" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">

Bejaarden en gehandicapten profiteren het meest

Aanval geopend op lange wachtlijsten

Het kabinet wil in 1998 ouderen en gehandicapten het meest laten profiteren van het extra geld, ruwweg ƒ893 miljoen, dat beschikbaar is voor de volksgezondheid.

De verbetering van de langdurige zorg voor zieke en hulpbehoevende Nederlanders is in 1998 het belangrijkste doel van minister Borst (Volksgezondheid) en haar staatssecretaris Terpstra. Een groot deel van het extra geld wordt besteed aan het terugdringen van de ellenlange wachtlijsten in de thuiszorg, de gehandicaptenzorg en de ouderenzorg.

"Niemand moet de illusie hebben dat we volgend jaar van de wachtlijsten afkomen, maar we doen er wel een forse aanval op", aldus Terpstra (Welzijn), die spreekt van een "droombegroting". De bijzondere aandacht voor de langdurige verzorging en verpleging is het directe gevolg van de vergrijzing. Het aantal ouderen neemt toe en bovendien leven de Nederlanders steeds langer.

De groeiende werkdruk in de ouderenzorg wil het kabinet aanpakken door ƒ145 miljoen te investeren in meer personeel in de verpleeg- en verzorgingshuizen. Ook de gehandicaptenzorg krijgt meer mankracht, vooral om meer kleur te geven aan de dagbesteding van ernstig verstandelijk gehandicapten.

Verder wordt de privacy van patienten in verpleeghuizen verbeterd door alle kamers met 5 en 6 bedden om te bouwen tot 1- of 2-persoonskamers. Ook krijgen patiënten een grotere keuzevrijheid in de zorg die zij nodig hebben. Het speciale geldbedrag waarmee patienten zelf hun zorg mogen inkopen, het persoonsgebonden budget, wordt volgend jaar uitgebreid met ƒ30 miljoen. De positie van de patiënt wordt verder versterkt door een extra storting van ƒ10 miljoen in het Patiëntenfonds.

In de hele zorgsector gaat in 1998 een bedrag om van in totaal ƒ66,4 miljard. De groei in het komende jaar komt uit op 1,5%, terwijl in het regeerakkoord een jaarlijkse groei van 1,3% is vastgelegd. Om deze extra uitgaven te kunnen doen is een aantal bezuinigingsmaatregelen aangekondigd, dat de patiënt zo min mogelijk treft. Het grootste deel van de bezuinigingen wordt opgehoest door de apothekers, die met ƒ100 miljoen worden gekort op de vergoedingen en bonussen. Daarnaast moeten veel mensen de griepprik zelf gaan betalen en wordt de vergoeding voor bezoeken aan de logopedist beperkt. Voorts moet de invoering van de eigen bijdrage bij de opname in een psychiatrisch ziekenhuis per 1 juli 1998 zo'n ƒ20 miljoen opleveren.

Door de speciale aandacht voor de langdurige zorg groeit de ziekenhuiszorg beperkt. De groei concentreert zich op de toenemende druk op bepaalde voorzieningen, zoals nierdialyses en transplantaties. Voor fysiotherapie wordt de vergoeding volgend jaar verruimd. De lijst met chronische aandoeningen die worden vergoed, wordt uitgebreid met whiplash, botontkalking, botkanker en beroertes. Daarnaast is er extra geld voor ingrepen aan het hart en pijnbestrijding.