Politiek commentaar Kees Lunshof
Fraaie begroting, maar straks.....
De paarse coalitie was gisteren met recht tevreden over de overigens wel
erg saaie troonrede en de miljoenennota. Alle cijfers zijn mooier dan bij
het afsluiten van het regeerakkoord ingeschat. Een sterkere groei, bijna
een half miljoen (deel-)banen meer, stijgende koopkracht mede dankzij een
enorme lastenverlichting, meer uitgaven en toch een lager schatkisttekort
en minder staatsschuld.
Cijfers om je vingers bij af te likken. Dat weerhield de hoofdrolspelers
niet om tot voorzichtigheid te manen. Ze moesten wel. Nederlanders houden
niet van borstklopperij. Die past ook niet; er zijn nog veel niet gehonoreerde
wensen. Niet voor niets zijn de reacties van de verschillende maatschappelijke
groepen bitser dan vorig jaar ondanks de mooie cijfers .
Er zijn problemen te over. Er staan nog 1,8 miljoen ww-ers, bijstandstrekkers
en wao-ers aan de kant. Vooral de groep van 55 tot 65 jaar werkt veel te
weinig. De modernisering van het land is niet klaar. Het milieu lijdt deels
onder de economische groei en de wegen zitten vol. Volksgezondheid en Onderwijs
zuchten onder geldgebrek, en iedereen gunt zichzelf en de ander meer geld,
de minima voorop. De lasten, en de staatsschuld, moeten verder omlaag!
Tegelijk dreigt de komende jaren de conjunctuur in te zakken. Het is onwaarschijnlijk
dat de robuuste groei zich nog eens vier jaar doorzet. En als de beurs echt
in elkaar stort en de loonmatiging wordt losgelaten, staat ons land weer
voor grote problemen. Een nieuw kabinet zal het, nu verwachtingen hoog gespannen
zijn en slechte tijden vergeten, financieel minder gemakkelijk krijgen dan
het huidige, ook al wordt het weer paars.
Het gisteren gepubliceerde beleid is een politieke mix tussen de wensen
van de paarse partijen. Iedereen komt aan zijn trekken. Een ferme generieke
lastenverlichting en tekortreductie (VVD), meer geld voor gezondheid en
onderwijs (D66) maar ook extra geld voor de laagste inkomens om de druk
van radicaal links op de PvdA weg te nemen. Een begroting van de tegenvoeters
Zalm en Melkert, waarmee Kok en Bolkestein bij de kiezers kunnen aankomen.
Lijken in de kast laat Zalm niet na.
De begroting is geen verkiezingsbegroting. Dat het goed gaat met het land
en er veel geld te verdelen is, komt niet door het kabinet, ook al heeft
het dat wel met zijn ingehouden beleid ondersteund. Maar bij de verdeling
van het geld speelden verkiezingsmotieven ongetwijfeld een rol. De tekortreductie
en vermindering van de staatsschuld bleven in verhouding tot de lastenverlichting
en uitgavenstijgingen relatief achter.
Tegenover de extra uitgaven hadden extra bezuinigingen moeten staan. Bovendien
zijn trucs toegepast. Het tekort daalt dankzij de reservering voor onder
meer het aow-fonds die later tot uitkering moet komen waardoor het tekort
dan weer stijgt.
Dat fonds, het paradestukje van de coalitie, is sowieso financiële onzin,
ook al oogt het naar de burgers toe mooi omdat het de aow veilig lijkt te
stellen. Maar in feite is het hetzelfde als wanneer iemand zijn hypotheek
aflost met geleend geld en dan roept dat hij zijn huis heeft veiliggesteld,
vergetend dat hij die leningen nog wel moet aflossen.
Dat Zalm desondanks het aow-fonds accepteerde is niet alleen omdat het voor
de berekening van het EMU-tekort wel meetelt. Hij vreesde dat het geld anders
gebruikt zou worden voor hogere uitgaven. Dan liever in een fonds. Dat het
daar weinig productief is op termijn leveren zelfs aandelen meer op dan
staatsobligaties schijnt niemand te deren.
Van de vorig jaar met veel bombarie door Kok aangekondigde agenda voor de
eenentwintigste eeuw is weinig meer dan een verkenning over, een lijstje
met allerlei mogelijke investeringen waarvoor nog geen geld is. Kennelijk
was paars gezien de verschillen van inzicht over economie en milieu, niet
in staat echte keuzes te doen. Dat gebeurt bij de kabinetsformatie, als
maar twee of drie politieke leiders het voor het zeggen hebben, en een afruil
gemakkelijker is. Inmiddels is wel tijd verloren gegaan.
Ook de herziening van het ziekenfondsstelsel is naar het volgende kabinet
doorgeschoven. Eenzelfde lot wacht het plan tot ingrijpende wijziging van
de belastingen. Hopelijk is er meer durf bij de aanpak van de problemen
rond Schiphol.
Amusant is het verschil tussen Kok en Bolkestein op de oorzaak van het succes.
Waar de laatste benadrukt dat de politiek weer het (liberale) voortouw heeft
genomen en de stroperigheid is verdwenen, legt de eerst de verklaring mede
bij de sociale component in het beleid en de overlegstructuur waarbij werknemers,
werkgevers en overheid met behoud van de eigen rol samen naar oplossingen
zoeken.
Kok heeft meer gelijk dan Bolkestein. De sociale partners legden met hun
matigingsbeleid in 1983 de basis voor het succes van nu. En sedertdien hebben
ze over en weer met elkaar rekening gehouden, evenals met de wensen van
de overheid die weer oog hield op de sociale partners. Het herstel duurde
daardoor lang, maar het kwam. Dat verklaart ook waarom het 'Nederlandse
model' jaren geleden nog de Nederlandse ziekte heette, en nu zo wordt geroemd.
De nieuwe oppositieleider, de CDA'er Jaap de Hoop Scheffer, wacht de ondankbare
taak te strijden tegen het kabinet. Gelukkig voor hem heeft het kabinet
elders genoeg blunders gemaakt om hem toch een rol te kunnen laten spelen.
|