&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT="">
|
|
Geen pardon voor jeugdcriminelen
Het kabinet gaat het komende jaar de jeugdcriminaliteit nog harder aanpakken. Hiervoor wordt 15 miljoen extra uitgetrokken. Daarnaast wordt het aantal zogenoemde Justitie-in-de-buurt-kantoortjes, waar burgers met hun klachten en tips terechtkunnen, flink uitgebreid. Het extra geld wil minister Korthals (Justitie) steken in diverse projecten op het gebied van de bestrijding van jeugdcriminaliteit. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld het ondersteunen van ouders bij de opvoeding van risicojongeren of het geven van taakstraffen aan jongeren onder de twaalf. Speciale aandacht verdient volgens Korthals de harde kern van jeugdige criminelen, die voor veel en zeer ernstige delicten verantwoordelijk is en intensief begeleid zou moeten worden. Met deze jongeren moeten individueel harde afspraken worden gemaakt over bijvoorbeeld hun werk- of schoolprestaties. Houden zij zich hier niet aan, dan worden zij meteen de cel ingestopt. Zorgwekkend noemt Korthals de ontwikkeling dat de criminelen steeds jonger en de delicten steeds zwaarder worden. Daarbij zijn de criminele jongeren van allochtone afkomst oververtegenwoordigd. Deze groep krijgt daarom speciale aandacht. Korthals laat onderzoeken of er een terugkeerproject voor illegale criminele Marokkanen opgezet kan worden. Deze criminelen worden dan naar Marokko teruggestuurd en kunnen daar meedoen aan een banenproject. Een harde aanpak van de jeugdcriminaliteit vormt voor Korthals een van de speerpunten van het beleid voor het komende jaar. "We hebben deze vorm van criminaliteit in het verleden misschien te veel op zijn beloop gelaten, maar we moeten de jeugd nu echt laten zien wat wel en wat niet kan. Voor velen is de maat nu vol", concludeerde de VVD-bewindsman in een toelichting op zijn begroting. Recente cijfers laten zien dat een krachtige bestrijding van deze vorm van criminaliteit noodzakelijk is. Het aantal taakstraffen voor jongeren is de afgelopen vier jaar gestegen van bijna 5000 naar net onder de 10.000 vorig jaar. Het einde van de stijging is nog lang niet in zicht. |
|
|