Telegraaf-iDe krantLaatste nieuwsSportflitsenDFTDigiNieuwsPrive
17 september 2003 

Forse verslechtering van ww-uitkering op komst

De tienduizenden werklozen, die er de komende jaren zullen bijkomen, krijgen te maken met enige ingrepen in de Werkloosheidswet (ww) die kunnen leiden tot een forse verslechtering van hun ww-uitkering. Zo wil het kabinet al met ingang van 1 april 2003 voor nieuwe gevallen de ww-vervolguitkering, die nu nog twee jaar duurt, beperken tot één jaar. Deze vervolguitkering is een uitkering op minimumniveau, die volgt op de ww-uitkering van 70% van het laatste loon.

Het verschil met een bijstandsuitkering is dat het recht op een vervolguitkering niet afhankelijk is van het eigen vermogen (zoals geld op de bank of een eigen huis) of van het inkomen van de partner. Veel ww'ers zullen dus na hun ww-vervolguitkering geen recht hebben op bijstand. Het kabinet wil de werklozen op die manier extra stimuleren om weer aan het werk te gaan en denkt zo ook de instroom in de ww te kunnen beperken.

Een tweede ingreep die het kabinet eveneens per 1 april 2003 wil doorvoeren, is om het werkelijke arbeidsverleden meer bepalend te laten zijn voor de duur van de ww-uitkering. Nu wordt er alleen gekeken of men in de vijf kalenderjaren voor het intreden van de werkloosheid daadwerkelijk heeft gewerkt. De jaren daarvoor tot aan het 18e jaar worden automatisch als gewerkte jaren beschouwd, of dat nu zo is of niet. Vanaf 2003 wil het kabinet de periode, waarin naar het feitelijk arbeidsverleden wordt gekeken, laten ingaan per 1997. Dat betekent dat het komend jaar de periode waarin naar het werkelijke arbeidsverleden wordt gekeken, oploopt tot zes kalenderjaren en dat daar elk volgend jaar weer een kalenderjaar extra bijkomt.

De duur van de ww-uitkering van 70% van het laatste loon wordt bepaald door de duur van het arbeidsverleden. Zo duurt die uitkering bij een arbeidsverleden van 10 tot 15 jaar een jaar en bij een arbeidsverleden van 20 tot 25 jaar twee jaar. Voor iemand die al die jaren daadwerkelijk heeft gewerkt, maakt de wijziging weinig uit, maar voor bijvoorbeeld een herintreder die een aantal jaren niet heeft gewerkt om de kinderen op te voeden en vervolgens na vijf of zes jaar werk weer werkloos wordt, kunnen de consequenties wel ingrijpend zijn.

Een derde ingreep is dat de zogeheten gouden handdrukken vanaf 1 januari 2004 zullen worden verrekend met de ww-uitkering, wat nu nog niet het geval is. Dat kan in individuele gevallen heel veel geld schelen. Minister De Geus (Sociale Zaken) kon nog geen duidelijkheid geven of het de bedoeling is dat deze verrekening ook geldt voor collectief met vakbonden in een sociaal plan overeengekomen aanvullingen op de ww, zoals de vakbonden vrezen. Want dat zou betekenen, dat deze aanvullingen zinloos worden.

Een laatste ingreep in de ww betreft de werkgevers. Om te voorkomen, dat werkgevers te gemakkelijk oudere werknemers van 57,5 jaar en ouder in de ww laten verdwijnen, wil het kabinet ze vanaf 1 juli 2003 laten opdraaien voor een deel van de kosten van de ww van deze werknemers. Welk deel dat moet zijn, kon de minister nog niet aangeven. De opbrengst van deze maatregel wordt gebruikt om het werkgeversdeel van de ww-premie te verlagen.

 

Terug naar Begroting 2003


© 1996-20012 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.