Werkloosheid onder grens van 500.000

Nederland doet het goed. Het economisch zwaar weer dat Europa vorig jaar trof, lijkt in ons land slechts voor een buitje te hebben gezorgd. Dit jaar verwachten de 'rekenmeesters' van het Centraal Planbureau (CPB) een economische groei van 2,5%, die in 1997 zelfs nog iets aantrekt tot 2,75%.

[Beter dan de buren]Daarmee presteert Nederland dit jaar een vol procentpunt beter dan het gemiddelde van de 15 lidstaten van de Europese Unie (EU), zo valt te lezen in de Macro Economische Verkenning (MEV) die het CPB jaarlijks publiceert. Vergeleken met de groeicijfers van de belangrijke EU-partners Duitsland en Frankrijk (dit jaar circa 1%, volgend jaar 2%) winnen deze cijfers nog meer aan glans. Vorig jaar groeide de Nederlandse economie met 2,1%.

Arbeidsaanbod
Tot grote tevredenheid van het kabinet gaan de gezonde cijfers gepaard met een forse werkgelegenheidsgroei. Dit jaar komen er 110.000 banen bij, volgend jaar ruim 100.000. Doordat ook het arbeidsaanbod nog steeds fors toeneemt, blijft de daling van de werkloosheid in beide jaren beperkt tot ruim 30.000. Dit jaar zal de werkloze beroepsbevolking op een half miljoen mensen uitkomen. In 1997 duikt Nederland met 465.000 werklozen onder die 'magische' grens, die in 1994 werd overschreden.

De motor achter de rooskleurige ontwikkelingen is de particuliere consumptie, die na enkele kwakkeljaren weer een groei van 2,5% liet zien. De eerste helft van dit jaar was dit zelfs 3% (gecorrigeerd voor het extra aardgasgebruik door de strenge winter 2,75%). Op het eerste gezicht vreemd, omdat de contractlonen dit jaar maar met 1,5% stijgen, onvoldoende om de stijging van de consumptieprijzen te compenseren.

Toch stijgt het inkomen dat gezinnen vrijelijk te besteden hebben dit en volgend jaar met 1%. De traditionele 'koopkrachtplaatjes' schieten hier dan ook tekort, omdat daarin geen rekening wordt gehouden met de toename van het aantal inkomens. De stevige banengroei is dan ook een belangrijke verklaring voor de stijging van het reëel beschikbare gezinsinkomen en daarmee de particuliere consumptie.

Van de geschatte groei van het nationaal inkomen in de periode 1995-1997 (in totaal 7,5%) zal naar verwachting ruim de helft (4,5 procentpunt) naar de gezinnen gaan. Behalve door de banengroei hebben de gezinnen ook meer te besteden doordat ze van de extra inkomsten een kleiner deel sparen.

Uitvoer
De moeizame economische ontwikkeling in veel EU-landen mogen de Nederlandse prestaties dan wel op een voetstuk plaatsen, ze betekenen ook een rem op de groei van de uitvoer. Vorig jaar was die nog 8,6%, dit en volgend jaar zal de export met een toename van 4,5 en 6% de ontwikkeling in de wereldhandel niet verslaan, maar op de voet volgen.

Doordat de gulden in het buitenland enigszins goedkoper is geworden, en omdat de loonmatiging is doorgezet, blijft Nederland concurrerend op de exportmarkt. Het CPB zet hier wel een waarschuwing bij: doordat steeds meer landen, zoals Duitsland, een beleid van loonkostenmatiging gaan volgen zal de Nederlandse voorsprong op dit gebied geleidelijk aan gaan afbrokkelen.