Telegraaf-iDe krantLaatste nieuwsSportflitsenDFTDigiNieuwsCrazyLife
18 september 2001

Minister De Vries: "Wij willen van
dit land geen politiestaat maken"


door ALEXANDRA VAN DEN BOS
en SJUUL PARADIJS

Terwijl de verdoving na de bloedige terroristische aanslagen op Manhattan nog niet is uitgewerkt maakt ook Nederland zich zorgen om de eigen veiligheid. Na de rampen in Enschedé en Volendam moet men zich in ons land de komende jaren weer veiliger gaan voelen, verzekert minister van Binnenlandse Zaken Klaas de Vries. Meer politieagenten op straat, belooft de PvdA'er, ook in de komende jaren. De overheid zal minder door de vingers zien. Het gedogen van alles en nog wat behoort tot het verleden. Tegelijkertijd zal er meer geld worden gestopt in de versterking van de Binnenlandse Veiligheidsdienst om terreurdaden te voorkomen. De gezaghebbende PvdA-bewindsman Klaas de Vries bindt de strijd aan met de onveiligheid. "De overheid zorgt niet voor veiligheid. Dat doen de mensen zelf!"

"Nederland kan alleen veiliger worden als ook de burgers hun verantwoordelijkheid nemen. Men moet niet denken dat alleen de overheid daar voor kan zorgen. Wij willen van dit land immers geen politiestaat maken."

Aan het woord is minister Klaas de Vries (Binnenlandse Zaken). Samen met zijn collega-minister Benk Korthals (Justitie) heeft hij het veiliger maken van Nederland opnieuw tot een van de belangrijkste punten van de begroting gemaakt.

Precies anderhalf jaar geleden nam de 58-jarige PvdA'er het ministersstokje over van zijn partijgenoot Bram Peper. Maar het doel van zijn voorganger: in 2002 moet Nederland ruim 43.500 agenten tellen, heeft De Vries nu al gehaald.

"In de jaren tussen 1995 en 1999 is het gevoel van onveiligheid in de samenleving duidelijk toegenomen. De laatste jaren neemt het weer af. Maar we zijn er nog niet", zo waarschuwt De Vries. Meer blauw op straat is volgens de bewindsman weliswaar 'een enorme stap vooruit', maar voor de ouders in Nederland is er duidelijk ook een taak weggelegd.

De recente sluiting van het Sloterparkbad, nadat een groep Marokkaanse jongeren voor de zoveelste keer badgasten had lastig gevallen en bedreigd, is daar een goed voorbeeld van. Hoewel De Vries niet exact op de hoogte is van de gebeurtenissen in het zwembad ('Sloterwat???'), vindt hij wel dat er hard moet worden opgetreden tegen dit soort gedrag.

"Jongeren die dat hebben gedaan, hebben geen goede opvoeding gehad. Ouders moeten zich hier verantwoordelijk voor voelen. Het is totaal fout om dat zwembad te sluiten. Dat had niet mogen gebeuren", zegt De Vries afkeurend.

Burgers die klagen over het optreden van de overheid zouden ook eens wat vaker in de spiegel moeten kijken. "Er zit in de samenleving ook iets dubbels. Iedereen vindt dat dit soort zaken niet kan en dat de overheid moet optreden. Maar aan de andere kant voeren sommigen wel acties tegen bijvoorbeeld flitspalen. Het is ongelooflijk wat je soms op de snelweg aan rijgedrag ziet. Dat keuren de mensen dan weer wel goed", zegt De Vries, terwijl hij ondertussen van een grote stapel paperassen op zijn bureau een krantenknipsel pakt met nog een treffend voorbeeld.

In het artikel staat te lezen dat de politie vorige maand hard optrad tegen een illegale houseparty in de buurt van Moerdijk. "De korpschef vond het onverantwoord dat het feest doorging, terwijl de betrokkenen vonden dat ze geen kwaad deden. Maar stel dat daar een ongeluk was gebeurd, bijvoorbeeld met een installatie van Shell, waarbij mensen betrokken waren geraakt. In die situatie had iedereen natuurlijk gezegd: wat een schande dat de politie dat zo heeft laten lopen", schetst De Vries het dilemma.

Het voorstel van het CDA om het recht op veiligheid in de Grondwet op te nemen, lost volgens de PvdA-bewindsman in dit geval niet echt iets op, maar geeft juist een verkeerd signaal aan burgers. "Ik heb liever dat er meer agenten komen, dan dat het in de Grondwet wordt opgenomen. We moeten niet de indruk wekken dat de overheid voor veiligheid zorgt want dat doen de mensen zelf. Dat voorstel is denk ik meer symbolisch bedoeld", zo luidt de kritiek van De Vries op het plan van de christen-democraten.

Ondertussen heeft de PvdA'er, die voor zijn komst op Binnenlandse Zaken de scepter zwaaide op Sociale Zaken, voor zichzelf al uitgemaakt wat hij de volgende kabinetsperiode zou willen doen. "Ik ga op de lijst van de PvdA staan. Kamerlid zou ik wel willen worden, want het beroep van volksvertegenwoordiger is het mooiste dat er is. Maar als de PvdA zou vragen of ik deze functie opnieuw zou willen vervullen, dan zou ik dat ook dolgraag willen doen. We hebben hier nog een lange agenda", aldus De Vries.

Als het aan de PvdA-bewindsman ligt, hoeft dat overigens niet per se opnieuw met een minister van Grote Steden- en Integratiebeleid als naaste collega. Die functie, die nu door de D66'er Roger van Boxtel wordt vervuld, kan ook net zo goed in een staatssecretarisschap worden omgezet, zegt De Vries desgevraagd. "Dan kan Van Boxtel in ieder geval zeggen dat hij de langst zittende minister van GSI is geweest", zegt De Vries met een grijns.

Over de kansen van zijn eigen partij bij de volgende verkiezingen is de PvdA-zwaargewicht optimistisch. Fractievoorzitter Melkert mag dan in de populariteitspeilingen nog achter De Vries staan, maar de minister van Binnenlandse Zaken verwacht dat zijn partijgenoot nog een grote inhaalslag gaat maken. Ook voor zijn eigen partij ligt een goede uitslag in het verschiet, zo verwacht hij.

"Het is een hele reële mogelijkheid dat de PvdA weer de grootste wordt. We doen het niet slecht in de peilingen met ruim dertig procent van de stemmen. Op een grote volksmenner zitten we niet te wachten. En mensen die nu nog niet met de persoon Ad Melkert uit de voeten kunnen, zullen straks zien dat dit een '24-karaats-man' is, die zich echt om de problemen van het land bekommert," aldus een optimistische De Vries.

Terug naar Begroting 2002


© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf. Alle rechten voorbehouden.