" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="RIGHT" ALT="">

De Vries wil het anders doen

door Annet de Jong en Sjuul Paradijs

"Het is absoluut ondenkbaar dat je je alle dossiers eigen gaat zitten maken. Daar heb ik helemaal geen zin in. Over twee maanden is alles hier anders. Zo kan het niet. Ik wil tijd hebben om met de mensen te praten om wie het echt gaat."

Nieuwkomer in het kabinet Klaas de Vries (55) heeft na vijf weken ministerschap al bekeken dat de huidige invulling van het door velen zo begeerde ambt niet zijn kopje thee is.

De opvolger van 'dossiervreter' en 'workaholic' Ad Melkert op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kreeg tot zijn groot ongenoegen onmiddellijk na zijn aantreden alle vooroordelen bevestigd die hij eerder over het ministerschap tentoonspreidde.

"Ik zweer dat ik het anders ga doen. Het is niet goed. Ik zit of in bespreking of ik zit stukken te lezen. Als je op een post zit waar zoveel te maken heeft met dingen die voor de mensen in de samenleving zo ontzettend belangrijk zijn, moet je tijd hebben om met mensen te praten en te overleggen. Er zijn mensen in de bijstand, mensen die met armoede zitten, die moet je serieus nemen."

"Ministers moeten zich niet laten opjagen. Ze moeten zorgen dat ze de rust krijgen om over dingen na te denken", verzucht De Vries, terwijl hij ontspannen onderuit gezakt een Hajenius-sigaar rookt op zijn werkkamer. Naast het bureau staan vier aktetassen vol dossiers geduldig te wachten.

"De enige plaats waar je rustig kan nadenken is in de ministerraad op vrijdag, als er onderwerpen op de agenda staan die me absoluut niet interesseren. Dan kijk je eens naar het plafond en dan denk je 'hè, wat een lekker rustig moment is dit'."

De voormalig SER-voorzitter zei ooit over het ministerschap: "Minister zijn is onaantrekkelijk, onbevredigend en onnoemelijk zwaar. Het is een eer als je gevraagd wordt, maar een zegen als die drinkbeker aan je voorbijgaat."

Afstand neemt hij niet van die uitspraken. "Ik dacht dat het beter was niet meer in de politiek terug te keren. Kok heeft dringend en langdurig op me moeten inpraten", bekent De Vries. "Dat is een van de redenen dat ik dacht ach, je denkt een beetje veel aan jezelf, als hij vindt dat hij mij nodig heeft, dan moet je het gewoon doen."

De Vries kwam in 1973 op 30-jarige leeftijd in de Tweede Kamer voor de PvdA. Vijftien jaar bleef hij Kamerlid. 'Samenbinder' De Vries werd in 1994 aangezocht als informateur van het eerste Paarse kabinet, een combinatie waarover hij als een van de weinigen open en eerlijk zijn wantrouwen uitsprak. "Ik was eigenlijk aan het wachten tot het fout zou gaan", zegt hij openhartig.

De eerlijkheid, die door partijgenoten wel eens wordt gekarakteriseerd als "ondiplomatiek", is Klaas de Vries bij zijn terugkeer in de politiek nog niet vergaan. Openhartig en zonder schroom geeft de 'minister tegen wil en dank' een kijkje in de keuken van zijn nieuwe baan.

De Vries betreurt het dat ministers zo door een agenda worden geleefd dat er nauwelijks tijd is om over wezenlijke zaken na te denken. "We hebben in het kabinet al veel vergaderd, over begrotingen en geld. Heel belangrijk allemaal, maar we hebben eigenlijk nauwelijks gedachtenwisselingen gehad over belangrijke thema's. Ja, de regeringsverklaring, maar dat is niet helemaal overgekomen, geloof ik", grapt De Vries cynisch.

De PvdA-bewindsman vindt dat er veel te veel van ministers wordt gevraagd. "Je wordt overmatig belast, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. De buitenwereld denkt dat ze je op elk moment van de dag aan een quiz kan onderwerpen over alles wat er speelt. 'Er staat iets in de krant, wat vindt u daarvan?'. Ik heb niet eens tijd om de krant te lezen."

De Vries ziet het als "een zegen" dat hij wordt bijgestaan door twee staatssecretarissen, maar wat hem betreft hadden het er nog meer mogen zijn. "Er moeten veel meer staatssecretarissen komen", bepleit De Vries. "Het gevaar dreigt dat je je met alle dossiers zelf gaat bemoeien om vervolgens onder de voet te worden gelopen door de dingen die moeilijk zijn of fout gaan."

De minister wil met Paars II een andere weg inslaan. "We moeten af van de gedachte, die heel hardnekkig is, dat de overheid het allemaal wel regelt. Vier jaar geleden bij paars was er nog een beetje zo'n klimaat. Ik heb een minister horen zeggen 'wij hebben 500.000 banen gecreëerd'. Wie heeft dat eigenlijk gedaan? De energie, de creativiteit en de vernieuwingsmogelijkheden zitten in de samenleving. Dan moet je vooral als invalshoek kiezen dat je mensen sterker maakt, bewegingsvrijheid geeft. De scherpe ideologische kantjes zijn er bij de meeste partijen wel af."

"Mijn overtuiging is steeds meer geworden dat het overbruggen van verschillen zeer nuttig kan zijn. De laatste tien jaar is me erg in het bloed gaan zitten om te kijken of je door goed overleg een constructieve oplossing kunt vinden. Dat is typerend voor deze coalitie geworden. Die heeft zich ontworsteld aan partijprogramma's met grote tegenstellingen."

Volgens De Vries was het goed voor Paars II geweest als VVD'er Bolkestein minister was geworden. "Ik heb altijd respect voor Bolkestein gehad. Het is een onconventionele man, die zich weinig gelegen laat liggen aan letterknechterij en die vooral zijn eigen hersens wil laten werken."

"Er komen soms wel eens wonderlijke gedachten uit, maar het is een buitengewoon autonome denker. Ik had hem er graag bij gehad in het kabinet. De man is zo betrouwbaar als wat. Als je zegt 'die man is goed voor zijn woord' dan denk ik aan Bolkestein. Het is jammer dat hij naar de achterbankjes is verdwenen."

Hoewel De Vries na enige tijd zijn scepsis over Paars overboord gooide, is hij er de man niet naar om op zijn mening terug te komen. Zijn overstap van SER-voorzitter naar het kabinet dwong hem echter zijn standpunt over de uitvoering van de sociale verzekeringen te herzien. Hij moet nu het beleid verdedigen waar hij in zijn vorige functie grote bezwaren tegen had."

Het kabinet wil dat de overheid verantwoordelijk blijft voor de keuringen van arbeidsongeschikten (de zogeheten claimbeoordeling) terwijl de sociale partners menen dat deze taak, met vele waarborgen omgeven, ook bij de uitvoeringsinstellingen kan worden ondergebracht.

"Ik had inderdaad een andere voorkeur. Ik hou ervan om hetzelfde te kunnen blijven zeggen, maar het paarse standpunt is goed te verdedigen. Er zijn minstens twee wegen die naar Rome leiden. Dat we in Rome moeten uitkomen weet iedereen. Het vaststellen van een recht op een uitkering moet los staan van commerciële belangen. Dat moet niet door bijgedachten van winstgevendheid worden beïnvloed."

De Vries is niet in de race om partijleider Kok op te volgen. "Volgens mij kan Kok nog wel vier jaar langer mee ook. We hebben de neiging om mensen veel te vroeg tot ledigheid te veroordelen. Kok is de kwaliteit zelf. Als je praat over opvolging heb je het over andere generaties, daar wil ik ook helemaal niet bijhoren." Desgevraagd bevestigt De Vries dat Ad Melkert wel tot die generatie behoort.

De Vries heeft nog als enige ambitie om het de komende vier jaar goed te doen op het ministerie van Sociale Zaken. "Het is wel het enige departement waar mijn hart naar uitgaat. Hier speelt natuurlijk het soort problemen waar mijn partij zeer mee bezig is. Als ik hier door de gang naar mijn werkkamer loop en ik zie daar de oude heer Drees hangen, dan zeg ik tegen mezelf: 'Een beetje doorwerken jongen, er moet nog veel gebeuren'."