" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALT="">

Aftrekposten onder Paars: 150 miljard

Aftrekposten die de belastingdruk verminderen zijn razend populair in ons land. Tijdens de paarse regeerperiode trokken burgers voor bijna ƒ150 miljard van de belasting af.

Dat is leuk voor deze mensen, maar het holt het belastingstelsel uit. Daardoor kunnen bepaalde uitgaven van de rijksoverheid in gevaar komen, waarschuwt het Centraal Planbureau (CPB), dat zelf toegeeft dat het de opbrengst van de loon- en inkomstenbelasting de afgelopen jaren heeft onderschat.

De aftrek van hypotheekrente spant de kroon. In 1990 werd hiervoor ƒ15,7 miljard afgetrokken; in 1994 was dat al ƒ21,8 miljard en volgend jaar zal dat ƒ28,2 miljard zijn, verwacht het CPB. Bij een gemiddeld belastingtarief van rond de 50% scheelt dat ƒ14 miljard aan belasting- en premie-inkomsten.

De rente-aftrek van persoonlijke leningen nam tussen 1990 en 1994 toe met 10% tot bijna ƒ3 miljard. Hetzelfde percentage wordt verwacht voor de periode onder paars. Ondanks de door het kabinet ingevoerde beperking van deze rente-aftrek bedragen de kosten voor de fiscus volgend jaar nog altijd netto ƒ1,75 miljard, aldus het CPB.

Nederlanders verwennen zichzelf ook graag met een extra appeltje voor de dorst. De aftrek van lijfrente-premies stijgt tussen 1992 en 1998 van ƒ2,9 miljard naar maar liefst ƒ5 miljard. Omdat vooral de hogere inkomens hier gebruik van maken, bedraagt het gemiddeld belastingtarief 53%, waardoor de belasting- en premie-inkomsten een 'knauw' van ƒ2,7 miljard krijgen.

De spaarloonregeling voor werknemers hakt er ook flink in: van ƒ2 miljard bij de invoering in 1994 via ƒ3,6 miljard in 1996 naar ƒ4,3 miljard volgend jaar. De rekening voor de fiscus is dan ƒ1,5 miljard.

Al met al zal het positieve saldo van 'bijtelposten' (zoals ontvangen rente, huurwaarde- en autokostenforfait) en aftrekposten tijdens paars dalen van ƒ14,8 miljard naar ƒ3,7 miljard.