[advertentie]

De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
www.wijnbergonline.nl

Publicatiedatum: 14-5-2001

Een staande ovatie

Een ingezonden brief maakte mij attent op een curieus verschijnsel: ongeacht de kwaliteit van een voorstelling (opera, toneel, cabaret) geven Nederlandse toeschouwers na afloop altijd een staande ovatie. En de enkeling, die in zijn stoel blijft zitten vanwege een gebrek aan gevoeld enthousiasme, wordt door zijn naasten met dwingend oogcontact alsnog gesommeerd om met opgeheven handen een luid applaus te laten horen. Op het eerste oog lijkt hier sprake te zijn van simplistisch kuddegedrag: als één schaap over de dam is, volgen er meer. Deze verklaring is identiek aan wat psychologen 'emotionele besmetting' noemen: als de één gaapt, steekt hij zijn buurman aan; als een voorbijganger je toelacht, lach je terug. Toch vrees ik dat het 'massale geklap' een houding weerspiegelt, waarachter een zorgwekkend probleem schuil gaat.

Al jaren wordt Nederland geteisterd door een rampzalige nivellering: iedereen moet hetzelfde verdienen, iedereen moet hetzelfde aantal uren werken en iedereen moet op dezelfde manier kunnen wonen. En wie zijn ogen de kost geeft, kan zien dat deze grijsheid zijn werk heeft gedaan: we zijn allemaal gelijk (en slordig) gekleed, de winkelstraten hebben overal hetzelfde aanzicht en niemand heeft het lef meer om in het openbaar een liedje te zingen. Deze vervlakking openbaart zich ook in het sociale verkeer: de huisarts draagt geen witte jas meer, de leraar wordt bij zijn voornaam genoemd en de kelner is alleen maar te herkennen, omdat hij met een dienblad in zijn hand loopt. Onze roemruchte poldermodel schrijft ook voor dat we het in alles met elkaar eens zijn. Echte socialisten bestaan niet meer, vakbondsmensen slaan dezelfde taal uit als politici en de Evangelische Omroep is de enige die zich op de beeldbuis herkenbaar profileert. Het ergste van alles is dat dit 'gelijkheidsprincipe' ook leidt tot geestelijke vervlakking: iedereen gelooft wel ergens in maar weet niet waarin, iedereen wil wel meer maatschappelijk fatsoen zien maar weet niet hoe, en het enige wat iedereen echt schijnt te boeien is het nastreven van nog meer geld en bezit.

Zo kan het gebeuren dat wij als fletse éénheidsworsten in een stoel zitten van de schouwburg en kijken naar een voorstelling waarin de acteurs proberen iets anders, iets opvallends, iets bijzonders ten tonele te voeren. De prestaties van sommigen zijn van zeer hoge kwaliteit, anderen slaan volkomen de plank mis. Maar het probleem is dat de kijkers hun smaak verloren hebben. Zij kunnen geen onderscheid meer maken tussen goed en slecht. En om met hun gebrek aan visie niet door de mand te vallen, klappen zij even hard voor iedereen. En de enkeling die weigert te applaudisseren, wordt vernietigend aangekeken omdat hij alle anderen bewust maakt van hun slappe houding. Wil de staande ovatie ooit weer enige echte betekenis krijgen, dan zullen wij een samenleving moeten creëren waarin kleurrijk contrast, natuurlijke ongelijkheid en afwijking van de norm van harte wordt toegejuicht.


© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf en Jeffrey Wijnberg
Alle rechten voorbehouden

 


UW MENING

Iedere maandag schrijft psycholoog Jeffrey Wijnberg een column in De Telegraaf. Zijn vaak verrassende zienswijze maakt natuurlijk ook deel uit van De Psycholoog. Mee eens? Niet mee eens? Laat het weten!


PSYCHO-ARCHIEF

Wat schreef Wijnberg nog meer in De Telegraaf? Bekijk zijn oude columns!