen zetten, maar je
hebt dan wel leraren nodig die daarmee om kunnen gaan. Ook voor de
verkleining van de klassen is meer personeel nodig", aldus Hermans.
Naast de mogelijkheid om leraren te belonen naar de individueel
geleverde prestatie komen er ook meer verschillende functies op
scholen, waardoor het werk aantrekkelijker wordt.
Voor kleinere klassen is een extra bedrag gereserveerd dat oploopt tot
720 miljoen in 2002. Uiteindelijk moet dat leiden tot 1 leraar op
20 leerlingen in de eerste vier leerjaren van het basisonderwijs.
Ook voor nieuwe klaslokalen wordt geld uitgetrokken: 40 miljoen
volgend jaar en daarna bedragen die oplopen tot 180 miljoen in
2002. Scholen worden vanaf volgend jaar ook beter schoongemaakt.
Daarnaast is er ook geld beschikbaar om meer studiemateriaal aan te
schaffen.
Tegenover investeringen van ruim 3 miljard staat 550
miljoen aan bezuinigingen, die deels nog stammen uit de vorige
kabinetsperiode. "Dat is geen sinecure", geeft Hermans toe.
"Er zal een forse aanslag bij het hbo en het wetenschappelijk
onderwijs komen te liggen", aldus de bewindsman.
De OV-studentenkaart blijft in de huidige vorm bestaan. Wel moeten
studenten die niet voldoen aan de prestatienorm jaarlijks 1000
gaan terugbetalen.
|