door
SJUUL PARADIJS en RONALD VEERMAN
Zeven
vette economische jaren heeft het paarse kabinet achter
de rug. 1,5 miljoen nieuwe banen, fors minder werklozen
en een overschot op de begroting. Met 2002 in zicht
krijgt minister Annemarie Jorritsma van Economische
Zaken echter voor het eerst te maken met een haperende
groei, hetgeen aanleiding is voor een paar stevige
waarschuwingen. Steeds
scherper wordt immers duidelijk dat Nederland de afgelopen
jaren weliswaar sneller is gegroeid dan veel andere
landen, maar dat ons land zich ook uit de markt dreigt
te prijzen. Er staan nog te veel mensen aan de kant,
de lonen stijgen te snel en de groei van de arbeidsproductiviteit
laat te wensen over.
"Het
enige wat we nu over de economie zeker weten is dat
we de komende tijd niks zeker kunnen weten."
Annemarie
Jorritsma is net als bijna alle andere Nederlanders
nog steeds diep onder de indruk van de gebeurtenissen
in de Verenigde Staten, maar heeft ook als minister
geen antwoord op de vraag hoe de nabije toekomst er
uit gaat zien.
Dat
de economie in de Verenigde Staten en daardoor ook
in Nederland door de onrust later uit de huidige groeidip
zal komen lijkt volgens de bewindsvrouw logisch. "Maar
het zal vooral afhangen van het vertrouwen van de
consument."
Wachten
tot de burgers weer zin krijgen om auto's, huizen
en andere mooie spullen gaan kopen is ondanks de veel
robuustere Nederlandse economie en de forse verbetering
van de overheidsfinanciën echter uit den boze.

Hoewel
Nederland de afgelopen jaren sterker groeide dan zijn
buurlanden dreigt hiervoor binnenkort alsnog een rekening
te moeten worden betaald. "We zijn ineens toch wat
in de gevarenzone beland", zo moet ook Annemarie Jorritsma
erkennen.
Door
de hoge dollarkoers bleven onze producten in het buitenland
goedkoop en kon de export fors stijgen. Nu dit lijkt
te veranderen wordt ineens duidelijk dat onze kaas,
bloemen en andere producten echter een stuk duurder
zijn geworden.
"De
lonen en de inflatie zijn de laatste jaren fors gestegen.
Ook de arbeidsproductiviteit is veel minder toegenomen
dan elders". De minister toont een aantal grafieken:
"De arbeidsproductiviteit is recent met slechts 1,2%
per jaar gestegen. Dat moet toch minimaal weer naar
2%".
Ook
de aanhoudend forse loonstijgingen van de vakbeweging
zijn de minister nog steeds een doorn in het oog.
"Die loonstijgingen zijn echt hoger dan verantwoord.
We lopen echt risico's die vervelend beginnen te worden."
Naast
discipline op het loonfront moeten er vooral ook meer
mensen aan de slag, want volgens Jorritsma staan nog
te veel burgers onnodig aan de kant.
Het
kabinet gaat oudere werknemers en jonge moeders stimuleren
weer aan de slag te gaan, maar ook het aantal wao'ers
zal moeten dalen. "Het viel me tegen dat er in het
PvdA-verkiezingsprogramma niets over de wao stond",
zo toont de vice-premier even haar VVD-gezicht.
"Op
het gebied van de wao moet echt iets gebeuren. Dat
moet fors omlaag", aldus de minister, die hoopt dat
het kabinet op basis van het rapport-Donner nog voor
de Kamer-verkiezingen met duidelijke plannen kan komen.
"Wanneer
dat niet lukt dan moeten er in de volgende formatie
echt hele harde afspraken over worden gemaakt", aldus
Jorritsma, die wel aangeeft dat een discussie over
hoogte en duur van de wao wat haar betreft verleden
tijd is.
Op
de vraag of Jorritsma daar zelf bij betrokken zal
zijn volgt een glimlach. "Er zijn meerdere mogelijkheden
na de verkiezingen", zo stelt de liberale bewindsvrouw,
van wie algemeen wordt aangenomen dat zij een oogje
heeft laten vallen op het voorzitterschap van de Tweede
Kamer.
De
'Zalmnorm' zal in ieder geval overeind moeten blijven
wil Jorritsma nog een keer meedoen. Maar zover is
het nog lang niet. "De VVD kan de premier leveren,
maar ook in de oppositie komen. Dat is een heel groot
verschil."
Terug
naar Begroting 2002
|