Ministeries missen 'house-generatie'

Het aantal ambtenaren bij het rijk zal in 1997 voor het eerst sinds een lange reeks van jaren groeien. Dat meldt de nota 'Mensen en Management in de Rijksdienst' van minister Dijkstal (Binnenlandse Zaken).

Jarenlang stond de werkgelegenheid bij de ministeries onder zware druk. Opeenvolgende kabinetten hadden het inkrimpen van de departementen hoog in het vaandel. Zo gingen duizenden arbeidsplaatsen verloren. Ook de afgelopen twee jaar daalde het aantal rijksambtenaren nog met 5%.

Dit jaar werken er iets meer dan 104.000 mensen bij de ministeries. Volgend jaar komen daar 2770 bij. Dat wordt vooral veroorzaakt door de uitbreiding van het aantal cellen, de intensievere behandeling van asielaanvragen, meer banen bij Rijkswaterstaat, de verkorting van de werkweek tot 36 uur en de stijging van deeltijdwerk.

Uit dezelfde nota blijkt dat het personeelsbestand bij de ministeries almaar vergrijst. De gemiddelde leeftijd ligt hoger dan in het bedrijfsleven. "We missen de house-generatie", meent Dijkstal, die laat onderzoeken hoe een verjonging kan worden doorgevoerd.

Wel is het rijk gemiddeld genomen een aantrekkelijke werkgever voor werkzoekenden, aldus de nota. De meeste vacatures kunnen redelijk snel worden vervuld door gekwalificeerde mensen. Uitzonderingen zijn functies in het hogere management. De ministeries moeten lang zoeken naar werknemers die op dit niveau ervaring hebben met complexe problemen. Civiel technisch personeel, bepaalde categorieën economen en specialisten in informatietechnologie kiezen eerder voor het bedrijfsleven dan voor de overheid.