[advertentie]

De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
www.wijnbergonline.nl

Publicatiedatum: 30-04-2001

Lelijkerds in therapie

Mensen met psychische problemen hebben in de regel een behoorlijk gebrek aan realiteitszin. Zo ook de groep patiënten die lijdt aan het lelijkheidscomplex, ook wel BDD (Body Dysmorphic Disorder) genoemd. Zij zien zichzelf als afzichtelijk, terwijl voor de buitenstaander niets abnormaals opvalt. Het gaat hierbij niet om de onvrede die iedereen wel heeft met zijn lichaam zoals 'een beetje te dik' of 'te veel rimpels', maar om een extreem gevoel van schaamte voor het eigen uiterlijk. De slachtoffers van deze 'ziekte' mijden sociale gelegenheden en kunnen door hun geïsoleerd leven in een depressie geraken.

Zoals bij elke obsessie wordt het gevoelsleven overheerst door angst en is het gepieker over de eigen onvolmaaktheid zo hardnekkig dat zelfs de beste hulpverleners machteloos staan. Soms is medicatie, die gericht is om de angst en somberheid te verlichten, de enige manier om een begin te maken de zelfdestructieve gedachtenwereld van de patiënt een halt toe te roepen.

In mijn eigen praktijk behandel ik de BDD-patiënt met provocatieve psychotherapie. Deze behandelmethode is steeds meer in opkomst om verschillende redenen. Voor de therapeut is het leuk werken omdat veel gebruik wordt gemaakt van humor, uitdaging en goed contact. En voor de patiënt is het eveneens plezierig omdat hij, ondanks de ernst van zijn klachten, kan leren lachen om zijn eigen vervormd perspectief. Bovendien geeft de provocatieve stijl vrijwel onmiddellijk resultaat: de patiënt wordt met een 'geestelijke houdgreep' gedwongen om tot zinnen te komen.

Patiënt: "Het ergste vind ik mijn oren."

Therapeut (lacht): "Ja, dat zijn van die schotels waarmee je meer wind mee vangt dan de beste zeilboot. Maar persoonlijk heb ik meer moeite met je neus."

(Geschrokken) "Mijn neus? hoezo?"

(Leunt voorover). "Ja, die twee bruine vlekjes leiden verschrikkelijk af: de gaten zijn veel te groot en je neus wijst net een beetje te veel naar rechts."

(Loopt naar de spiegel) "Mijn neus was nou zo ongeveer het enige waar ik geen probleem mee heb."

(Gaat achter hem staan). "Ja, maar dan heb je gewoon niet goed gekeken; zie je niet dan wat ik bedoel?"

"Nee, totaal niet."

(Gespeeld verontwaardigd). "Je wilt toch niet in alle nuchterheid beweren dat je een normale neus hebt, of wel dan?"

(Lacht). "Ik weet dat het vreemd klinkt uit mijn mond, maar met mijn neus is helemaal niets mis."

"En je kin dan; zie je dan niet dat hij te puntig is?"

"Puntig wel, maar dat stoort me ook niet."

"Straks ga je me ook nog vertellen dat je mooie tenen hebt."

(Lacht). "Let ik ook niet op."

"'t Is wel duidelijk dat je een man bent; geen enkel oog voor belangrijke details."

"Ja, wat jíj belangrijk vindt!!!"

"Ja, maar het gaat toch om hoe je over komt, of niet dan?!"

(Lacht). "Tja, dat is kennelijk toch anders dan ik zelf gedacht heb."

"Bedoel je nou dat er misschien een vrouw rondloopt die valt op die krankzinnige flaporen van jou?"

(Hoofdschuddend). "Als je zo krom denkt als jij, dan zou je het haast gaan geloven."


© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf en Jeffrey Wijnberg
Alle rechten voorbehouden

 


UW MENING

Iedere maandag schrijft psycholoog Jeffrey Wijnberg een column in De Telegraaf. Zijn vaak verrassende zienswijze maakt natuurlijk ook deel uit van De Psycholoog. Mee eens? Niet mee eens? Laat het weten!


PSYCHO-ARCHIEF

Wat schreef Wijnberg nog meer in De Telegraaf? Bekijk zijn oude columns!