&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
Peper: "Kiezer mag mij afrekenen
op veiligheid op straat"

door ALEXANDRA VAN DEN BOS en SJUUL PARADIJS

"Wat mensen achter de deuren doen, daar moet de overheid zich niet mee bemoeien. Maar zodra men de deur uitgaat, moet men weten dat men in beginsel veilig is. Dat publieke domein is het hart van de samenleving. Dat hart moet blijven kloppen."

Bram Peper zit een jaar op de ministersstoel van Binnenlandse Zaken. Nederland moet en zal veiliger worden onder zijn leiding. Dat heeft de voormalige burgemeester van Rotterdam zich ten doel gesteld. Weg met de verloedering! Weg met het toenemende wapengekletter op straat! De aanval op het wapenbezit en de wapenhandel is geopend. Aan het eind van deze kabinetsperiode mag iedereen de PvdA-bewindsman daarop afrekenen.

In het gesprek neemt Peper, getrouwd met VVD-prominente en ex-minister Neelie Kroes, erg veel tijd voor zijn woorden. Op Cuba, waar Fidel Castro regelmatig toespraken van houdt van vijf uur, werd Peper ruim een jaar geleden gebeld met de vraag of hij minister wilde worden. Zelfs de VVD-top was verrast door zijn kandidatuur.

Bedachtzaam: "Ik doe uiteraard een appèl op de Nederlanders om ook hun eigen inspanningen te leveren. Niet om voor eigen rechter te spelen maar om zelf goed op te letten in de eigen wijk en buurt", zegt Peper. "Mensen gaan zich in die wijken weer wat van elkaar aantrekken. Ze helpen elkaar en informeren elkaar weer. Dat heeft een grote invloed op het gevoel van samenzijn. Het gevoel van onveiligheid ontstaat vaak omdat je niet meer weet waar je precies woont en met wie je woont", benadrukt Peper.

De minister beaamt dat de samenleving een dringend beroep doet op de overheid om de criminaliteit sterk terug te dringen. Dat is terecht, vindt ook de minister. De vraag is of het kabinet bereid is om de bevoegdheden van de politie verder uit te breiden. De uitbreiding gaat ten koste van de privacy van de burger en de rechten van een mogelijke verdachte.

De bewindsman wil dat de politie meer mogelijkheden krijgt om grote groepen mensen die naar evenementen gaan, in de hand te houden. Samen met minister Benk Korthals (Justitie) heeft hij net de laatste hand gelegd aan een nieuwe wet, waardoor het voor de burgemeester mogelijk wordt om groepen relschoppers voor maximaal 12 uur naar een andere plek te brengen.

"Die maatregel is niet het ei van Columbus maar met de andere instrumenten die er zijn, is het zeer belangrijk. Van dat evenement moeten we met zijn allen een fantastisch feest maken. Vier weken lang zit de hele wereld naar ons te kijken. Dat is niet niks. Het klinkt een beetje gek, maar ik beschouw het als een van de grootste uitdagingen van het land en een beetje van de regering", zegt Peper.

Maar dat is niet voldoende. Peper wil nog verder gaan. De politie moet meer mogelijkheden krijgen om in afgebakende, gevaarlijke gebieden burgers te fouilleren. Zonder dat ze officieel worden verdacht van het plegen van een strafbaar feit. Daarbij gaat het vooral om drugs en wapens.

Peper legt uit. "Op basis van aanwijzingen, bijvoorbeeld als iemand schoten heeft gehoord, mag de politie wat mij betreft op bepaalde plaatsen, bijvoorbeeld in cafés, mensen gaan fouilleren. Als je hebt gehoord dat op die plek (de bewindsman maakt met beide handen een cirkelgebaar, red.) een vent met een wapen rondloopt, dan moet je dat kunnen uitzoeken. Nu mag de politie alleen maar een auto aanhouden en de bestuurder naar zijn rijbewijs vragen. Dat is gek. Er mag wat betreft dan ook in de kofferbak worden gekeken. Binnenkort wordt in Rotterdam een experiment gestart om te kijken hoe het zit met de bestaande politiebevoegdheden. Mijn stelling is: als je niets te verbergen hebt, is dat geen ramp. Het gaat om de veiligheid van Nederland."

Op bepaalde gebieden is het de overheid al aardig gelukt om de veiligheid te vergroten, vervolgt de bewindsman. "De politie wordt door de burgers positief beoordeeld op het aanpakken van woninginbraken, verkeersovertredingen, vermogensdelicten en de behandeling van slachtoffers. Maar wat mij zeer verontrust is de toename van de geweldscriminaliteit. Dat het gebruik van wapens toeneemt. Daar moeten we dus echt een steviger greep op krijgen", vindt Peper.

Samen met collega-minister Korthals (Justitie) heeft hij er inmiddels voor gezorgd dat de celstraffen voor vuurwapenbezit en de wapenhandel flink worden verhoogd. Daarnaast vindt PvdA-minister dat de politie vooral contracten moet afsluiten met de horecasector, bedrijven en andere instellingen om de veiligheid in steden en dorpen te verhogen.

Ondanks zijn botte dreigement op te stappen als D66'er Kohnstamm burgemeester van Utrecht zou worden, is Peper populair bij zijn collega's in het kabinet. Ze zien hem als de filosoof, die ook denkt aan de lange termijn. Zijn gortdroge essay over de plaats van de politiek in Nederland maakte indruk. Gemakkelijk heeft Peper het allerminst. Want zijn verdediging van het correctief referendum in de Senaat eindigde in de Nacht van Wiegel. Met alle gevolgen van dien.

Opnieuw staat hij voor een reusachtig probleem in de Eerste Kamer. Een overgrote meerderheid van de Eerste Kamer wil Twentestad niet. Pessimistisch is Peper allerminst. "Als ik zie hoeveel senatoren een week voor de stemming nog tegen het referendum wilden stemmen en het werd uiteindelijk met één stem verworpen, valt er voor mij nog veel te winnen."

De Tweede Kamer ging al akkoord, maar in de Eerste Kamer is de meerderheid fel tegen. De invoering is nu voorlopig tot 2001 uitgesteld. Peper weet echter van geen wijken en weigert een nieuw, minder vergaand plan over Twentestad in te dienen.

De bewindsman veert op en roept hard: "Nee, nee, nee, er ligt een voorstel. Kom nou zeg, dat is aangenomen door de Tweede Kamer. Ik houd er zeer aan vast. Democratie is een kwestie van overtuigen. Op het moment dat je politiek alleen bedrijft in de vorm van het tellen van koppen, dan moet ik iets anders gaan doen."





[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]